BELGIË TIJDENS HET INTERBELLUM

Historisch Overzicht vanaf 1848 en Staatsinrichting

Het Interbellum
 (1919-1939)
6. België tijdens het interbellum
1 / 58
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 58 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Historisch Overzicht vanaf 1848 en Staatsinrichting

Het Interbellum
 (1919-1939)
6. België tijdens het interbellum

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kan je de periode van  het interbellum in België kaderen binnen de verschillende historische domeinen en binnen de tijdsgeest. 

Slide 2 - Tekstslide

DE JAREN 20: na de oorlog
“Aan  het  werk  dus,  Mijne  Heeren!  Dat  God u helpe om van België een steeds eensgezind  Vaderland  te  maken, meer  en  meer  waardig  om  door  zijne  kinderen  bemind  te  worden.” 
Uitspraak van Koning Albert I, tijdens zijn troonrede op 22 november 1918

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

DE JAREN 20: Economie

  • Economie bevindt zich na de oorlogsverwoestingen nabij het vriespunt

  • Heropbouw belooft traag en duur uit te vallen

  • Toch tijdelijk economisch herstel na 1925 met hoogconjunctuur tussen 1927 en 1930

Slide 5 - Tekstslide

Het moeizaam economisch herstel 1919-1926 (1)
  • Bereiken terug het vooroorlogse peil:
Spoorwegverkeer: 1920
Landbouw en veeteelt: 1921                 Acties Boerenbond
                                                                                   +
                                                               Duitse leveringen vee
  • Krediet aan de Nijverheid helpt getroffen nijverheidstakken
  • Bouw honderdduizend woningen door Maatschappij Goedkope Woningen

Slide 6 - Tekstslide

Het moeizaam economisch herstel 1919-1926 (2)
  • 1923-1926: Zware inflatie
  • Maatregelen crisis 1926 door kabinet Jaspar:
      - Stichting NMBS 
      - Verplichte omwisseling van schatkistbons (staatsschuld) in                spoorwegaandelen 
      - Devaluatie Frank
      -  Oprichting Fonds Openbare Werken                                              
  • 1926: oprichting Vlaams Economisch Verbond (VEV)                                           opkomst Vlaamse kapitalistische burgerij

Slide 7 - Tekstslide

Henri Jaspar
Premier van 20 mei 1926 tot 22 november 1927 

Slide 8 - Tekstslide

De economische hoogconjunctuur van 1927-1930 (1)
OORZAKEN
  • Voordelige concurrentiepositie vanwege devaluatie
            buitenlandse producten duurder en Belgische                                 producten goedkoper in het buitenland
            Productie-, export- en winstcijfers 
            Werkloosheid
            Begrotingsoverschotten regering
  • Vernieuwing industriële uitrusting
  • Mechanisering van de landbouw

Slide 9 - Tekstslide

De economische hoogconjunctuur van 1927-1930 (2)
  • Stijgende rendement kolonisatie Kongo (grondstoffen!)
  • Grote openbare werken
  • Stijgende vraag verbruiksgoederen

GEVOLGEN
  • Samenwerking industrie en wetenschap (1928: oprichting Nationaal Fonds Wetenschappelijk Onderzoek): zakenwereld financiert wetenschappelijk onderzoek
  • Vlaanderen haalt Wallonië in op industrieel vlak

Slide 10 - Tekstslide

Au Bon Marché, Brussel omstreeks 1930
Delhaize Le Lion, Molenbeek

Slide 11 - Tekstslide

Kuifje in Congo
Hergé, 1931

Slide 12 - Tekstslide

EXTRA FILMPJES
In de volgende compilaties kan je zelf meemaken hoe de sfeer was in het Brussel van 1927 en tijdens de dolle jaren '20.  Dit is een extraatje. Je hoeft de filmpjes niet te bekijken. Maar het is wel een aanrader.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

DE JAREN 20: Politiek/sociaal
VOORWOORD 
 
In 1918 wordt een regering van nationale eenheid opgericht die de eerste moet zijn  in  een  reeks  van  toekomstige  coalitieregeringen  die  de  politieke  stabiliteit  in  het land moet waarborgen. De traditionele katholieke dominantie wordt zo politiek gebroken ten gunste van de liberale en vooral de socialistische strekking. De  eendracht  die  de  koning  onder  de  Belgen  beoogt,  laat  zich  voelen  in  een  wraakzuchtige anti-Duitse sfeer waarin het Belgisch patriottisme hoogtij viert. Van een eengemaakte herinnering aan het conflict is evenwel geen sprake: al snel botst de vaderlandsliefde met Vlaams-nationale herdenkingspraktijken en het pacifisme. Eendrachtig  zijn  de  Belgen  vooral  in  rouwen  en  lijden.  

Slide 17 - Tekstslide

De neutraliteit wordt opgeheven
  • Na de Duitse schending van het grondgebied stapt België af van de neutraliteit die in 1839 werd opgelegd. 

  • België sluit een akkoord met Frankrijk en verzaakt zo een economische unie met Luxemburg dat het verlies van een deel van zijn Duitse afzetmarkt wenst goed te maken.

  • Het geheime militaire akkoord wordt op 7 september 1920 ondertekend en moet het nationale grondgebied op de Rijn veilig stellen. 

Slide 18 - Tekstslide

De Belgen op de Rijn
  • Het verdrag van Versailles bevestigt dat het Duitse leger de linkeroever van de Rijn en een strook van 50 km breed op de rechteroever moet vrijgeven. De Belgische zone vertegenwoordigt 10 % van de gebieden die door de Geallieerden (Amerikanen, Britten, Fransen) worden bezet. 
  • De spanning stijgt in 1923 wanneer de Frans-Belgische macht de rechteroever van de Rijn bezet en de inwoners tot passief verzet overgaan. 
  • In 1929 komt een einde aan de bezetting van de linkeroever. 

Slide 19 - Tekstslide

"Groot België"
Tijdens de oorlog weerklinken nationalistische stemmen die uit historische en strategische overwegingen een “Groot België” vragen. Dankzij de vredesverdragen kan het land de kantons (Kreise) Eupen, Malmedy en Sankt-Vith evenals het onverdeelde gebied van Moresnet aanhechten, maar toch is de ontgoocheling groot, want er werd op meer gehoopt, niet enkel ten nadele van Duitsland, maar ook ten koste van Luxemburg en Nederland (Nederlands Limburg, Zeeuws-Vlaanderen), hoewel die tijdens de oorlog neutraal waren. Ook  Rwanda  en  Burundi  worden  het  land  als  mandaatgebied  van  de  Volkenbond  toegekend.

Slide 20 - Tekstslide

NEUTRAAL MORESNET? Een verhaal apart ....... (1)
Krantenkop 10 januari 1920: "België lijft ministaat “Neutraal Moresnet” in":

Na een jarenlang oplopend geschil tussen het Verenigd Koninrijk der Nederlanden en Pruisen over de territoriale aanspraken op Moresnet, een plaats tussen de Vaalseberg en de vroegere hoofdweg naar de Duitse grensstad Aken, werd het dorp dat toen de status had van een neutrale ministaat op 10 januari 1920 door België ingelijfd. 

Slide 21 - Tekstslide

NEUTRAAL MORESNET? Een verhaal apart ....... (2)
In 1815 kwam met de nederlaag van Napoleon Bonaparte te Waterloo een einde aan het Franse bewind en werden de Europese landsgrenzen grondig hertekend. Maar daar liep het tussen de Nederlandse vorst Willem I van het pas gevormde Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en de Pruisische koning Frederik Willem III al vlug behoorlijk spaak. Beiden hadden immers hun zinnen gezet op de zinkmijn die daar lag. Zink was in die tijd door zijn talrijke toepassingen een begeerd en waardevol goedje en geen van beide landen gunden elkaar het kostbare erts.
In juni 1816 werd een compromis gesloten. Moresnet zou in drie delen worden opgesplitst waarbij het westelijk deel voor het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden bestemd was (in 1830 werd dit deel bij de nieuwe Staat België gevoegd) en het oostelijk deel aan Pruisen zou toekomen. De smalle strook van de gemeente waarop de groeve met de zinkmijn zich bevond werd onder de naam “Neutraal Moresnet” een condominium van beide landen. 

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een "condominium"?
A
Een flatgebouw met koopflats
B
Appartementsrecht
C
Een staatsvorm waarbij een gebied bestuurd wordt door twee of meerdere landen
D
Een zoutwaterdier (zakpijp)

Slide 23 - Quizvraag

FILMPJE
In het volgende filmpje wordt een korte uitleg gegeven over "Neutraal Moresnet".

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

EXTRA DOCUMENTAIRE
Is je nieuwsgierigheid gewekt?
Bekijk dan de volledige documentaire!
(niet verplicht)

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Eén man, één stem! (1)
1919: Invoeren algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen
OORZAKEN:
  • Uitzonderlijk lage lonen                         stakingsgolven

  • Angst voor linkse machtsgreep

  • Socialistische partij was tijdens oorlog faire regeringspartner

  • Arbeiders hadden zich tijdens WOI als goede patriotten gedragen

Slide 28 - Tekstslide

Eén man, één stem! (2)
GEVOLGEN
  • Stem arbeider telt even zwaar als die van fabrieksbaas!
  • Arbeiderspartijen houden binnen regering teugels in handen
Jaar
Kath.
Lib.
Soc.
Com.
Vl. Nat.
Rex
Andere
Totaal
1919
73
34
70
/
5
/
4
186
1921
80
33
68
/
4
/
1
186
1925
78
23
78
2
6
/
/
187
1929
76
28
70
1
11
/
1
187
Samenstelling van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, uitgedrukt in zetels, 1919-1929 

Slide 29 - Tekstslide

Eén man, één stem! (3)
  • Geen enkele partij behaalt nog absolute meerderheid

  • Politieke aardverschuiving

  • Ontstaan coalitieregeringen met talrijke regeringscrisissen tot gevolg

  • België wordt formeel een democratie

Slide 30 - Tekstslide

Waarom denk je dat het algemeen stemrecht enkel voor mannen was?

Slide 31 - Open vraag

De doorbraak in de sociale vooruitgang
  • 1914: leerplicht van 6 tot 14 jaar
  • 1919: AES
  • 1921: stakingsrecht gewaarborgd
  • 1921: invoeren 8-uren dag en 48 uren week! Daarnaast kwamen er wettelijke regelingen i.v.m. ouderdomspensioenen, werklozensteun voor behoeftigen en gezinstoelagen voor loontrekkenden.

Arbeider krijgt langzaam toegang tot welvaart en comfort.

Slide 32 - Tekstslide

DE JAREN 20: Socio-cultureel
  • De vrouw treedt stilaan op de voorgrond
  • Opkomst amusemntscultuur
  • Democratisering van informatie en amusement 
  • Sport komt binnen bereik van volksmens
  • Ontstaan nieuwe kunststromingen
  • wetenschappelijke ontdekkingen

Slide 33 - Tekstslide

De vrouw treedt stilaan op de voorgrond
  • Door de vele gesneuvelde mannen waren de vrouwen immers in de meerderheid.
  • De wederopbouw bracht een grote vraag naar arbeidskrachten mee. 
  • Door de leerplicht gingen meisjes nu ook naar school, vanf begin jaren '20 worden ook vrouwen toegelaten aan de KUL
  • Beginnende vrouwenemancipatie uit zich ook in modebeeld (korte jurken, korte haren, ...)

Slide 34 - Tekstslide

Democratisering van informatie, amusement en sport
  • Via de media, dagbladen en radio, kwam allerlei informatie de huiskamer binnen en werden de mensen meer bewust. 

  • De bioscoop gaf goedkope en democratische ontspanning voor allen.

  • Overal zagen populaire voetbal-, wieler-, en turnclubs het levenslicht en kwamen allerhande jeugdbewegingen op.

Slide 35 - Tekstslide

Kunst
Constant Permeke, 
portret Frits van den Berghe, 1923
Oscar Jespers, 
De kapmantel, 1922
Joris Minne, 
Ons Ghenaket Die Avondstar, 1929

Slide 36 - Tekstslide

De oerknal
Georges Henri Joseph Edouard Lemaître (Charleroi, 17 juli 1894 – Leuven, 20 juni 1966) was een Belgisch priester, astronoom, kosmoloog, wiskundige en natuurkundige. Zijn belangrijkste wetenschappelijke bijdragen leverde hij aan de algemene relativiteitstheorie en aan de kosmologie door zijn hypothese van het uitdijende heelal (1927) en als grondlegger van de oerknaltheorie (1931). Lemaître was professor aan de Katholieke Universiteit Leuven, 

Slide 37 - Tekstslide

DE JAREN 30: crisis en verrechtsing

Slide 38 - Tekstslide

DE JAREN 30: Economie
  • 1930 : ook de Belgische economie raakte in de greep van de wereldcrisis. 

  • 1935-1937: Economische heropleving

  • 1937-1939: Opnieuw crisis aan vooravond WO II




Slide 39 - Tekstslide

Een land in de greep van de wereldcrisis, 1929-1935
  • België wordt vanaf 1931 zwaar door de crisis getroffen. 
  • Talrijke  fabrieken  sluiten  de  deuren.
  •  In  1932  stijgt  de  werkloosheid  boven  de  drempel  van  20%  van  de  actieve  bevolking.
  • Door looninleveringen en stijgende fiscale druk vermindert de koopkracht aanzienlijk.
  • Het   is  wachten  op  1935  en  een  devaluatie  van  de  munt  besloten  door  de  regering  van  nationale  eenheid  onder  leiding  van  Paul  Van  Zeeland  om  een  schuchtere  economische heropleving te zien.   

Slide 40 - Tekstslide

Economische heropleving, 1935-1937
  • Maart 1935: devaluatie van de frank met 28%
  • Kapitaalvlucht gestopt
  • Ondernemingen meer kredietmogelijkheden
  • Buitenlandse producten duurder en Belgische producten           goedkoper in het buitenland
  • Werkloosheid daalt
  • Fiscale druk neemt af
  • Winsten verruimen
  • landbouwers profiteren NIET van stijgende koopkracht!

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

DE JAREN 30: Politiek/sociaal
  • Op 23 februari 1934 wordt Leopold III, dan 32 jaar oud, de vierde koning der Belgen. 

  • De koning wil het land kost wat kost een nieuwe oorlog besparen.

  • De zwakheid van de  politieke  partijen,  de  18 daagse Veldtocht  in  mei  1940  en  uiteenlopende  interpretaties  van  de  evenementen  leiden  uiteindelijk  tot  een  breuk  tussen  de  koning en de regering.

Slide 43 - Tekstslide

De crisis vanaf 1930 verscherpte de politieke tegenstellingen (1)
  • De arbeiders zagen hun levensstandaard dalen en waren ontgoocheld over de resultaten van het algemeen stemrecht die de socialisten niet de verwachte doorbraak naar de macht opleverde. 

  • De «rechterzijde» vond echter dat de democratisering te ver ging en oorzaak was van de slechte economische en politieke toestanden. 

  • De Vlamingen waren ontevreden omdat de taalwetten dikwijls dode letter bleven en de dicriminatie aanhield. 

  • De devaluatie trof vooral de middenstand zwaar. 

Slide 44 - Tekstslide

De crisis vanaf 1930 verscherpte de politieke tegenstellingen (2)
Wat ging er mis?
  • Het toenemend absenteïsme van de parlementairen; te lange onvruchtbare discussies in de «praatbarak»; onbetekenende interpellaties die alle actie verlamden; onverantwoorde uitgaven door te lang uitgestelde beslissingen. 
  • De vele mislukkingen bij de regeringsvorming en de talrijke kabinetswijzigingen op bevel van de partijen zonder het parlement te kennen; het loven, bieden en dreigen van de hoogste partij-instanties die de ministers volledig in hun macht hadden. 
  • De politiek-financiële schandalen : teveel politici met bindingen in de financiewereld stelden die belangen boven het algemeen belang. 
  • De aantrekkingskracht van de fascistische regimes in Duitsland en Italië op de jongeren, van het communisme op de misnoegde socialisten. 

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Communautaire spanningen leiden tot radicalisering
Door verbittering, verdeeldheid en waarschijnlijk ook door de economische crisis van de jaren '30 viel de Frontpartij uit elkaar. 
Een aantal militanten zochten daarna hun heil in nieuwe en radicalere Vlaamse partijen :  
 
In 1931 bvb. richtte Joris Van Severen het Verdinaso (Verbond van Dietse Nationaal Solidaristen) op, een elitaire paramilitaire beweging die koos voor een autoritaire Groot-Nederlandse staat ('Dietsland') met veel tucht en orde en voor het leidersprincipe… 

Daarnaast stichtte Staf de Clercq in 1933 het VNV, het Vlaams Nationaal Verbond, dat de volledige autonomie eiste van Vlaanderen, 'gezuiverd van Communistisch en Joods gespuis' … 

Qua politieke stijl en ideologie volgden deze bewegingen duidelijk de trend van het fascisme in Duitsland en Italië, en tijdens WO2 raakten ze allemaal betrokken in de collaboratie met het naziregime. 

Overigens deed hetzelfde zich in Wallonië voor: daar kende de fascistische Rexpartij van Léon Degrelle veel succes, ook op verkiezingsvlak. 

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video

DE JAREN 30: socio-cultureel
In deze periode ontwikkelde zich in Vlaanderen en Wallonië een cultureel zelfbewustzijn. Beide landsdelen beschouwden elkaar als twee aparte gemeenschappen binnen het koninkrijk. Zo kwam er in 1938 reeds een Vlaamse en Waalse Cultuurraad met adviesbevoegdheid. In Vlaanderen leerde de massa het belang van het Nederlands kennen via de Nederlandstalige radio-uitzendingen van het Nationaal Instituut voor de Radio-omroep (NIR, de voorloper van de VRT/RTBf). De Koninklijke Vlaamse Academies (wetenschap, letteren, schone kunsten en geneeskunde, 1938) maakten duidelijk dat Nederlands ook de taal van cultuur en wetenschap kon zijn. 

Slide 51 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1919-1926 : Moeizaam herstel
  • 1929-1935 Wereldcrisis
  • Eind jaren '30: Radicalisering

Slide 52 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Albert I
  • Leopold III
  • Henri Jaspar
  • Georges Lemaitre

Slide 53 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
Crisis
Neutraal Moresnet
Radicalisering
VNV
Verdinaso
Rex

Slide 54 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 192
  • 1936-1939: Spaanse Burgeroorlog

Slide 55 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 56 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 57 - Open vraag

Slide 58 - Video