Bundestagswahl - MAVO

Heute 20-9: Wort der Woche
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Heute 20-9: Wort der Woche

Slide 1 - Tekstslide

Was denket ihr: was bedeutet "Bundestagswahl" ?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Om de vier jaar worden in Duitsland verkiezingen gehouden. Naast een nieuw parlement is dit ook het moment dat er een nieuwe “baas” van Duitsland wordt gekozen. De grootste partij levert doorgaans deze persoon. Hoe noemt men die persoon in Duitsland?
A
Ministerpräsident(in)
B
Ministerkanzler(in)
C
Bundespräsident(in)
D
Bundeskanzler(in)

Slide 4 - Quizvraag

7

Slide 5 - Video

00:15
Frage 1:
Hoeveel ministers (en specialiteiten) zitten er in het kabinet.

Slide 6 - Tekstslide

00:31
Frage 1: Wieviel Minister (und Spezialgebiete) gibt es?

Slide 7 - Open vraag

00:41
Frage 2: Was bedeutet das Wort "Gesetze" ?
A
gerechten
B
voorstellen
C
wetten

Slide 8 - Quizvraag

00:42
Frage 3: 
Wat doet een Bundeskanzler nog meer?

Slide 9 - Tekstslide

00:51
Frage 4:
Waar praten ze over tijdens dit soort gesprekken?

Slide 10 - Tekstslide

01:02
Frage 4: Worüber sprechen sie zusammen?

Slide 11 - Open vraag

00:50
Frage 3: Welche Sachen macht die Bundeskanzlerin noch mehr?
A
op vakantie met het vliegtuig
B
afspreken met buitenlandse politieke leiders
C
ze zijn vaak piloot

Slide 12 - Quizvraag

De huidige Bundeskanzlerin zit al 16 jaar op haar plek. Hoe heet zij?
A
Angela Braun
B
Agatha Brau
C
Angela Merkel
D
Agatha Merkel

Slide 13 - Quizvraag

Angela Merkel wordt ook wel
Mutti Merkel genoemd,
wat bekent "Mutti" ?

Slide 14 - Open vraag

NEUE KONTAKTE
Das Familienquiz
Seite 30: Übung 1

Slide 15 - Tekstslide

Wörter Seite 60

Slide 16 - Tekstslide

NEUE KONTAKTE:
Mache Übung 2 bis 5
(benutze Lernliste Seite 60)
Jetzt:

Slide 17 - Tekstslide

Was wisst ihr jetzt noch?

Slide 18 - Tekstslide

Der Bruder meines Vater ist...
A
meine Mutter
B
meinen Onkel
C
meinte Tante
D
die Geschwister

Slide 19 - Quizvraag

Was bedeutet "Geschwister"
A
broers en zussen
B
de broers
C
de zussen

Slide 20 - Quizvraag

Wie nennt man die Eltern deinen Eltern?
A
der Onkel
B
die Großeltern
C
die Freunde
D
die Cousins

Slide 21 - Quizvraag

Wie sagt man auf Deutsch: "moeder" ?

Slide 22 - Open vraag

Was bedeutet "Mädchen" ?
A
sprookje
B
maken
C
meisje
D
mekkeren

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide