In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Heute 20-9: Wort der Woche
Slide 1 - Tekstslide
Was denket ihr: was bedeutet "Bundestagswahl" ?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Om de vier jaar worden in Duitsland verkiezingen gehouden. Naast een nieuw parlement is dit ook het moment dat er een nieuwe “baas” van Duitsland wordt gekozen. De grootste partij levert doorgaans deze persoon. Hoe noemt men die persoon in Duitsland?
A
Ministerpräsident(in)
B
Ministerkanzler(in)
C
Bundespräsident(in)
D
Bundeskanzler(in)
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Video
00:12-00:14
Entscheidungen - beslissingen
Slide 6 - Tekstslide
00:15
Frage 1:
Hoeveel ministers (en specialiteiten) zitten er in het kabinet.
Slide 7 - Tekstslide
00:23-00:25
Umwelt = milieu
Slide 8 - Tekstslide
00:31
Frage 1: Wieviel Minister (und Spezialgebiete) gibt es?
Slide 9 - Open vraag
00:41
Frage 2: Was bedeutet das Wort "Gesetze" ?
A
gerechten
B
voorstellen
C
wetten
Slide 10 - Quizvraag
00:42
Frage 3:
Wat doet een Bundeskanzler nog meer?
Slide 11 - Tekstslide
00:51
Frage 4:
Waar praten ze over tijdens dit soort gesprekken?
Slide 12 - Tekstslide
01:02
Frage 4: Worüber sprechen sie zusammen?
Slide 13 - Open vraag
00:50
Frage 3: Welche Sachen macht die Bundeskanzlerin noch mehr?
A
op vakantie met het vliegtuig
B
afspreken met buitenlandse politieke leiders
C
ze zijn vaak piloot
Slide 14 - Quizvraag
De huidige Bundeskanzlerin zit al 16 jaar op haar plek. Hoe heet zij?
A
Angela Braun
B
Agatha Brau
C
Angela Merkel
D
Agatha Merkel
Slide 15 - Quizvraag
Angela Merkel wordt ook wel Mutti Merkel genoemd, wat bekent "Mutti" ?
Slide 16 - Open vraag
NEUE KONTAKTE
Das Familienquiz
Seite 30: Übung 1
Slide 17 - Tekstslide
Wörter Seite 60
Slide 18 - Tekstslide
NEUE KONTAKTE:
Mache Übung 2 bis 4
(benutze Lernliste Seite 60)
Jetzt:
Slide 19 - Tekstslide
Was wisst ihr jetzt ?
Slide 20 - Tekstslide
Der Bruder meines Vater ist...
A
meine Mutter
B
meinen Onkel
C
meinte Tante
D
die Geschwister
Slide 21 - Quizvraag
Was bedeutet "Geschwister"
A
broers en zussen
B
de broers
C
de zussen
Slide 22 - Quizvraag
Wie nennt man die Eltern deinen Eltern?
A
der Onkel
B
die Großeltern
C
die Freunde
D
die Cousins
Slide 23 - Quizvraag
Wie sagt man auf Deutsch: "moeder" ?
Slide 24 - Open vraag
Was bedeutet "Mädchen" ?
A
sprookje
B
maken
C
meisje
D
mekkeren
Slide 25 - Quizvraag
Hausaufgaben voor morgen
afmaken tm oefening 4
doornemen woordjes Seite 60 - üben mit Slim Stampen