In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Syndromen binnen de GHZ
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Na deze les weet je wat het begrip ''syndroom'' inhoud
Na deze les heb je je verdiept binnen drie vormen van syndromen
Na deze les ken je de mogelijke oorzaken van de drie syndromen
Na deze les kan je van elk syndroom 3 belangrijke kenmerken benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Welke syndromen ken je al?
Slide 3 - Woordweb
Definitie van een syndroom
Een syndroom is een complex van verschijnselen dat vaak in eenzelfde combinatie voorkomt en meestal als een ziekte‑eenheid wordt beschouwd, een complex of verzameling van symptomen die bij een aandoening horen.
Vaak hebben mensen met meervoudige en chronische gezondheidsproblemen een intensieve of complexe zorgbehoefte
Kortom: een syndroom is een ziektebeeld: een verzameling van verschijnselen die vaker in dezelfde combinatie optreedt,
Slide 4 - Tekstslide
Er zijn tallen vormen van syndromen.....
Syndroom van RETT
Syndroom van Down
Fragiele X syndroom
Prader Willi syndroom
Angelman syndroom
Cri-du-chat
Foetaal alcohol syndroom
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
syndroom van RETT
Syndroom van Down
Fragiele X syndroom
Prader willi syndroom
Angelman Syndroom
cri du chat syndrome
Foetaal alcohol syndroom
Slide 7 - Tekstslide
Syndromen van deze les
Syndroom van Down
Prader Willi Syndroom
Foetaal Alcohol syndroom
Waarom? Verschil in ontstaan!
Slide 8 - Tekstslide
Syndroom van Down?
Slide 9 - Woordweb
HET SYNDROOM VAN DOWN
Trisomie 21
Chromosomen: allerlei eigenschappen die je van je ouders hebt gekregen.
Iedereen hoort 46 chromosomen te hebben.
Mensen met het syndroom van Down hebben 47 chromosomen. Het extra chromosoom zorgt ervoor dat die mensen zich lichamelijk en verstandelijk anders ontwikkelen.
Chromosoomafwijking!
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Uiterlijke kenmerken syndroom van Down
Tragere ontwikkeling
Plat achterhoofd (kleiner schedel)
Rond gezicht
Afwijkende stand van de ogen en oren
Meer huidplooien (ogen en polsen)
Kortere lengte
Grotere tong in combinatie met een kleinere mond
Slide 12 - Tekstslide
Wat is een uiterlijke kenmerk van het syndroom van down?
A
Veel haar
B
Ondergewicht
C
Lange vingers en tenen
D
Een grote tong
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
Medische problematiek
Aangeboren hartafwijkikng (50%)
Vermindere weerstand
Afwijkend gebit
Verouderingsproces versneld
Zicht en gehoorproblemen
Spierslapte: slechtere motoriek en spraak
Luchtwegproblemen
Bijkomende problemen: epilepsie, diabetes en schildklier
Slide 15 - Tekstslide
Onderzoek naar Syndroom van Down
Tijdens de zwangerschap kan met de NIPT geschat worden wat de kans op een kind met Downsyndroom ongeveer is.
Bij een verhoogde kans, kan met prenataal onderzoek (vruchtwaterpunctie) worden vastgesteld of het kind Downsyndroom heeft.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
De NIPT-test kan het syndroom van Down opsporen, wat vinden jullie hier van?
Slide 18 - Woordweb
Bij 96% van de mensen met het downsyndroom zorgt een fout tijdens de celdeling voor het extra chromosoom.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
De kans op Down neemt toe naarmate de moeder ouder is....
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Prader-willi syndroom
Slide 21 - Tekstslide
Wat is het Prader-Willi syndroom?
Een zeldzame aandoening waarmee je kind geboren wordt.
Het syndroom leidt meestal tot een tragere ontwikkeling.
Ook kan je kind allerlei klachten krijgen, zoals slappe spieren en ernstige honger. (geen verzadiging)
Slide 22 - Tekstslide
Oorzaak van het Parder Willi Syndroom
De oorzaak is het ontbreken van een klein stukje erfelijke informatie op chromosoom 15.
PWS gaat doorgaans gepaard met een ongeremde eetlust, hormoontekorten, verminderde spiermassa en een ontwikkelingsachterstand.
Slide 23 - Tekstslide
Symptomen op jonge leeftijd
De eerste kenmerken van PWS zijn meestal snel na de geboorte te zien:
Slappe spieren
Weinig bewegen
Moeite met drinken
Veel slapen en ’s nachts niet wakker worden
Niet of zwak huilen
Laat leren lopen, staan en praten
Laag gewicht bij de geboorte
Slide 24 - Tekstslide
Symptomen op latere leeftijd
Altijd honger en vaak ook overgewicht (metabolisme, de stofwisseling, bij mensen met PWS islager)
Platvoeten en naar binnen gedraaide enkels
Moeite met leren en praten
Tijdens het slapen soms even stoppen met ademen: apneu
Gedrag met kenmerken van ASS
Verhoogde kans op scoliose
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Van welke chromosoom komt het stukje erfelijk materiaal niet tot uiting?
timer
1:00
A
Chromosoom 13
B
Chromosoom 18
C
Chromosoom 15
D
Chromosoom 16
Slide 27 - Quizvraag
Welke uiterlijke kenmerken komen NIET voor bij mensen met dit syndroom?
timer
1:00
A
Amandelvormige ogen
B
Ze zijn kleiner dan gemiddeld
C
Omlaag krullende mondhoeken
D
Groot voorhoofd
Slide 28 - Quizvraag
Behandeling
Niet te genezen
Toedienen stresshormoon door bijnierinsufficiëntie: Kinderen met PWS maken zelf vaak onvoldoende stresshormoon aan.
Tekort van schildklierhormoon aanvullen: tragere stofwisseling
Groeihormoon (ontwikkeling van spierweefsel)
Dieet (voorkomen overgewicht door onverzadigdheid)
Scoliose
Fysiotherapeut
Slide 29 - Tekstslide
Foetaal alcoholsyndroom (FAS)
Slide 30 - Tekstslide
Waar moet je aan denken bij het Foetaal alcoholsyndroom?
Slide 31 - Woordweb
Defenitie van FAS
Foetaal alcohol syndroom (FAS) is een hersenaandoening die ontstaat door alcohol tijdens de zwangerschap.
.
Hierdoor kan je kind allerlei problemen krijgen, zoals problemen met groeien, bewegen en het gedrag
Slide 32 - Tekstslide
Foetaal alcoholsyndroom (FAS)
Moeilijke te herkennen syndroom.
Ontstaan voor de geboorte door overmatig alcohol
Niet altijd een verstandelijke beperking tot gevolg.
Mate van beschadiging en functiestoornissen hangt af van de hoeveelheid drank, tijdstip van inname en individuele aanleg van moeder en kind.
Slide 33 - Tekstslide
Kenmerken FAS
Microcefalie: Klein hoofd
Ver uit elkaar staande ogen
Platte neusbrug
Kleine wipneus
Smalle bovenlip
kleine terugwijkende kin
Kleine schuinstaande laag op de hoofd staande oren
Geen geultje tussen neus en bovenlip
Kleine misvormde handen, vingers , armen en tenen.
Groeistoornis (Klein voor hun leeftijd)
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Video
Kenmerken van FAS
Verstandelijke kenmerken:
Concentratieproblemen
Slechte geheugen
Een verstandelijke beperking is mogelijk, maar ook 'alleen maar' leerproblemen komt voor
Overige kenmerken:
Impulsief
Open en lief karakter, ook naïef
Gemakkelijk beïnvloedbaar
Weinig inzicht in de gevolgen van hun handelen
Handelen is soms gewetenloos
(licht) Hyperactief
Slide 36 - Tekstslide
Wat is geen kenmerk van FAS?
A
Grotere tong
B
groeistoornis
C
Klein hoofd
D
Mogelijk verstandelijke beperking
Slide 37 - Quizvraag
Evalueren
Slide 38 - Tekstslide
Schrijf in eigen woorden wat een syndroom is
Slide 39 - Open vraag
Welke drie syndromen hebben we besproken?
Slide 40 - Woordweb
Benoem de oorzaken en belangrijke kenmerken van de syndromen