Zintuigenstelsel
Het zintuigstelsel informeert het centrale zenuwstelsel over wat er om en in het lichaam gebeurt.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 25
Lesduur is: 100 minOnderdelen in deze les
Het zintuigstelsel informeert het centrale zenuwstelsel over wat er om en in het lichaam gebeurt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 1 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een prikkel is hetzelfde als een impuls, maar dan van buiten het lichaam.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar ligt het reukslijmvlies?
A
De bovenste neusgang tegen de bovenkant van de neusholte.
B
De middelste neusgang tegen de zijkant van de neusholte.
C
De onderste neusgang tegen de onderkant van de neusholte.
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De reukzenuwen zijn puur motorisch / sensorisch van aard.
A
Motorisch
B
Sensorisch
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Achter in je mond- en keelholte liggen smaakzintuigcellen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het smaakgebied bevindt zich in de hersenschors in:
A
De achterhoofdskwab
B
De slaapbeenkwab
C
De voorhoofdskwab
D
De wandbeenkwab
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Zintuiguitloper
Kegelvormig uiteinde
Reukhaartje
Steuncel
Receptor
Geurdeeltje
Reukhaartje
Slide 7 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vormen van slechthorendheid
Conductieve of geleidingsslechthorendheid
Perceptieve of waarnemingsslechthorendheid
Gemengde slechthorendheid
Stoornis in de overdracht (geleiding) én verwerking van geluid
Problemen in het binnen-, buiten- of middenoor
Het geluid niet goed door de hersenen ontvangen
Cellen slakkenhuis of gehoorzenuw zijn beschadigd
Verlies aan gehoorsterkte
Door verstopte gehoorgang, een scheurtje in het trommelvlies, of een middenoorontsteking
Slide 8 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
Cataract of grijze staar
Glaucoom of groene staar
Netvliesloslating
Ectropion
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Reukkolf
Steuncellen
Reukhaartjes
Slijmkliertje
Reukzintuigcellen
Slijmlaag
Afvoerende zenuwvezels
Zeefbeen
Reukslijmvlies
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de drempelwaarde van een zintuig?
A
De sterkste prikkel die een impuls veroorzaakt
B
De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt
C
Dat is de adequate prikkel
D
Dat is verschillend
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Met welke zintuigcel zie je kleuren?
En waar liggen deze zintuigcellen?
En waar liggen deze zintuigcellen?
A
Kegeltjes - In het hoornvlies
B
Kegeltjes - In het netvlies
C
Staafjes - In het hoornvlies
D
Staafjes - In het netvlies
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies, netvlies, glasachtig lichaam
C
hoornvlies, netvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam
D
netvlies, glasachtig lichaam, pupil, lens, hoornvlies
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Iemand die 'bijziend' is die
A
kan dichtbij niet goed zien, veraf wel.
B
kan veraf niet goed zien, dichtbij wel.
C
ziet dingen die er niet zijn
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
ALS:
Op meerdere plaatsen in het centrale zenuwstelsel wordt gezond zenuwweefsel vervangen door verhard littekenweefsel
Op meerdere plaatsen in het centrale zenuwstelsel wordt gezond zenuwweefsel vervangen door verhard littekenweefsel
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Niet waar, dit is MS
Vormen van slechthorendheid
Conductieve of geleidingsslechthorendheid
Perceptieve of waarnemingsslechthorendheid
Gemengde slechthorendheid
Stoornis in de overdracht (geleiding) én verwerking van geluid
Problemen in het binnen-, buiten- of middenoor
Het geluid niet goed door de hersenen ontvangen
Cellen slakkenhuis of gehoorzenuw zijn beschadigd
Verlies aan gehoorsterkte
Door verstopte gehoorgang, een scheurtje in het trommelvlies, of een middenoorontsteking
Slide 16 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
Cataract of grijze staar
Glaucoom of groene staar
Netvliesloslating
Ectropion
Slide 17 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
NAH is in te delen in twee soorten.
Wat is géén vorm van NAH?
Wat is géén vorm van NAH?
A
traumatisch hersenletsel
B
niet traumatisch hersenletsel
C
hersenletsel vanaf de geboorte
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke vorm van MS hoort er niet bij?
A
Progressieve relapsing MS
B
Primair remitting MS
C
Secundair progressieve MS
D
Primair progressieve MS
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de drempelwaarde van een zintuig?
A
De sterkste prikkel die een impuls veroorzaakt
B
De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt
C
Dat is de adequate prikkel
D
Dat is verschillend
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Met welke zintuigcel zie je kleuren?
En waar liggen deze zintuigcellen?
En waar liggen deze zintuigcellen?
A
Kegeltjes - In het hoornvlies
B
Kegeltjes - In het netvlies
C
Staafjes - In het hoornvlies
D
Staafjes - In het netvlies
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Voorste oogkamer
Harde oogrok
Achterste oogkamer
Oogzenuw
Gele vlek
Netvlies
Vaatvlies
Glasachtig lichaam
Oogspier
Iris
Lens
Hoornvlies
Slide 22 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Om te zien moet er licht in je oog komen. Via welke onderdelen van het oog komt het licht in je oog?
A
hoornvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam, netvlies
B
lens, pupil, hoornvlies, netvlies, glasachtig lichaam
C
hoornvlies, netvlies, pupil, lens, glasachtig lichaam
D
netvlies, glasachtig lichaam, pupil, lens, hoornvlies
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Iemand die 'bijziend' is die
A
kan dichtbij niet goed zien, veraf wel.
B
kan veraf niet goed zien, dichtbij wel.
C
ziet dingen die er niet zijn
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Noem 4 aandachtspunten voor de verzorging van een zv met spierdystrofie
Slide 25 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
