Hfst 5 Warmte en temperatuur

Hfst 5 Warmte en temperatuur
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hfst 5 Warmte en temperatuur

Slide 1 - Tekstslide

Het molecuulmodel
  • Iedere stof bestaat uit moleculen
  • Tussen de moleculen zit ruimte
  • De moleculen bewegen altijd
  • De moleculen trekken elkaar aan

Slide 2 - Tekstslide

Molecuulmodel
Ken je de 3 belangrijkste eigenschappen van het molecuulmodel? Daarmee kun je de macroscopische eigenschappen op microscopisch niveau verklaren.

Slide 3 - Tekstslide

Het molecuulmodel
  • De moleculen bewegen, dus ze hebben bewegingsenergie.
  • Dit heet ook wel: kinetische energie
  • De kinetische energie van de moleculen = de temperatuur

Slide 4 - Tekstslide

Fase, faseovergang en deeltjesmodel.
rijpen
Vervluchtigen

Slide 5 - Tekstslide

temperatuurschaal
  • celsius schaal
    smeltpunt van ijs: 0° C 
    kookpunt van water: 100 ° C

  • kelvin schaal: zelfde stapgrootte
    0 K is absolute nultpunt:
    -273.15 °C

Slide 6 - Tekstslide

Manieren warmtetransport.
Straling                       geleiding                                  stroming

Slide 7 - Tekstslide

3 soorten warmtetransport

Slide 8 - Tekstslide

Chemische energie
Chemische energie is dus de energie die in brandstoffen zit en dat vrijkomt bij verbranding. Zie BINAS 28 B.
Voor vloeistoffen en gassen:

Voor vaste stoffen:

r is de stookwaarde per volume of massa...
Ech=rvV
Ech=rmm

Slide 9 - Tekstslide

Debiet
Debiet (Q) is de hoeveelheid vloeistof/gas die door een leiding stroomt per seconde.

Let op! Het symbool voor warmte en debiet is hetzelfde, maar het betekent totaal iets anders!






Slide 10 - Tekstslide

Debiet
Stel we vullen een zwembad met een tuinslang. 

Het volume water dat per tijdseenheid uit de slang komt noemen het debiet. Debiet wordt bijvoorbeeld gemeten in m³/s of L/s. De formule voor debiet is

                                               of


waarin:
 = debiet (m³/s)
ΔV = volume (m³)
Δt  = tijdsduur (s)

Het debiet kun je ook uitrekenen met de stroomsnelheid. Want, debiet is het volume (Δ) wat gedurende een bepaalde tijd (Δt) doorstroomt.






De doorsnede (A) van een buis is


En het volume dat per seconde stroomt is dan


met v = stroomsnelheid in (m/s)
Q=ΔtΔV
A=πr2
Q=A.v
Q=A.v

Q   = debiet (m³/s)
A = doorsnede (m2
v = stroomsnelheid (m/s)

Slide 11 - Tekstslide

Warmtestroom
Hoeveelheid warmte die per seconde ergens door heen stroomt.

Slide 12 - Tekstslide

Warmtestroom
Warmtestroom door een glazen ruit

 

Hoe groter de oppervlakte, hoe meer warmte er doorheen kan
Hoe groter de dikte, hoe moeilijker dat wordt
Hoe groter het temperatuurverschil, hoe meer stroming ontstaat



P=tQ
P=dAΔTλ
[λ]=m2KWm=mKW
warmtegeleidingscoëfficiënt = thermische geleidbaarheid

Slide 13 - Tekstslide

Rekenen met warmtestroom




Warmtestroom (Q)                                     Watt (W)

Warmtegeleidingscoefficient (λ)        Watt per meter per Kelvin ((W/m)/K)

Oppervlakte (m)                                           Vierkante meters (m2)

Temperatuursverandering 
Temperatuurverschil* (ΔT)                     Kelvin (K) of graden Celsius (ºC)             *tussen beide zijden van het materiaal

Dikte van het materiaal (d)                      Meter (m)



P=λAdΔT

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer welke formule?
Als de temperatuur van een stof toe- of afneemt:



Als warmte door een oppervlak stroomt:
P=λAdΔT
Q=cmΔT
Q=cρVΔT

Slide 15 - Tekstslide

Soortelijke warmte
 
  • De formule voor de soortelijke warmte is:

Slide 16 - Tekstslide

Hoe werkt een warmtepomp?

Energie ("warmte") stroomt altijd van hoge temperatuur naar lage.

Maar hoe kun je dan koude buitenlucht gebruiken om je huis te verwarmen?? 

Uitleg in de volgende video!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Rendement
Het rendement geeft aan hoeveel procent nuttig gebruikt wordt. 

Slide 19 - Tekstslide

Rendement berekenen
η=EtotaalEnuttig100
η=PtotaalPnuttig100
%
%

Slide 20 - Tekstslide