4havo - Les 6 - 5.2 Transport van warmte

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je bij je?
4p Boek
5p Laptop
2p Geo
4p Rekenmachine (geen grafische)
2p Pen + potlood + gum
2p Ruitjesschrift of ruitjespapier in de multomap
8p BINAS
                                       Hoeveel punten scoor je?

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel significante cijfers:
1,005 × 10²
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel kelvin is 24 graden Celsius?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de eenheid van warmte?
A
kelvin
B
joule
C
graden Celsius
D
centimeter

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een eigenschap van de aantrekking tussen moleculen volgens het molecuulmodel?
A
De moleculen veranderen van vorm
B
De moleculen trekken elkaar aan
C
De moleculen worden groter
D
De moleculen stoten elkaar af

Slide 6 - Quizvraag

Wat bevindt zich tussen de moleculen volgens het molecuulmodel?
A
Ruimte
B
Andere moleculen
C
Protonen
D
Elektronenwolk

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
Je kunt de drie vormen van warmtetransport
herkennen en uitleggen.

Je kunt voorbeelden geven van stoffen die 
goed/slecht geleiden en goed/slecht warmte-
straling absorberen/reflecteren.

Je kunt voorbeelden geven van isolatiematerialen.

Je kunt berekeningen maken met chemische energie, debiet en warmtestroom.

Slide 8 - Tekstslide

Warmte(stroom)
Warmte stroomt altijd vanzelf van de hoge temperatuur
naar de lage temperatuur.
Er is energie nodig om warmte terug te brengen.


Slide 9 - Tekstslide

Warmtetransport
Warmte kan zich op drie manieren 
verplaatsen:
  • Warmtegeleiding
  • Warmtestroming
  • Warmtestraling

Groot temperatuurverschil ∆𝑇 → veel warmtetransport

Slide 10 - Tekstslide

Warmtegeleiding
Warmte wordt in het materiaal doorgegeven.
De moleculen stoten tegen hun buren waardoor deze meer energie krijgen.





Slide 11 - Tekstslide

Warmtegeleiding



Goede geleiders: Metalen (geleidingselektronen)
Slechte geleiders: Lucht, kurk, rubber, textiel

Thermische geleidbaarheid / warmtegeleidingscoëfficiënt zegt hoe goed een stof geleidt (Zie BINAS tabel 8 t/m 12)

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de warmtegeleidingscoëfficiënt van aluminium? Waar heb je die gevonden?

Slide 13 - Open vraag

Warmtestroming
Warme en koude lucht/gas verplaatst zich en neemt de warmte mee.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Warmtestraling
Voorwerpen stralen warmte uit in de vorm van elektromagnetische golven (infrarood).

Geen medium nodig.

Slide 16 - Tekstslide

Waar vindt warmtegeleiding en
warmtestroming plaats?

Slide 17 - Open vraag

Warmte maken
Door een brandstof te verbranden komt er warmte vrij. 
Er wordt chemische energie omgezet in warmte.

Hoeveel warmte er vrij komt kun je uitrekenen met de stookwaarde. 
In BINAS tabel 28B staan stookwaarden.


Slide 18 - Tekstslide

Chemische energie 

Slide 19 - Tekstslide

Debiet
Debiet (Q) is de hoeveelheid vloeistof/gas die door een leiding stroomt per seconde.

Let op! Het symbool voor warmte en debiet is hetzelfde, maar het betekent totaal iets anders!






Slide 20 - Tekstslide

Debiet

Slide 21 - Tekstslide

Warmtestroom
Hoeveelheid warmte die per seconde ergens door heen stroomt.

Slide 22 - Tekstslide

Bereken hoeveel warmte er vrij komt bij de verbranding van 10 m³ Gronings aardgas.

Slide 23 - Open vraag

Isolatie
Om de warmtestroom door de muur 
in huis te beperken, maak je gebruik 
van isolatiematerialen.

Om te warmtestroom door het raam
in huis te beperken, maak je gebruik 
van dubbelglas, tripelglas of hr+++-glas

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 25 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 26 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 27 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 28 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 29 - Open vraag