4.4 Kerk en staat en 4.5 Christelijk Europa en de buitenwereld

H4 Tijd van steden en staten 


4.4 Kerk en staat
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4 Tijd van steden en staten 


4.4 Kerk en staat

Slide 1 - Tekstslide

Even een oefenvraag over de vorige paragrafen

Slide 2 - Tekstslide

Bron 45 Boerenwerk  bij Carcasonne, Frankrijk
Bron 46 De goudweger en zijn vrouw

Slide 3 - Tekstslide

Gebruik bronnen 45 en 46.
3 De afbeeldingen passen elk bij een onderdeel
van een kenmerkend aspect van de tijd van steden
en staten. Leg dit uit met bronelementen.
timer
3:00

Slide 4 - Open vraag

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe de wereldlijke en de geestelijke macht met elkaar in conflict komen en hoe dit conflict verloopt
KA
het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben

Slide 5 - Tekstslide

Tweezwaardenleer

Slide 6 - Tekstslide

Investituur
Om de macht te vergroten, benoemden Duitse keizers vanaf de 10e eeuw bisschoppen als vazal

voordelen:

Trouwer aan de keizer dan aan de paus 
geen gevaar van erfzonen (vanwege het celibaat)

Ook de paus werd door edelen en keizers benoemd

Slide 7 - Tekstslide

De paus is not amused.....
  • Bisschoppen benoemd door de keizer: ontstaat strijd tussen Gregorius VII en Duitse keizer Hendrik IV over benoeming geestelijken
  • Tweezwaardenleer  
Probleem? Waar ligt het primaat? (hoogste gezag)

Hendrik wordt door de paus in de ban gedaan: excommunicatie, iemand wordt uit de kerk gezet


Slide 8 - Tekstslide

De schenking van Constantijn
In de loop van de eeuwen na het overlijden van Constantijn ontstonden er verschillende legendes over diens leven. Dat Constantijn zich vlak voor zijn dood had laten dopen door een Ariaanse priester zat de christenen dwars. Daardoor ontwikkelde zich een mooie legende rondom zijn doop.
Constantijn zou op jonge leeftijd door lepra zijn overvallen. In een nachtelijk visioen verwezen de apostelen Petrus en Paulus hem voor genezing naar de toenmalige paus Silvester I (?-335). De volgende dag genas Silvester Constantijn met gebeden en onderdompeling in doopwater. Constantijn raakte hierdoor overtuigd van het christendom en liet zich ter plekke dopen door Silvester.
Het einde van de legende is essentieel: als dank voor genezing en doping zou Constantijn vervolgens verschillende kostbaarheden hebben geschonken aan Silvester.
Een van de belangrijkste kostbaarheden was zijn keizerlijke frygium. Met het afstaan van deze wereldlijke kroon aan Silvester, gaf hij in feite de keizerlijke, wereldlijke macht aan de paus. Deze schenking wordt de Donatio Constantini (de schenking van Constantijn) genoemd. Er bestond zelfs een document waarin deze schenking van de wereldlijke macht aan de paus was vastgelegd. Het geloof in de legende bleef sterk, ondanks het bewijs dat het document toch echt een vervalsing was. Pausen wendden deze oorkonde maar al te graag aan om hun macht te bestendigen. Vroegmiddeleeuwse keizers en pausen waren namelijk geregeld in strijd met elkaar. Wie was er nu de baas over wie? Keizers, aangezien zij de heersers waren over het Heilige Roomse Rijk en diens volk? Of pausen, omdat zij heersten over de West-Europese kerk?

Slide 9 - Tekstslide

Er volgt een investituurstrijd
1059: kardinalen kiezen de paus
Paus Gregorius: 
1075: alleen de paus mag bisschoppen benoemen.

Duitse keizers en koningen: 
wij willen dat ook zelf doen

Duitse keizer is zijn macht over de bisschoppen dus kwijt....

Slide 10 - Tekstslide

Voorlopig einde investituurstrijd:
1122: bisschoppen ontvangen van
1.  de paus: geestelijke macht
2. de keizer: wereldlijke macht
Uiteindelijk wint de paus in 1122.
De bisschoppen mogen vazallen worden van de Duitse keizer, maar alleen de paus mag de bisschoppen benoemen.

Gevolg voor de Duitse keizers:
verbrokkeling Duitse Rijk (geen staatsvorming)

Slide 11 - Tekstslide

Paus en de Franse koning
Ook de Franse koning Filips de Schone kreeg ruzie met de paus over macht en geld. De paus wordt gevangen genomen en sterft.
De Franse koningen werden na dit conflict met rust gelaten door de paus.

Slide 12 - Tekstslide


De inquisitie
  • In concilies besloten bisschoppen en de paus wat de enige ware christelijke geloofsleer was.
  • Alle andere christelijke geloven waren ketters en moest worden vernietigd.
  • De inquisitie was een speciale kerkelijke rechtbank om ketterij uit te roeien.
  • Maar de macht werd beperkt omdat de wereldlijke macht de straffen moest uitvoeren.

Slide 13 - Tekstslide

Extra:
Bijgeloof



  • Er gebeurden veel dingen om hen heen die zie niet begrepen: natuurrampen, hongersnoden, ziektes en overlijden.
  • De mensen vroegen hulp aan de kerk, maar die kon hen niet altijd helpen
  • Daarom waren de mensen erg bijgelovig: ze probeerden met witte magie ervoor te zorgen dat dingen toch goed gingen.

Slide 14 - Tekstslide


Heksen
  • Dingen die misgingen waren vaak de schuld van mensen die zich bezighielden met zwarte magie.
  • Zondebokken werden vaak gevonden in mensen die andere gewoonten hebben.
  • Zo werden sommige vrouwen (én mannen) van hekserij beschuldigd.

Slide 15 - Tekstslide


Vervolging van heksen
  • Om heksen te 'ontmaskeren' werden de meest vreselijke ondervragingen en proeven gebruikt.
  • Zo werden heksen gewogen of in het water gegooid om te kijken of ze te licht waren (en dus bleven drijven).
  • Heksen werden verbrand om er zeker van te zijn dat de duivel werd uitgedreven.
Vermoedelijk zijn er in Europa ongeveer tussen 1450 en 1650 ongeveer 60.000 mannen en vrouwen als 'heks' terechtgesteld. Opvallend is dat de heksenvervolging eigenlijk pas aan het einde van de Middeleeuwen plaatsvond.

Slide 16 - Tekstslide


Joden

  • In de Middeleeuwen waren joden vaak de zondebok.
  • Joden moesten vaak in andere delen van de stad wonen (getto's), mochten geen eigen grond bezitten en ze mochten geen lid zijn van een gilde.
  • Daarom hadden ze vaak beroepen als: handelaar, bankier of juwelier.
  • Soms waren Joden verplicht een herkenningsteken te dragen.
Als er in een middeleeuwse stad de pest uitbrak of er was een misdrijf gepleegd, dan werden de Joden vaak als schuldigen aangewezen. Het gevolg was een pogrom: een uitbarsting van Jodenhaat. De huizen van de Joden werden geplunderd en vernield. De Joden zelf werden mishandeld.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

H4 De tijd van steden en staten


4.5 Christelijk Europa en de buitenwereld

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen en herkennen wat de oorzaken en gevolgen van de Kruistochten zijn.
KA
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten

Slide 20 - Tekstslide


Contact tussen christenen en moslims



  • Het contact is meestal vreedzaam: handel
  • Dit verandert als de Turken Jeruzalem veroveren en de Heilige Grafkerk verwoesten 

Slide 21 - Tekstslide


Problemen in het Byzantijnse Rijk



  • De keizer van het Byzantijnse Rijk voelt zich bedreigd.
  • De Turken hebben Jeruzalem in hun macht en zijn dicht bij zijn Rijk.
  • De keizer vraagt de paus om hulp.

Slide 22 - Tekstslide


Een Heilige Oorlog


  • In 1095 roept paus Urbanus II op tot een heilige oorlog, een kruistocht.
  • Doel 1: Bevrijden van het Heilig Land Palestina van de moslims
  • Doel 2: Terugdringen van de Turkse invallen in het Byzantijnse rijk

Slide 23 - Tekstslide

Paus Urbanus:

Slide 24 - Tekstslide


Waarom zou je meevechten?

  • de Heilige stad bevrijden.
  • Hun zonden konden vergeven worden door de kruistocht, dus als aflaat.
  • Een avontuur waar je rijk van kon worden en grond innemen.
  • Ridders kunnen eigen koninkrijken stichten

Slide 25 - Tekstslide

Op dit kaartje van Jeruzalem zie je hoe de drie godsdiensten naast elkaar leven, in redelijke vrede.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide


Jeruzalem heroverd
1099



  • Jeruzalem wordt door de kruisridders heroverd op de moslims.
  • In Jeruzalem slachtten de kruisvaarders de moslims af, bijzonder aangezien christenen, joden en moslims daar juist vreedzaam naast elkaar leven.

Slide 28 - Tekstslide


Saladin vecht terug

  • De Arabieren, die Jeruzalem ook als een Heilige stad zien, vechten terug.
  • De bekendste strijd is die tussen Richard Leeuwenhart & Saladin.
  • Maar ook bij andere steden en langs de route vindt veel geweld plaats.
  • De eerste Kruistocht was nog enigszins succesvol, de latere (2e t/m de 9e) niet meer.

Slide 29 - Tekstslide


Gevolgen

  • Ontstaan van Kruisvaardersstaten (zoals het Koninkrijk Jeruzalem)
  • Toename handel tussen Europa (Italië) en het Midden-Oosten.
  • Kennis over de Arabische cultuur en wetenschap (cijfers) in Europa neemt toe

Slide 30 - Tekstslide

Andere voorbeelden van christelijke expansie (uitbreiding)
1. Oost-Europa werd christelijk, door boeren die verder trokken op zoek naar landbouwgrond en veroveringen van Duitse edelen.
2. De reconquista: in 1492 wordt Spanje veroverd op de Moren

Slide 31 - Tekstslide

Samenvattend...

Slide 32 - Tekstslide

Oorzaken kruistochten:

1. De heilige grafkerk werd vernietigd.

2. Christelijke pelgrims werden aangevallen en waren niet meer welkom in Jeruzalem.
3. Het Byzantijnse Rijk werd aangevallen door moslims --> de keizer vraagt paus Urbanus II om hulp --> Oproep kruistochten. 

Slide 33 - Tekstslide

Gevolgen kruistochten:
  1. Er werden kruisvaardersstaten gesticht in het veroverde gebied.
  2. Europa krijgt veel nieuwe kennis uit de Arabische wereld. Over bv. ziektes, routekaarten, wiskunde.
  3. Meer handel tussen Europa en het Midden-Oosten in specerijen en zijde.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video