NN6 H3 - Spelling ww H1

Welkom H3E! 
Ga alvast zitten en pak je spullen erbij.
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek
  • agenda
  • etui
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom H3E! 
Ga alvast zitten en pak je spullen erbij.
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • leesboek
  • agenda
  • etui

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom H3F! 
Ga alvast zitten en pak je spullen erbij.
  • Nieuw Nederlands + schrift
  • agenda
  • etui

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Werkwoordspelling H1

Aan het eind van de les:
  • weet je hoe je trema's, apostrofs, accenten en cedilles kunt gebruiken;
  • weet je de regels van alle werkwoordsvormen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk H3E
Woensdag 24 januari:
  • Spelling ww H1: opdr. 9, 10 en 12


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk H3E
Dinsdag 23 januari:
  • Spelling ww H1: opdr. 9, 10 en 12


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik je een trema?
Begin je antwoord met: Je gebruikt een trema in een samenstelling als ...

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is met een trema
(plaats alleen een woord met trema):
aorta - beinvloeden - dieten

Slide 9 - Open vraag

beïnvloeden, diëten 
Trema
  • om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken: kopiëren (maar: gekopieerd), creëren, beëindigen
  • in sommige leenwoorden: fröbelen, conciërge

Let op: in samenstellingen geen trema, maar een koppelteken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Apostrof
  • als weglatingsteken: 's nachts, 's morgens, Lars' scooter
  • om uitspraakproblemen te voorkomen bij: i(k) (h)ou (v)a(n) y(s)   baby's, Hanna's, accu's
  • in verkleinwoorden en meervouden van cijfer- en letterwoorden: A4'tje, pc's, dvd'tje
  • in verkleinwoorden op-y, voorafgegaan door een medeklinker: baby'tje

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

accent grave
A
décolleté
B
crèche
C
enquête

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het accent op het volgende woord: decolleté
A
accent grave
B
accent circonflexe
C
accent aigu

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het accent op het volgende woord: crêpe
A
accent grave
B
accent circonflexe
C
accent aigu

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Accenten
  • accent aigu: logé, soirée, café
  • accent grave: barrière, crèche, fin de siècle
  • accent circonflexe: enquête, crêpe

om klemtoon aan te geven, accent aigu: dé manier om rijk te worden, een héél mooie auto

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cedille
  • het 'kronkeltje' onder de c: ç
  • zorgt ervoor dat de c als s klinkt voor een a, o of u: Curaçao, garçon
  • in alle andere gevallen klinkt de c als k: caravan, decor

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.

Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    bijvoeglijk naamwoord (zo kort mogelijk)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + -d)
                                           >    gebiedende wijs (ik-vorm)
                                           >    infinitief (hele ww)








 1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van tijd
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht deze les
Maak H1 Spelling ww: opdr. 9, 10 en 12
De eerste tien minuten werk je zelfstandig, daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.

Klaar? 
Lezen in je leesboek
Samenvatting maken van Spelling ww H1
timer
8:30

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk H3E
Woensdag 24 januari:
  • Spelling ww H1: opdr. 9, 10 en 12


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk H3E
Dinsdag 23 januari:
  • Spelling ww H1: opdr. 9, 10 en 12


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies