In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Stijlfiguren
hyperbool, understatement, litotes, eufemisme
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je
stijlfiguren herkennen, begrijpen en gebruiken.
Slide 2 - Tekstslide
Waarom gebruik je stijlfiguren?
Slide 3 - Open vraag
Waarom gebruik je stijlfiguren?
- Stijlfiguren gebruik je om een gevoelswaarde aan je woorden te geven.
- Met stijlfiguren kun je overdrijven, iets afzwakken of een pijnlijke zaak wat verzachten
Slide 4 - Tekstslide
Hyperbool
Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.
Voorbeeld:Hij barst van het geld.
Je bedoelt: Hij is rijk.
Slide 5 - Tekstslide
Hyperbool
Voorbeelden:
- In Nederland regent het 29 van de 30 dagen.
- Je wordt doodgegooid met informatie over corona.
Slide 6 - Tekstslide
Understatement
Als je iets afzwakt, gebruik je een understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.
Voorbeeld: Zij heeft wel een paar centen.
Je bedoelt: ze is rijk.
Slide 7 - Tekstslide
Understatement
Voorbeeld:
- Ik had een twee voor het proefwerk. Ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
Slide 8 - Tekstslide
Litotes
- Een bijzondere vorm van het understatement. Je ontkent het tegenovergestelde.
Bijvoorbeeld:
- Dat vind ik geen verkeerd plan.
- Daar ben ik niet blij mee.
Slide 9 - Tekstslide
Eufemisme
Bij een eufemisme zeg je iets zo dat het minder erg of hard overkomt, maar dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst.
bijvoorbeeld: Onze interieurverzorgster is vandaag niet op haar werk verschenen.
Slide 10 - Tekstslide
Hoe kun je -in verschillende situaties- zeggen dat je naar het toilet gaat?
Slide 11 - Open vraag
Even testen
Welk stijlfiguur herken je in de volgende zinnen?
Slide 12 - Tekstslide
Die film is echt OM JE DOOD TE LACHEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes
Slide 13 - Quizvraag
Het kost EEN PAAR CENTEN, maar dan heb je ook wat.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes
Slide 14 - Quizvraag
De overheid moet de komende jaren AFSLANKEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes
Slide 15 - Quizvraag
Hij heeft GEEN KLAP uitgevoerd voor de proefwerkweek.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes
Slide 16 - Quizvraag
Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes
Slide 17 - Quizvraag
'EEN LEUK KARRETJE', zei Hetty toen ze de Jaguar van Felix zag.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes
Slide 18 - Quizvraag
Mijn tante heeft voor één ochtend in de week een INTERIEURVERZORGSTER.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes
Slide 19 - Quizvraag
'Ik heb EEN KLEIN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.