H1 par. 1.5 Een langdurige strijd

Memo H/V 2
H1. De tijd van ontdekkers en hervormers
par. 1.5 Een langdurige strijd
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Memo H/V 2
H1. De tijd van ontdekkers en hervormers
par. 1.5 Een langdurige strijd

Slide 1 - Tekstslide

Nederlandse Opstand

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen
Hoofdvraag: Hoe verliepen de eerste jaren van de Opstand?
  • Je kunt uitleggen wat voor maatregelen de Hertog van Alva nam.
  • Je kunt beschrijven wie Willem van Oranje was.
  • Je kunt uitleggen waarom de Opstand een grimmige strijd was.
  • Je kunt uitleggen hoe de Nederlanden uit elkaar vielen bij de Unie van Utrecht.
  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

De Opstand begint
  • Hertog van Alva richtte meteen een rechtbank in om de protestanten te straffen.
  • Ook hief hij extra belastingen.
  • Hij pakte de Nederlandse adel aan die niet streng genoeg had opgetreden.

Slide 5 - Tekstslide

De Opstand begint
  • Veel protestanden vluchtten naar het buitenland.
  • Ook Willem van Oranje vluchtte naar zijn landgoed in Duitsland.
  • Hij was een voorstander van godsdienstvrijheid en tegen het centrale bestuur van Filips II.
  • De hertog van Alva pikte vervolgens het hele Nederlandse bezit van Willem van Oranje in.

Slide 6 - Tekstslide

De opstand begint
  • Willem van Oranje kreeg ook ontslag als stadhouder van de Spaanse koning.
  • Vanuit het buitenland begon hij met het voorbereiden van een aanval op de Nederlanden.

Slide 7 - Tekstslide

De opstand begint
Hij kreeg hulp van watergeuzen: vluchtelingen die als een soort van piraten de wateren rond Nederland onveilig maakten.

Slide 8 - Tekstslide

De Opstand begint
  • In 1568 viel het leger van Willem van Oranje vanuit het oosten van de Nederlanden aan.
  • Begin Nederlandse Opstand.
  • Werden verslagen door het Spaanse leger.
  • In 1572 eerste overwinning:
  • Watergeuzen veroverden Den Briel.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De Opstand begint
  • Meer plaatsen in Holland en Zeeland sloten zich bij de Opstand aan.
  • Ook buiten Holland en Zeeland kwamen nu steden in opstand.

Slide 11 - Tekstslide

Grimmige strijd
  • Spanjaarden sloegen hard terug en heroverden in 1572 enkele steden. Ze plunderden en moorden.
  • Uit angst voor wraak gaven veel steden zich zonder strijd over, maar toch werden zij hard gestraft.
  • Overgebleven steden gaven zich niet zo maar meer over.
  • Opstandelingen behaalden ook overwinningen.

Slide 12 - Tekstslide

Grimmige strijd
  • Stedelingen staken de dijken rondom de stad door, zodat het land rondom de stad onder water kwam te staan.
  • Spaanse leger was een huurleger. Kregen zij geen geld, dan vochten ze niet.
  • Plunderingen zorgden voor veel boosheid onder de burgers.

Slide 13 - Tekstslide

De Nederlanden raken verdeeld
  • Ook de opstandelingen gebruikten huurlegers.
  • Om die te kunnen betalen moest er samengewerkt worden.
  • Ook moest er belasting worden geind. 
  • De noordelijke gewesten sloten in 1579 een gezamenlijk verbond tegen de Spaanse koning: Unie van Utrecht. 

Slide 14 - Tekstslide

Unie van Utrecht (1579)
Gewesten Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland, Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel werkten samen tegen de Spaanse koning.

Slide 15 - Tekstslide

De Nederlanden raken verdeeld
De zuidelijke gewesten bleven trouw aan de Spaanse koning.
In 1588 leek de toestand voor de opstandelingen uitzichtloos:
1. In 1584 was Willem van Oranje vermoord.
2. Antwerpen werd in 1585 heroverd door de Spanjaarden.
3. Er waren nog maar een paar gewesten in handen van de Opstandelingen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 18 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag
Wat? Zie whiteboard.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Leer begrippen en jaartallen. Vraag docent. 

Slide 20 - Tekstslide