VOC

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Na deze les weet je wat de VOC is en in welke tijd dit zich afspeelde. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent VOC?
A
Vaders Over Chocolade
B
Verenigde Oost-Indische Compagnie
C
Verre Oosten Compagnie
D
Verenigde Oosten Compagnie

Slide 7 - Quizvraag

Wat is handel?
A
Geld geven zodat iemand anders wat kan kopen.
B
Iets krijgen om daarna weer weg te geven.
C
Iets kopen om het daarna weg te geven.
D
Iets kopen om het daarna voor meer geld te verkopen.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een kolonie?
A
Een ingepikt land door een ander land.
B
Een ander woord voor fabriek.
C
Een bedrijf.
D
Een soort leger.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een compagnie?
A
Een baas van het leger.
B
Een ingepikt land.
C
Een bedrijf.
D
Een baas van het land.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn specerijen?
A
Daar wordt cement van gemaakt.
B
Stukken rots uit de ruimte.
C
Kruiden uit warme landen.
D
Zeelui op een schip.

Slide 12 - Quizvraag

Waar gingen de Nederlanders naartoe om zelf hun specerijen te halen?
A
Naar het Woeste Westen.
B
Naar het Verre Oosten.
C
Naar het Zonnige Zuiden.
D
Naar het Koude Noorden.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

6

Slide 15 - Video

02:26
Waarom gingen de Nederlanders lange en gevaarlijke zeereizen maken?

Slide 16 - Open vraag

02:58
Veel kon misgaan tijdens de reis. Waarom namen ze zoveel risico?

Slide 17 - Open vraag

03:33
Waarom kochten mensen aandelen in de VOC?
A
Omdat ze het hout van de schepen mooi vonden
B
Om een deel van het schip te mogen hebben.
C
Om zeelui te zien werken.
D
Om een stukje van de winst te krijgen.

Slide 18 - Quizvraag

03:33
Wat is een concurrent?
A
Als iemand hetzelfde verkoopt aan mensen.
B
Als iemand dezelfde baas heeft als jij.
C
Een klein beestje dat op een schip leeft.
D
Een groot schip.

Slide 19 - Quizvraag

03:33

Slide 20 - Tekstslide

03:33
Welke talenten heb je nodig om een goede zeeman te worden?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Waar heeft de VOC hun winst voor gebruikt?
A
Huizen bouwen
B
Oorlog
C
Landaanwinning
D
Feesten

Slide 23 - Quizvraag

VOC
  • Eerste megabedrijf van de wereld.
  • Eerste bedrijf waar je aandelen in kon kopen.
  • Verdiende geld om de oorlog tegen de Spanjaarden te winnen.
  • Verdiende geld om Nederland droog te maken.

Slide 24 - Tekstslide

Zou je mee willen op reis met de VOC?

Slide 25 - Open vraag

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 26 - Open vraag