Formatieve toets 'Jong en Oud hfst 1 t/m 4

We hebben vorig jaar filmpjes gezien van het Britse programma 'split or steal' Welk economisch begrip hoort hier bij? schrijf het begrip aan elkaar.
1 / 21
volgende
Slide 1: Open vraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

We hebben vorig jaar filmpjes gezien van het Britse programma 'split or steal' Welk economisch begrip hoort hier bij? schrijf het begrip aan elkaar.

Slide 1 - Open vraag

Wat is de uitkomst in dit voorbeeld?
A
beiden geen korting geven (25;20)
B
Zara geen korting en H&M wel korting (20;30)
C
Zara wel korting en H&M geen korting (35;15)
D
beiden wel korting geven (23;18)

Slide 2 - Quizvraag

Is er sprake van een gevangenendilemma?
A
Nee, want er is geen betere optie beschikbaar
B
Ja: Zara geen korting en H&M wel korting (20;30) is beter
C
Ja: Zara wel korting en H&M geen korting (35;15) is beter
D
Ja: beiden geen korting geven (25;20) is beter

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de dominante strategie van H&M?
A
Wel korting geven, want 30 is meer dan 20 en 18 is meer dan 15
B
Wel korting geven, want 20 is meer dan 15 en 30 is meer dan 18
C
geen korting geven, want 20 is meer dan 15
D
geen korting geven, want 35 is meer dan 25

Slide 4 - Quizvraag

0

Slide 5 - Video

De Babylonische koning stelde de maximale rente vast op:
A
30,23%
B
33%
C
23,33%
D
33,33%

Slide 6 - Quizvraag

Als de Europese Centrale bank uitgaven van consumenten wil stimuleren, dan moeten ze de rente....
A
verhogen
B
verlagen
C
hetzelfde houden

Slide 7 - Quizvraag

Twee stellingen:

1. Als de rente stijgt, wordt er meer geleend.
2. als de rente stijgt, wordt er meer gespaard
A
Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
B
stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist
C
beide stellingen zijn onjuist
D
beide stellingen zijn juist

Slide 8 - Quizvraag

Het stijgen van de prijzen noemen we

Slide 9 - Open vraag

Welk belastingstelsel hebben wij in NL?
A
progressief
B
proportioneel
C
degressief
D
nivelleren

Slide 10 - Quizvraag

ok, een progressief belastingstelsel dus. Dit betekent dat de rijke mensen...
timer
1:00
A
procentueel méér belasting als het inkomen stijgt
B
als het inkomen stijgt

Slide 11 - Quizvraag

De hoogste schijf waarover je belasting moet betalen heet (twee woorden):

Slide 12 - Open vraag

Noem een aftrekpost

Slide 13 - Open vraag

Jaap heeft een belastbaar inkomen van €200.000 per jaar. Gemiddeld betaalt hij 51% aan de belasting. Hij valt met de top van zijn inkomen in de schijf van 60%. Dit is de hoogste schijf. De belastingadviseur wijst Jaap op een aftrekpost van €2.600. Wat heeft deze aftrekpost voor effect op de belasting van Jaap?
A
Die zal dalen met €1.560
B
Die zal dalen met €1.326
C
Die zal stijgen met €1.326
D
Die zal stijgen met €1.560

Slide 14 - Quizvraag

Landeigenaar
Zakenman
Werknemers
Bank of bedrijf
Natuur
Pacht
Arbeid
Loon
Kapitaal
Rente
Huur
Ondernemerschap
Winst

Slide 15 - Sleepvraag

Hoe groot je koopkracht is, hangt naast je inkomen af van:

Slide 16 - Open vraag

Lorenzcurve

Slide 17 - Tekstslide

Door nivellering komt de Lorenzcurve verder van de diagonaal af te liggen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Lorenzcurve: hoeveel % van de inkomsten gaat naar 50% van de bevolking?
A
Ongeveer 10%
B
Ongeveer 50%
C
Ongeveer 90%
D
Ongeveer 60%

Slide 19 - Quizvraag

Bekijk deze Lorenzcurve.

Welke van de drie curves is die van een ontwikkelingsland? A, B of C?
A
Curve A
B
Curve B
C
Curve C

Slide 20 - Quizvraag

Einde

Slide 21 - Tekstslide