In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
25 juni
tekst 14B is geleerd
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Vident hostem gladium stringere et in Manlium deicere, sed Romanum callidum scuto suo scutum hostis percutere et se insinuare inter corpus et scutum Galli. persoonsvorm =?
Slide 6 - Open vraag
Vident hostem gladium stringere et in Manlium deicere, sed Romanum callidum scuto suo scutum hostis percutere et se insinuare inter corpus et scutum Galli. wie vident?
Slide 7 - Open vraag
Vident hostem gladium stringere et in Manlium deicere, sed Romanum callidum scuto suo scutum hostis percutere et se insinuare inter corpus et scutum Galli. na vident volgt in deze zin een?
A
lijdend voorwerp
B
AcI
Slide 8 - Quizvraag
Vident hostem gladium stringere et in Manlium deicere, sed Romanum callidum scuto suo scutum hostis percutere et se insinuare inter corpus et scutum Galli. Vident +AcI: hoeveel infinitivi in de AcI
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 9 - Quizvraag
We beginnen bij de 1e I: vertaal vident stringere
Slide 10 - Open vraag
Wie trekt?
Slide 11 - Open vraag
wat trekt de vijand?
Slide 12 - Open vraag
De 2e I: deicere: wie deicere?: en vertaal
Slide 13 - Open vraag
Wat werpt de vijand
Slide 14 - Open vraag
we houden over: in Manlium: vertaal
Slide 15 - Open vraag
3e I: percutere = treffen Wie treft? en vertaal
Slide 16 - Open vraag
Wat treft de slimme Romein?
Slide 17 - Open vraag
Welke stukjes houden we dan over in: Romanum callidum scuto suo scutum hostis percutere
Slide 18 - Open vraag
De 4e infinitivus: se insinuare: glippen: wie glipt?