4T Geschiedenis - Herhaling De wereld na 1945

4T GESCHIEDENIS
HERHALING 
HISTORISCH OVERZICHT VANAF 1900
DEEL 2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4T GESCHIEDENIS
HERHALING 
HISTORISCH OVERZICHT VANAF 1900
DEEL 2

Slide 1 - Tekstslide

Historisch overzicht vanaf 1900
  • De Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918)
  • Het Interbellum (1918 - 1939)
  • De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)
  • De wereld na 1945: Koude oorlog, internationale samenwerking en nieuwe machtsverhoudingen.

Slide 2 - Tekstslide

De wereld na 1945
Koude oorlog, internationale samenwerking en 
nieuwe machtsverhoudingen

Slide 3 - Tekstslide

1945 - 1989:
De Koude Oorlog
De periode van vijandschap tussen het kapitalistische westen en het communistische oosten waarbij geen grote oorlog ontstond.
  • VS en de SU twee grote winnaars WO2
  • Veel wantrouwen tussen beide landen
  • Twee tegengestelde ideologieën



Slide 4 - Tekstslide

Communisme
Kapitalisme
Partijen komen via verkiezingen aan de macht
Een partij heeft de volledige macht
Een planeconomie met collectivisatie
Een vrijemarkteconomie met particulier bezit
Invloedssfeer van de VS
Invloedssfeer van de SU

Slide 5 - Sleepvraag

Wat was de naam van de grens die Europa verdeelde in een Westblok en een Oostblok?
A
De blokkade van Berlijn
B
De Berlijnse Muur
C
Het IJzeren Gordijn
D
De Atlantikwall

Slide 6 - Quizvraag

Wat was een belangrijk politiek gevolg van de Blokkade van Berlijn voor Duitsland?

Slide 7 - Open vraag

Welke twee militaire bondgenootschappen stonden tijdens de Koude Oorlog tegenover elkaar?

Slide 8 - Open vraag

Groeiende verschillen tussen Oost en West
Hulp voor West-Europa:
  • Marshallplan
  • Containmentpolitiek

Opstanden in Oost-Europa:
  • 1956: Hongaarse Opstand - opstand tegen communistische bestuur neergeslagen
  • 1968: Praagse Lente - meer vrijheden door communistisch bestuur, bestuur vervangen.

Slide 9 - Tekstslide

Welk begrip past bij
deze spotprent?

Slide 10 - Open vraag

Welke belangrijke gebeurtenis
vond plaats in 1962
A
De VS ontwikkelde een atoombom
B
De SU ontwikkelde een atoombom
C
De Berlijnse Muur werd gebouwd
D
De Cubacrisis vond plaats

Slide 11 - Quizvraag

Cubacrisis
Blokkade van Berlijn
Uiteenvallen van de SU

Slide 12 - Sleepvraag

Hervormingen van Gorbatsjov
Binnenlandse politiek:
  • Glasnost (= openheid)
  • Perstrojka (= hervorming)
  • Democratischer bestuur

Buitenlandse politiek:
  • Afspraken maken over ontwapening (VS)
  • 1988: SU biedt geen militaire hulp meer aan landen in het Warschaupact.

Onbedoeld gevolg: uiteenvallen van de SU

Slide 13 - Tekstslide

Wat was het onbedoelde gevolg
de glasnost?
A
Er kwam meer vrijheid van meningsuiting
B
Deelrepublieken SU worden onafhankelijk
C
Burgers mochten kleine bedrijven bezitten
D
Groeiende tekorten en stijgende prijzen

Slide 14 - Quizvraag

Wat was het onbedoelde gevolg
de perestrojka?
A
Er kwam meer vrijheid van meningsuiting
B
Deelrepublieken SU worden onafhankelijk
C
Burgers mochten kleine bedrijven bezitten
D
Groeiende tekorten en stijgende prijzen

Slide 15 - Quizvraag

Welke drie gebeurtenissen die te maken hebben met het einde van de Koude Oorlog vonden plaats in 1989, 1990 en 1991?

Slide 16 - Open vraag

Nederland na 1945
1945 - 1950: Wederopbouw

Jaren '50 + '60: economische groei: stijgende lonen, gastarbeiders, amerikanisering, jongerenculturen, consumptiemaatschappij, verzorgingsstaat.

Jaren '70 + '80: economische crisis: poldermodel

Jaren '90: opkomst populisme

Slide 17 - Tekstslide

Individualisering
Democratisering
Secularisatie
Ontzuiling
Steeds minder mensen zijn gelovig of gaan naar de kerk (ontkerkelijking)
Niet de groep waarbij iemand hoort, maar het individu (de persoon zelf) bepaalt steeds meer wat goed voor hem/ haar is.
De invloed van de zuilen neemt af.
Als mensen meer inspraak krijgen, bijvoorbeeld in het bestuur, een organisatie of gezin.

Slide 18 - Sleepvraag

Wat past het best bij het populisme?
A
Samenwerken met de zittende politici
B
Afzetten tegen de zittende politici

Slide 19 - Quizvraag

Internationale samenwerking
1945: oprichting Verenigde Naties (VN)
  • Doel: zorgen voor vrede en veiligheid
  • Algemene vergadering
  • Veiligheidsraad


Slide 20 - Tekstslide

Waarom kon de Veiligheidsraad van de VN tijdens de Koude Oorlog vaak niet succesvol ingrijpen?

Slide 21 - Open vraag

Europese 
samenwerking
1951: Europese Gemeenschap Kolen en Staal
1957: Europese economische Gemeenschap
1993: Europese Unie

Europese Unie:
  • Europese Commissie (EC)
  • Europees Parlement (EP)
  • Raad van Ministers (RvM)

Slide 22 - Tekstslide

Europese Commissie
Europees parlement
Raad van Ministers
Volksvertegenwoordigers vanuit alle EU-lidstaten. Besluit over Europese wetten en de begroting
Het dagelijkse bestuur van de Europese Unie. Bestaat uit een 27 commissarissen. Doet wetsvoorstellen.
Vergadering waaraan uit elk EU-lidstaat een minister deelneemt, namelijk de minister die verantwoordelijk is voor het te behandelen onderwerp.

Slide 23 - Sleepvraag

De wereld vanaf 1990
Globalisering: landen over de hele wereld raken op politiek, economisch en cultureel gebied steeds sterker met elkaar verbonden.

Pluriforme samenleving/ multiculturele samenleving: samenleving die bestaat uit groepen mensen met verschillende culturen.

Internationale spanningen:
  • Politieke islam: een politieke beweging die wil dat de samenleving wordt bestuurd volgens een bepaalde, strenge uitleg van de islam.
  • Terrorisme:  het gebruik van geweld om mensen angst aan te jagen en zo politiek doelen te bereiken.

Slide 24 - Tekstslide

Noem een voordeel en een nadeel van globalisering.

Slide 25 - Open vraag

Welke belangrijke gebeurtenis is een voorbeeld van terrorisme?

Slide 26 - Open vraag