1. Introductie

Monniken en Ridders: introductie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Monniken en Ridders: introductie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag krijg je een introductie op de vroege middeleeuwen, maar eerst even terug naar de Romeinen...

Slide 2 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk is lastig te verdedigen
Het is te groot...

Slide 3 - Tekstslide

Volksverhuizingen
  • De Hunnen waren gewelddadig en joegen andere volken het Romeinse Rijk in = Volksverhuizingen
  • De stad Rome komt onder druk te staan...

Slide 4 - Tekstslide

395 n.Chr. Opsplitsing van het rijk

Slide 5 - Tekstslide

Het West-Romeinse Rijk
  • taal: Latijn
  • Hoofdstad: Rome
  • vaak strijd om de macht in Rome.
  • eindigt: 476 n.Chr
Het Oost-Romeinse Rijk
  • taal: Grieks
  • hoofdstad: Constantinopel
  • eindigt: 1453 n.Chr. (Byzantijnse Rijk)

Slide 6 - Tekstslide

476 na chr. het einde van het West-Romeinse Rijk

Slide 7 - Tekstslide

Wat hebben de jaartallen 395 en 476 te maken met het Romeinse Rijk?
Kies het juiste antwoord.


A
395: christendom staatsgodsdienst 476: Romeinse rijk in 2 delen gesplitst.
B
395: Romeinse Rijk in 2 delen gesplitst. 476: einde West-Romeinse Rijk
C
395: dood laatste West-Romeinse keizer 476: einde Oost-Romeinse Rijk.
D
395: Romeinse rijk in 2 delen gesplitst. 476: einde Oost-Romeinse rijk

Slide 8 - Quizvraag

Rond het jaar 500:
Eenheid valt weg: er zijn veel kleine volkjes, veel oorlog
Schriftcultuur valt weg: er wordt bijna niets meer opgeschreven
Handelsroutes verdwijnen: het Romeinse leger zorgde voor veiligheid. Grote steden verdwijnen...
Geldeconomie verdwijnt: de ruilhandel komt terug

Slide 9 - Tekstslide

➤Sleep steeds een vinkje naar het goede woord om de zin kloppend te maken. 
Na de val van het Romeinse Rijk werd er veel meer / minder gehandeld in Europa. 
Na de val van het Romeinse Rijk waren er veel / weinig oorlogen in Europa.
Na de val van het Romeinse Rijk ontstaan er veel / nauwelijks steden in Europa.

Slide 10 - Sleepvraag

Wanneer heb je eenheid in een gebied?
• Gebied heeft hetzelfde bestuur
• Gebied heeft dezelfde regels en wetten
• Gebied heeft één soort betaalmiddel
• Je kunt makkelijk door het hele gebied reizen (goed wegennet)

Andere zaken die helpen bij de eenheid in een gebied:
• Dezelfde taal, hetzelfde geloof, dezelfde cultuur

Slide 11 - Tekstslide

Nieuwe eenheid (1)
  • Het Christendom verspreidt zich door Europa.
  • De oude natuurgodsdiensten verdwijnen.
  • De paus is de baas over heel het christendom. Alle gelovigen moeten naar hem luisteren. 
  • Door het christendom blijft er een schriftcultuur bestaan: geestelijken leren schrijven en houden alles bij

Slide 12 - Tekstslide

Willibrord slaagde er in de Friezen te bekeren.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Nieuwe eenheid (2)
  • Tot ongeveer 750 na Christus heel veel kleine koninkrijkjes in Europa 
  • In Frankrijk komt er een familie aan de macht: de Karolingen 
  • Deze familie weet een groter gebied te verenigen 
  • De beroemdste koning uit deze familie is Karel de Grote 

Slide 14 - Tekstslide

Wie is dit?
A
Karel de Kale
B
Karel de Kleine
C
Karel V
D
Karel de Grote

Slide 15 - Quizvraag

uit welke stam komt Karel de Grote?
A
De Moren
B
De Franken
C
De Longobarden
D
De Saksen

Slide 16 - Quizvraag

Welke gebeurtenis wordt gezien als het einde van de Oudheid en het begin van de Middeleeuwen?
A
De Germaanse volksverhuizingen in Europa.
B
De ondergang van het West-Romeinse Rijk.
C
De ondergang van het Oost-Romeinse Rijk.
D
Het begin van de regeerperiode van Karel de Grote.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noemen we de periode van de Monniken en Ridders?

A
de late Middeleeuwen
B
de vroege Middeleeuwen
C
het einde van het Romeinse rijk
D
verspreiding van het christendom

Slide 18 - Quizvraag

Welke uitspraak past bij de Tijd van monniken en ridders?
A
Het was veel veiliger dan in de tijd van het Romeinse Rijk.
B
Na het Romeinse Rijk brak er een strijd uit om de macht. Uiteindelijk werd het Frankische volk het sterkst.
C
Na de val van het West-Romeinse Rijk voerden de Romeinen oorlog met de Franken.
D
De meeste mensen gingen in steden wonen. Daardoor werden de steden groter.

Slide 19 - Quizvraag

Sleep het tijdvak naar de de juiste jaartallen.
tot 3000 v.C.
3000 v.C. - 500
500-1000
1000-1500
De tijd van jagers en boeren.
De tijd van Grieken en Romeinen
De tijd van monniken en ridders
De tijd van steden en staten

Slide 20 - Sleepvraag

1
2
3
Sleep de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Karel de Grote wordt de eerste keizer in de tijd van monniken en ridders.
De Romeinse generaal Julius Caesar veroverd Gallie en benoemt zichzelf tot dictator voor het leven.
In de Griekse leefwereld wordt in Athene de staatsvorm democratie ingevoerd.

Slide 21 - Sleepvraag