Terugblik hun/hen/ze. Nieuwe theorie: als/dan

Terugblik hun/hen/ze

+ nieuwe theorie: als/dan




Ik ben echt veel sterker dan jij!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Terugblik hun/hen/ze

+ nieuwe theorie: als/dan




Ik ben echt veel sterker dan jij!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Ik geef ... les
A
hun
B
hen

Slide 3 - Quizvraag

Ik wil graag met ... mee naar de film.
A
hun
B
hen

Slide 4 - Quizvraag

... hebben vandaag niets gedaan.
A
Hun
B
Zij

Slide 5 - Quizvraag

Hij belt ... iedere week een paar keer op.
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 6 - Quizvraag

Gouden tip

Als je twijfelt tussen ze  en hun (of tussen hen en hun),  dan probeer je ze. Voelt dat goed, dan kun je veilig voor ze  kiezen.

Hun waren te laat thuis / Ze waren te laat thuis.  
Kunnen ze voor je gevoel allebei, kies dan: ZE
Ik heb ze  gisteren niet gezien.
Let op: op de toets moet je wel kunnen kiezen tussen 'hun' en 'hen'.
Deze gouden tip geldt vooral voor spreektaal.

Slide 7 - Tekstslide

Denken -> Je gaat zelfstandig in stilte aan het werk.


Delen -> Klaar? Bespreek de antwoorden in tweetallen. Hoe heb je dat gevonden?  Wat is het juiste antwoord? Hoe leg je dat uit? Bereid je voor op 'uitwisselen'.


Uitwisselen -> De docent geeft straks iedereen een willekeurig opdrachtnummer en dan moet jij uitleggen aan je klasgenoten hoe je het antwoord hebt gevonden. 




Oefen nu zelf: Vlekkeloos Nederlands - blz. 162: opdracht 29a en 29b

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Als of dan?


Als iets hetzelfde is (gelijk)........................................ ALS


Als iets niet hetzelfde is (ongelijk)........................... DAN


Let op: als het woordje 'ZO' in de zin staat ............. ALS
(onthoud: 'net als' of 'zo als')

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ezelsbruggetje: Ik HAAD al die regeltjes in de Nederlandse taal...





Iets is hetzelfde als of anders dan...







tip: vergeet 'zo' niet! (iets is net zo lief als ...)
Denk aan 'zoals'

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Morgen zal ik beter zijn als/ dan zij is.
A
als
B
dan

Slide 14 - Quizvraag

Als je zo zeurt heb ik niet meer zoveel zin als/ dan ik daarvoor had.
A
als
B
dan

Slide 15 - Quizvraag

Vandaag ben ik even slim als/ dan hem/ hij.
A
als en hem
B
als en hij
C
dan en hem
D
dan en hij

Slide 16 - Quizvraag

Kun je even lang fluiten als/ dan ik?
A
als
B
dan

Slide 17 - Quizvraag

Waarom bedenk je altijd betere plannen als/ dan ik?
A
als
B
dan

Slide 18 - Quizvraag

Hun/ zij zijn slimmer als/ dan ons/ wij.
A
hun, dan, wij
B
zij, als, ons
C
zij, dan, wij
D
hun, als, wij

Slide 19 - Quizvraag

Ik denk dat ik gewoon nooit zo goed zal zijn als/ dan meneer.
A
als
B
dan

Slide 20 - Quizvraag

Bedenk eens een beter antwoord als/ dan hem/ hij.
A
als, hem
B
dan, hem
C
als, hij
D
dan, hij

Slide 21 - Quizvraag

Je maakt opdr. 24a en 24b (blz. 158- Vlekkeloos Nederlands)


Denken: Je gaat zelfstandig aan het werk met de opdrachten.

Delen: Je overlegt met je buurman/buurvrouw. Ga na of je beiden kunt uitleggen hoe je tot de antwoorden bent gekomen.

Uitwisselen: Je krijgt een willekeurig opdrachtnummer van de docent om uit te leggen aan je klasgenoten.

Slide 22 - Tekstslide