bs 6.3 samenleven

bs 3 samenleven

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

bs 3 samenleven

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Je kunt de invloed van biotische en abiotische factoren op een populatiegrootte aangeven.

Slide 2 - Tekstslide

begrippen
  • biologisch evenwicht
  • optimumkromme
  • Habitat
  • Niche
  • Symbiose
  • Mutualisme
  • Commensalisme
  • Parasitisme

Slide 3 - Tekstslide

Populatiegroei
Als de biotische en abiotische factoren voor een organisme zo gunstig mogelijk zijn, is er sprake van optimale omstandigheden
De populatie groeit dan
Bij ongunstige omstandigheden wordt de populatie kleiner

Slide 4 - Tekstslide






In veel ecosystemen schommelt de populatiegrootte rond een bepaalde waarde: het biologisch evenwicht

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld: Oostvaardersplassen

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Optimumkromme
  • Optimumkromme is een diagram dat voor één bepaalde abiotische factor aangeeft wat de groei- en voortplantingskansen van een populatie zijn. 
  • Het gebied tussen het minimum en het maximum noem je het tolerantiegebied. 

Slide 8 - Tekstslide

 de verschillen 

ecosysteem: levensgemeenschap + biotoop (bos)

habitat: plaats waar een soort voorkomt (bijv. de bodem)

niche: de plek/rol die een soort inneemt (plaats/tijd/voedsel)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

 Samenleven

Relaties: met soortgenoten

Gaat altijd om voedsel en voortplanten. Hierbij kan competitie (concurrentie) of samenwerking plaatsvinden.

De relaties lopen alleen soepel als er 'afspraken' staan over rangorde (apen), territorium (wolf), staten (bijen).


Slide 12 - Tekstslide

relatie tussen 2 verschillende soorten

Slide 13 - Tekstslide

relaties tussen 2 soorten

Slide 14 - Tekstslide

Mutualisme
Beide soorten hebben voordeel

Slide 15 - Tekstslide

Commensalisme

1 heeft voordeel, 1 neutraal

Slide 16 - Tekstslide

Parasitisme

1 heeft voordeel, 1 heeft nadeel

parasiet leeft in/op een gastheer

Slide 17 - Tekstslide

controlevraag
In een graanveld leeft een populatie muizen
de grootste vijand van deze muizen is een populatie uilen
er heerst een biologisch evenwicht.
Onder de uilen breekt tijdelijke een ziekte uit.
Leg uit wat er achtereenvolgens gebeurt met het graan, de muizen en de uilen totdat het evenwicht weer hersteld is.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

6 juni SO bs 6.1-6.3
huiswerk
maak de opdrachten van bs 6.3

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video