P6: actief lezen

Welkom

Ga lekker zitten.
Pak alvast je leesboek, pen en Nieuw Nederlands erbij.
                                                    Nederlands havo4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Ga lekker zitten.
Pak alvast je leesboek, pen en Nieuw Nederlands erbij.
                                                    Nederlands havo4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesvaardigheid
  • Ik kan onderwerp, inleiding, slot en tekstverbanden benoemen. 

  • Ik kan een tekst lezen volgens een stappenplan.

  • Ik weet wat een infographic is. 

  • Ik kan schematische informatie lezen en relaties leggen met de tekst. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstbegrip
onderwerp, hoofdgedachte, tekstsoorten, tekststructuren, tekstverbanden, signaalwoorden, deelonderwerpen, stappenplan, schematische afbeeldingen, actief lezen, teksten vergelijken.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
  • 2. De functie is extra informatie bij de tekst geven – In de tekst wordt wel gezegd dat er een Schijf van Vijf is, waarin staat uit welke groepen voedingsmiddelen je elke dag moet eten, maar het wordt niet duidelijk welke voedingsmiddelen dat zijn. In de afbeelding worden deze wel genoemd en het onderschrift bij de afbeelding geeft ook aan welke belangrijke voedingsstoffen er in de genoemde voedingsmiddelen zitten.
  • 3. De Schijf van Vijf laat zien uit welke vijf groepen voedingsmiddelen je elke dag moet eten. Het onderschrift geeft aan welke voedingsstoffen er in die groepen voedingsmiddelen zitten (zoals vitaminen, mineralen en eiwitten). De afbeelding over voedingsstoffen geeft aan waarom die voedingsstoffen nodig zijn voor je lichaam: om je energie te geven (brandstoffen), om je botten en spieren sterk te houden (bouwstoffen) en om je lichaam te beschermen (beschermende stoffen).

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
  • 4. De voedingsstoffen die worden gemist zijn brandstoffen, want hij krijgt geen/minder koolhydraten binnen
  • - bouwstoffen, want hij krijgt geen/minder mineralen en eiwitten binnen
  • - beschermende stoffen, want hij krijgt geen/minder vezels en vitamine B-complex binnen
  • 5. De voedingsstof die wordt gemist is vitamine C

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
  • 6. De consequenties voor de gezondheid kunnen zijn dat je last krijgt van verminderde weerstand, gewichtsverlies, vermoeidheid, gewrichtsklachten, slechte wondgenezing en problemen met de opbouw van bindweefsel. Kortom: hij krijgt een zwakker en vermoeider lichaam, waardoor hij sneller ziek kan worden.
  • 7. De overeenkomst is dat ze elk maar onder één voedingsstof vallen.
  • 8. De auteur van de tekst heeft gelijk, want zij zegt dat vezels goed zijn voor je darmen (Bob zegt van niet). Uit de afbeelding over voedingsstoffen blijkt inderdaad dat vezels tot de beschermende voedingsstoffen behoren.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
  • 1. Voedsel is gezond als (zie alinea 3 en 4)
  • 2. Met energiebalans wordt bedoeld dat (zie alinea 4)
  • 3. Schutte bedoelt daarmee (zoek uitdrukking op)
  • 4. De drie oorzaken zijn (let op signaalwoorden van oorzaak/gevolg)
  • 6. We hobbelen achter elk nieuw gezondheidsadvies aan omdat (vat alinea 10 samen)
  • 7. De titel bevat een woordspeling want (2 betekenissen bedenken)
  • 8. Het gebruik van hapklare is ook een woordspeling, omdat (zie 7)
  • 9. Er had niet ook in plaats van gniffelt lacht kunnen staan omdat (toon)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
  • 1.  - Als het de voedingsstoffen bevat die je nodig hebt om te functioneren. (al. 3)
  • - Als het voldoende calorieën bevat (niet te veel en niet te weinig). (al. 4)
  • - Als het veilig is, dus vrij van de listeriabacterie en vrij van bederf. (al. 5)
  • 2.  Er gaat energie je lichaam in (door voeding) en er gaat energie je lichaam uit (door activiteiten). Als je over langere tijd net zoveel energie binnenkrijgt als je verbruikt, dan kom je niet aan. Dat noem je de energiebalans.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
  • 4.  - Kennis ontwikkelt zich (we weten nu meer dan vroeger).
  • - Elke onderzoeker heeft zijn eigen vakgebied: als iets op zíj́n vakgebied goed is, hoeft dat op een ander gebied niet zo te zijn, maar het ‘goede’ nieuws verschijnt wel meteen op een nieuwssite.
  • - Mensen zijn gevoeliger voor ‘geinig’ nieuw onderzoek dan voor verstandige richtlijnen.
  • 6. Bij gezondheidshypes worden bepaalde voedingsmiddelen voorgespiegeld als wondermiddelen. Mensen zijn geneigd in de magische werking van zulke middelen te geloven omdat het de makkelijkste weg is. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
  • 7. In de uitdrukking ‘voer voor verwarring’ wordt ‘voer’ figuurlijk gebruikt en betekent het iets als ‘gebeurtenissen, handelingen, uitingen’ waardoor verwarring ontstaat. Het grappige bij de titel van tekst 2 is dat de verwarring letterlijk door voer (voeding/voedsel) ontstaat.
  • 8. Ja, want ‘hapklare’ betekent hier eigenlijk ‘makkelijk te begrijpen’, maar het gebruik van het woord in combinatie met de Schijf van Vijf (die over voedsel gaat) heeft een grappig effect.
  • 9. Nee, want ‘lacht’ is neutraler. In ‘gniffelt’ zit iets stiekems , waarmee bedoeld wordt dat het een beetje de betekenis van ‘uitlachen’ krijgt.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief lezen
Naast stappenplan meer manieren om een tekst actief te lezen:
  • belangrijke zaken markeren
  • samenvatten in steekwoorden in de kantlijn
  • voorspellen wat er nog gaat komen
  • jezelf vragen stellen
  • mindmap/schema's maken 
  • informatie controleren mbv andere bronnen
  • met een ander spreken over de tekst

--> tekst beter begrijpen en onthouden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleren
  • Antwoord altijd in volledige zinnen.

Waarom vergelijkt de schrijver van tekst 1 de basisbeurs met het leenstelsel?

  •  huidige systeem niet eerlijk
  • omdat het huidige systeem niet eerlijk is
  • Hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleren
  • Neem daarvoor de vraag mee in je antwoord (antwoordstarter)

Waarom vergelijkt de schrijver van tekst 1 de basisbeurs met het leenstelsel?

Hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is.
Hij vergelijkt de basisbeurs met het leenstelsel, omdat hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleren
  • Verwijs nooit naar iets wat niet in je antwoord staat. 

Waarom vergelijkt de schrijver van tekst 1 de basisbeurs met het leenstelsel?

  • Hij vergelijkt deze omdat hij wil laten zien dat het niet eerlijk is.
  • Hij vergelijkt de basisbeurs met het leenstelsel, omdat hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleren
  • Tel de woorden en zet het erachter. De antwoordstarter telt niet mee. 

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik niet meer dan 15 woorden.
  • Hij vergelijkt de basisbeurs met het leenstelsel, omdat hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is. (19w)
  • (Hij vergelijkt de basisbeurs met het leenstelsel), omdat hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is. (12w)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

deze tekst zat in het examen dit jaar, dat kan je ook even benoemen. Ze gingen lezen en Netflix vergelijken en vragen naar wat lezen dan meer te bieden heeft en wat ze beide kunnen bieden.
Opdracht
  • We lezen de tekst deels samen
  • Lees hem zelf verder

  • Wat zijn de overeenkomsten van lezen en Netflix?
  • Wat zijn de verschillen? 
  • Wat doe je zelf liever en waarom?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • Maak zelfstandig of in tweetallen C1, P6: opdr. 2

Klaar? 
  • Lezen in je leesboek
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maandag 10 juni:
  • C1, P6: opdr. 2

Maandag 17 juni:
  • Boekopdracht 4


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies