2 Voelen, Ruiken, Proeven

Voelen, Ruiken, Proeven
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voelen, Ruiken, Proeven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Herhalen vorige week
  • Leerdoelen
  • Voelen, ruiken, proeven
  • Aan de slag
  • Afsluiting/Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Wat ging goed en wat vond je moeilijk?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe de huid, het reuk en het smaakzintuig zorgen voor een waarneming.

  • Ik kan de bouw en de functie van de huid beschrijven.
  • Ik kan benoemen hoe je verschillende geuren ruikt.
  • Ik kan benoemen hoe je verschillende smaken proeft.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma Dinsdag
Verbranden door elektrisch licht
Eten door de blender

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Huid
Opperhuid
Hoornlaag slijt.
--> dode cellen

In de kiemlaag ontstaan nieuwe cellen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huid
Opperhuid
(Haarzakje en talgklier)
Lederhuid
(Zenuwen, Zweetklier, Spier, Bloedvaten)
Onderhuidse bindweefsel
(Vet)



Slide 8 - Tekstslide

De meeste dingen liggen in de lederhuid (bloedvaten, zweetklier, zenuwen, spier)
Behalve de haartjes en talgklieren. Deze zitten in de kiemlaag.
Ruiken
Verschillende soorten geurstoffen.

Verschillende soorten typen reukzintuigcellen.

Past precies op elkaar (Specifiek!)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proeven
Je proeft met je tong, maar ook met behulp van je reukzintuig

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een tong heeft aparte smaakzones.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kennis van Vroeger
Kennis van Nu

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan van impuls
Impuls = een elektrisch signaaltje.
De prikkel moet sterk genoeg zijn om een impuls in gang te zetten. Het moet een drempelwaarde bereiken.
Voorbeeld van een prikkel die niet sterk genoeg is?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impulsfrequentie
Hoe sterker de prikkel, hoe meer impulsen worden doorgegeven
De impulsfrequentie wordt groter.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adequate prikkel/Gewenning
Adequate prikkel = Het type prikkel waarvoor het zintuig specifiek gevoelig voor is.
Voorbeeld?

Gewenning = Als een prikkel langer aanhoudt, worden er minder impulsen gemaakt. Je voelt/ziet/hoort/proeft/ruikt het niet meer (zo goed als eerst).
Voorbeeld?
Wat gebeurt er met de drempelwaarde bij gewenning?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting en Huiswerk
§5.2:  maken opdracht 1 t/m 10
lezen §5.7  en maken opdracht 1 t/m 3





Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem de lagen van de huid.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je iets proeven?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies