§ 5.2 Voelen, Ruiken, Proeven

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voelen, Ruiken, Proeven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag

  • Werkstuk blessures
  • Herhaling § 5.1
  • Lezen: § 5.2
  • Aan de slag
  • Uitleg § 5.2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkstuk blessures
Nog niet tevreden; feedback komt via magister

Nieuw werkstuk - gehoorschade

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN waarneming?
A
Horen
B
Zien
C
Voelen
D
Praten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld met waarnemen?
A
Horen, zien, eten, voelen, ruiken en proeven.
B
Je bewust worden van wat je hoort, ziet, voelt, ruikt en proeft via je zintuigen.
C
Alles wat een kat hoort, ziet, voelt, vindt en ruikt.
D
Geen antwoord is juist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarnemen doe je met je ...
A
zenuwstelsel
B
hersenen
C
zintuigen
D
ogen, oren, neus, tong en huid

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een prikkel is.......
A
informatie uit je omgeving
B
een zenuw

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een impuls?
A
Bestaat niet
B
Elektrisch signaal
C
Prikkel
D
Zenuw

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe de huid, het reuk- en het smaakzintuig zorgen voor een waarneming.

  • Ik kan de bouw en de functie van de huid beschrijven.
  • Ik kan benoemen hoe je verschillende geuren ruikt.
  • Ik kan benoemen hoe je verschillende smaken proeft.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huid
Opperhuid
(Haarzakje en talgklier)
Lederhuid
(Zenuwen, Zweetklier, Spier, Bloedvaten)
Onderhuidse bindweefsel
(Vet)



Slide 11 - Tekstslide

De meeste dingen liggen in de lederhuid (bloedvaten, zweetklier, zenuwen, spier)
Behalve de haartjes en talgklieren. Deze zitten in de kiemlaag.
Huid
Hoornlaag slijt.

In de kiemlaag ontstaan nieuwe cellen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruiken
Verschillende soorten geurstoffen.

Verschillende soorten typen reukzintuigcellen.

Past precies op elkaar (Specifiek!)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proeven
Je proeft met je tong, maar ook met behulp van je reukzintuig

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennis van Vroeger
Kennis van Nu

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk - Aan de slag
Agenda pakken

Leren § 5.1 en § 5.2
Maken § 5.1 opdrachten 1 t/m 7
Maken § 5.2 opdrachten 1 t/m 8 



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VWO: Ontstaan van impuls
Impuls = een elektrisch signaaltje.
De prikkel moet sterk genoeg zijn om een impuls in gang te zetten. Het moet een drempelwaarde bereiken.
Voorbeeld van een prikkel die niet sterk genoeg is?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impulsfrequentie
Hoe sterker de prikkel, hoe meer impulsen worden doorgegeven
De impulsfrequentie wordt groter.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adequate prikkel/Gewenning
Adequate prikkel = Het type prikkel waarvoor het zintuig specifiek gevoelig voor is.
Voorbeeld?

Gewenning = Als een prikkel langer aanhoudt, worden er minder impulsen gemaakt. Je voelt/ziet/hoort/proeft/ruikt het niet meer (zo goed als eerst).
Voorbeeld?
Wat gebeurt er met de drempelwaarde bij gewenning?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benoem de lagen van de huid.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je iets proeven?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies