Aan het einde van de les staat je tafel recht en is je stoel aangeschoven.
We gaan respectvol om met de docent en met elkaar.
Slide 1 - Tekstslide
Als je je niet aan de regels houdt
Mondelinge waarschuwing.
Naam op het bord met het 1e streepje achter je naam.
2e streepje = nablijven of uitgestuurd.
Slide 2 - Tekstslide
Toets inhalen
Sherano
Aylin
Djoy
Dex
Slide 3 - Tekstslide
Mijn katten zijn 3 jaar geworden!
Slide 4 - Tekstslide
Mededeling
Cijfers Schrijven 3:
Als je je cijfer nog niet hebt, moet ik je toets nog nakijken. Zodra ik het cijfer heb, zet ik het Som2day.
Slide 5 - Tekstslide
Programma 2F maandag 03-02-2025
Lezen.
Een aantal vragen uit de toets bespreken.
Beginnen met het hoofdstuk Backstage.
Slide 6 - Tekstslide
Lezen
Fedor, Bram, Jana, Dex en Djoy
mogen voor laten lezen op hun Chromebook.
Slide 7 - Tekstslide
Een aantal vragen uit de toets bespreken
Vraag 5 ging over tekstdoelen.
Bekijk de tekst op de volgende dia (scannend). Denk na over de vraag die wordt gesteld bij vraag 5.
Als je het weet, houdt het dan nog even voor jezelf.
Slide 8 - Tekstslide
Als je het tekstdoel weet, houdt het dan nog even voor jezelf.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het tekstdoel?
Slide 10 - Tekstslide
Het tekstdoek is instrueren, want het is een stappenplan voor hoe je je eigen mini-robot kunt maken.
Slide 11 - Tekstslide
Volgend onderwerp uit de toets
Het trema (ä) en het verbindingsstreepje (-).
Slide 12 - Tekstslide
Astmaäanval of astma-aanval?
Slide 13 - Tekstslide
Uitleg tremaen verbindingsstreepje
Wat gebeurt er als je de woorden astma en aanval aan elkaar schrijft?
Astma + aanval = astmaaanval.
Als je het zo aan elkaar schrijft, krijg je drie keer de letter "a" achter elkaar. Dat leest lastig, want je weet niet meteen hoe je het moet uitspreken.
Slide 14 - Tekstslide
Hoe los je dat op?
Er zijn twee manieren om dit soort problemen op te lossen in het Nederlands:
Een verbindingsstreepje (-)
Een trema (¨)
Slide 15 - Tekstslide
Verbindingsstreepje (-)
Je gebruikt een verbindingsstreepje om samengestelde woorden (woorden die uit twee delen bestaan) makkelijker leesbaar te maken:
astma-aanval (niet astmaaanval)
zee-egel (niet zeeegel)
auto-ongeluk (niet autoongeluk)
2. Bij afkortingen, cijfers of losse letters:
tv-programma
4-daagse
A4-blad
rock-'n-roll
non-stop
🚀 Waarom?
Het verbindingsstreepje zorgt ervoor dat je het woord snel en goed kunt lezen, zonder in de war te raken
Slide 16 - Tekstslide
Het trema (ä, ü, ë, ï, ö)
Je gebruikt een trema om te laten zien dat twee klinkers die naast elkaar staan, apart uitgesproken moeten worden.
Het verschil met het verbindingsstreepje is dat het woord niet uit 2 losse woorden bestaat! Het gaat hier om lettergrepen.
Slide 17 - Tekstslide
Bijvoorbeeld
zeeën(niet zeeen, want dan spreek je het verkeerd uit).
ruïne (je zegt ru-i-ne en niet ruine).
geïntegreerd(niet geintegreerd, want je moet ge-in-te-greerd zeggen).
Het verschil met het verbindingsstreepje is dat dit geen losse woorden zijn, zoals: astma en aanval > astma-aanval.
auto en ongeluk > auto-ongeluk.
Slide 18 - Tekstslide
Volgend onderwerp uit de toets: de zakelijke e-mail
Je krijgt een mail te zien. De vraag is: wat is er fout gegaan?
Slide 19 - Tekstslide
Wat ontbreekt hier?
Geachte mevrouw Philippo,
In verband met privé-omstandigheden moet ik helaas ons telefoongesprek afzeggen. Mijn excuses hiervoor. Zouden we een nieuwe afspraak kunnen maken?
J. Bloemink
Slide 20 - Tekstslide
Verbeterde versie
Geachte mevrouw Philippo,
In verband met privé-omstandigheden moet ik helaas ons telefoongesprek afzeggen. Mijn excuses hiervoor. Zouden we een nieuwe afspraak kunnen maken? Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
J. Bloemink
Slide 21 - Tekstslide
Wat is hier fout gegaan?
Geachte mevrouw Philippo,
We hadden morgen een afspraak. maar ik moet nog iets anders doen, dus ik kan niet. Ik wil de afspraak verplaatsen. Wanneer kan je?
Doei.
Slide 22 - Tekstslide
De toon klopt niet en er staan fouten in de zinnen
Geachte mevrouw Philippo,
We hadden morgen een afspraak. maar ik moet nog iets anders doen, dus ik kan niet. Ik wil de afspraak verplaatsen. Wanneer kan je.