Lezen - 4.1 Feiten en meningen blz. 85

Feiten en meningen
Feiten zijn objectief > je kunt ze controleren op waarheid.
Meningen zijn subjectief > je kunt het ermee eens of oneens zijn.
Hierna komt een korte video met uitleg.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Feiten en meningen
Feiten zijn objectief > je kunt ze controleren op waarheid.
Meningen zijn subjectief > je kunt het ermee eens of oneens zijn.
Hierna komt een korte video met uitleg.

Slide 1 - Tekstslide

Feiten en meningen
Hoe herken ik feiten en meningen in een tekst en weet ik wat het verschil tussen beide is?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Examenopdracht blz. 91
Lees de vragen.
Lees de tekst.
Daarna volgen de vragen in quizvorm. Gebruik je telefoon!

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?
A
De schrijfster wil de lezer informeren over Timo Boll en doping bij het tafeltennis.
B
De schrijfster wil de lezer vertellen wat zij vindt van Timo Boll en doping bij het tafeltennis.
C
De schrijfster wil de lezer waarschuwen voor nieuwe vormen van mechanische doping in het tafeltennis.

Slide 5 - Quizvraag

Welke tegenstelling vind je in alinea 1 en 2?
A
die tussen campingsporten zoals volleybal en professionele sporten
B
die tussen vriendelijke sporten en sporten waarin doping wordt gebruikt
C
die tussen zomerse buitensporten en zaalsporten

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn de overeenkomsten tussen een motortje in een fietsframe en lijm op een tafeltennisbatje (alinea 2 en 3)? Kruis de twee juiste antwoorden aan.
A
Beide geven meer snelheid.
B
Beide zijn een voorbeeld van mechanische doping.
C
Beide worden in Chinese sportwedstrijden toegestaan.
D
Beide zijn schadelijk voor de gezondheid.

Slide 7 - Quizvraag

Welk tussenkopje past het beste boven alinea 4 en 5?
A
Batjesdopingschandaal
B
Frankfurter Algemeine
C
Timo Boll, klokkenluider

Slide 8 - Quizvraag

Waarom zouden de Chinezen hun plakmix voor batjes openbaar moeten maken volgens alinea 6?
A
omdat de kans toch groot is dat er lijm in zit, wat verboden is
B
omdat iedereen die mix dan kan gebruiken en zo dezelfde kansen heeft
C
omdat ze dan kunnen controleren of de stoffen in de mix gevaarlijk zijn

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent ongeveer hetzelfde als ‘van geen kwaad bewust zijn’ (alinea 6)?
A
geen kwaad spreken
B
geen verkeerde dingen van plan zijn
C
niet weten dat iets slecht is

Slide 10 - Quizvraag

Waarnaar verwijst ‘dat’ in de laatste zin van alinea 8?
A
de controle van tafeltennisbatjes
B
het gebruik van chemicaliën
C
het WK tafeltennis in Kuala Lumpur

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de functie van het slot?
A
Het herhaalt de conclusie dat sport niet schoon is.
B
Het verwoordt de mening van de schrijfster.
C
Het verwijst naar de voorbeelden in het begin van de tekst.

Slide 12 - Quizvraag

Waar
Niet waar
De schrijfster vindt Timo Boll een held.
JDe schrijfster gebruikt alleen neutrale woorden.
Je weet niet hoe de schrijfster over de Chinese plakpraktijken denkt.
De tekst is deels subjectief.
TeDe schrijfster is blij dat de batjes in Kuala Lumpur gecontroleerd gaan worden.

Slide 13 - Sleepvraag