Verdiepende tekst - Begrijpend lezen - Vies

• Begrijpend lezen
• Wereldoriëntatie
• Basisschool
• Groep 5,6

Introductie

Digibordles

Begrijp ik de tekst?

Verdiepende tekst

Introductieslide

Ik kan meningen en feiten herkennen in een tekst.

Ik maak aantekeningen in een schema.

Wat vond Suzune lekker eten en wat vond ze vies?

Wat zijn overeenkomsten tussen jouw eetgewoonten en die van Suzune?

En wat zijn de verschillen?

Maar wat is een feit en wat is een mening?

Wat iemand lekker of vies vindt is een mening.

Feit

Mening

- Een feit kun je bewijzen of controleren.

- Over een feit kun je niet van mening verschillen.

- Een mening is iets dat jij of iemand anders vindt. Een

ander kan hier anders over denken.

De leerkracht doet het voor!

Lees de inleiding. 

De leerkracht doet het voor!

Ik vul mijn kastschema in.

Feit

Mening

- Een feit kun je bewijzen of controleren.

- Over een feit kun je niet van mening verschillen.

- Een mening is iets dat jij of iemand anders vindt. Een

ander kan hier anders over denken.

• De moeder van Suzune eet soms vissensperma.

• Suzune is 12 jaar oud.
• Suzune komt uit de Japanse hoofdstad Tokio.
• Suzune's moeder werkt in een sushi-restaurant.

• Suzune vindt alleen de gedachte aanvissensperma al vies.
• Suzune vindt sushi lekker en ze vindt het jammer dat ze het maar af en toe eet.

We doen het samen!

Lees de volgende alinea.

We doen het samen!

We vullen ons kast-schema verder in.

Feit

Mening

- Een feit kun je bewijzen of controleren.

- Over een feit kun je niet van mening verschillen.

- Een mening is iets dat jij of iemand anders vindt. Een

ander kan hier anders over denken.

• De moeder van Suzune eet soms vissensperma.

• Suzune is 12 jaar oud.
• Suzune komt uit de Japanse hoofdstad Tokio.
• Suzune's moeder werkt in een sushi-restaurant.

• Suzune vindt alleen de gedachte aanvissensperma al vies.
• Suzune vindt sushi lekker en ze vindt het jammer dat ze het maar af en toe eet.

Lees zelf verder en schrijf de feiten en meningen op!

Ben je snel klaar? 

Maak dan de opdracht:

Schrijf een klein stukje tekst over

jouw eetgewoonten. Over wat je wel en niet lekker vindt en waarom. In het stukje tekst moeten ook minstens drie feiten staan.

Hoe ging het?

Tot de 

volgende keer!