zwangerschap

De zwangere patiënt en de bevalling
les 1: de normale zwangerschap
les 2: complicaties tijdens de zwangerschap
les 3: de normale bevalling
les 4: complicaties tijdens de bevalling
les 5: de nazorg
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

De zwangere patiënt en de bevalling
les 1: de normale zwangerschap
les 2: complicaties tijdens de zwangerschap
les 3: de normale bevalling
les 4: complicaties tijdens de bevalling
les 5: de nazorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1: De normale zwangerschap

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al over de zwangere patiënt?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

duurt 4.02 minuten
Vaststellen zwangerschap
  • Zwangerschapstest (ochtendurine-HCG = humane chorion-gonadotrofine) 
  • HCG bepaling via het bloed
  • Echografie
 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zwangerschapstekenen ken je?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat valt je op aan het filmpje?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

duurt 7.58 minuten
Eerste dagen
Bevruchte eicel begint zich te delen in de eileider (blastula).
Uit het klompje cellen ontstaat het embryo.
Vanuit de buitenste laag van het embryo wordt HCG geproduceerd.



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Innesteling
De placenta vormt de grens tussen de gescheiden bloedsomlopen van de moeder en het embryo.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vormt de grens tussen de bloedsomlopen?
A
De eicel
B
De placenta
C
De vruchtzak
D
De navelstreng

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt geproduceerd door de buitenste laag?
A
Oestrogeen
B
Progesteron
C
Testosteron
D
HCG

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ontstaat uit het klompje cellen?
A
De vruchtvliezen
B
De placenta
C
De navelstreng
D
Het embryo

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar begint de bevruchte eicel zich te delen?
A
In de eierstok
B
In de vagina
C
In de eileider
D
In de baarmoeder

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eerste maand
In de eerste maand begint de ontwikkeling van het zenuwstelstel en het spijsverteringsstelsel en de bloedsomloop worden aangelegd.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweede maand
  • Het hoofd wordt groter.
  • Er zijn al oogjes, oortjes en een neus zichtbaar. Kleine uitstulpsels     vormen het begin van armen en benen.
  • Als de vrouw zes weken over tijd is, kun je al een hartslag op de echo zien.
  • Het embryo is dan ongeveer twee centimeter lang.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Derde maand
  • In de derde maand worden de laatste organen gevormd, waaronder de geslachtsorganen.
  • De vingers en tenen zijn nu herkenbaar.
  • Spieren en gewrichten ontwikkelen zich en het embryo begint te bewegen. Dit kan de moeder nog niet voelen.
  • Door de snelle groei van de hersenen is het hoofd naar verhouding groot.
  • Aan het eind van de derde maand is het embryo ongeveer acht centimeter lang. De rest van de zwangerschap wordt gebruikt om te groeien en te rijpen.
  • Het embryo is nu duidelijk als baby herkenbaar en wordt
    vanaf nu foetus genoemd.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

20 weken
  • De foetus is snel gegroeid; hij is nu ongeveer 20 cm en weegt 350 gram.
  • De moeder kan haar kindje voelen bewegen in haar buik.
  • Zijn huid is bedekt met lanugo of donshaar en ook op het hoofd zitten al de eerste haartjes.
  • Organen als lever, galblaas en nieren beginnen te werken.
  • De foetus plast in het vruchtwater en drinkt daar ook van.
  • In de darmen vormt zich meconium, de eerste stroperige ontlasting.
  • De moeder kan nu merken dat de foetus soms reageert op geluiden,
    zoals stemmen en muziek.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

25 weken
  • De baby weegt nu ongeveer 850 gram en is 25 cm lang.
  • De huid is bedekt met een laagje vet, de vernix caseosa. De vernix beschermt de huid in de vochtige omgeving.
  • Het kind slaapt en wordt wakker, vaak wordt het actief als de moeder in rust is.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zevende maand
  • In de zevende maand gaat de baby meestal met het hoofdje naar beneden gericht in de baarmoeder liggen.
  • Dit is dan de meest stabiele houding. Hij neemt nu bijna alle ruimte in de baarmoeder in beslag. De baby weegt nu ongeveer 1500 gram.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achtste maand
  • In de achtste maand neemt het onderhuids vet toe en rijpen de longen.
  • Het gewicht neemt toe tot ongeveer 2500 gram.
  • De baby beweegt krachtig, soms voelt de moeder ook dat hij de hik krijgt.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Negende maand
  • Tussen de 37ste en 42ste week is de baby volgroeid.
  • Hij gebruikt de laatste weken om zwaarder en sterker te worden.
  • Als de baby goed naar beneden gedraaid ligt, zal het hoofdje in deze periode indalen in het bekken
  • Als de baby nu geboren wordt, is hij voldragen of à terme.
  • Een baby die in Nederland geboren wordt, weegt gemiddeld bijna 3500 gram
     en is ongeveer 50 cm lang.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de gemiddelde lengte van een baby bij geboorte?
A
Ongeveer 50 cm
B
Ongeveer 60 cm

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gewicht heeft de baby in de zevende maand?
A
Ongeveer 1000 gram
B
Ongeveer 1500 gram

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er in de derde maand?
A
Embryo begint te bewegen
B
Huid wordt dikker
C
Laatste organen worden gevormd

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang is het embryo na zes weken?
A
Ongeveer vijf centimeter
B
Ongeveer twee centimeter

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat begint zich te ontwikkelen in de eerste maand?
A
Huid
B
Bloedsomloop
C
Spijsverteringsstelsel
D
Zenuwstelsel

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de les:
Kun je benoemen wat de belangrijkste veranderingen zijn in het lichaam van een zwangere vrouw en waarom dit belangrijk is voor de zorg.


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
Behandelen we de 5 meest voorkomende zwangerschapscomplicaties!
Bestudeer de theorie en maak de bijbehorende opdrachten. Learnbeat:

Thema: Ziekenhuis;
Kraam, kinderen en jeugdigen in het ziekenhuis:
  • Kraamzorg in het ziekenhuis
  • Begeleiding bij een ziekenhuisopname
  • Het individuele plan op een kraamafdeling


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies