conjunctuurbeweging

conjunctuurbeweging
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

conjunctuurbeweging

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les

geaggreerde vraag

geaggregeerd aanbod

prijsrigiditeit

loonstarheid

Slide 2 - Tekstslide

monetaire expansie

LTGV curve is naar rechts geschoven, wat is er blijkbaar gebeurd?


Stel de economie bevond zich in punt A, wat is het gevolg van de verschuiving?

Slide 3 - Tekstslide

Trendmatige groei

Slide 4 - Tekstslide

Evenwicht op korte termijn: de
conjunctuurbeweging



In eerste instantie bevindt de economie zich in evenwicht. De economie brengt haar
natuurlijke productieniveau voort: V
LT

Door afnemend consumentenvertrouwen verschuift de GV-curve naar links. De productie
neemt af:
laagconjunctuur

Vraag naar arbeid neemt af. Er ontstaat werkloosheid. Op lange termijn wordt arbeid
goedkoper. Op lange termijn dalen ook de prijzen als gevolg van de recessie.
Vraag naar producten neemt weer toe.















Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Conjunctuurpolitiek (hfdst 3)
Hoe kan de overheid de conjunctuur beinvloeden?

Slide 8 - Tekstslide

Anti-cyclisch en pro-cyclisch

Slide 9 - Tekstslide

In welk geval of welke gevallen is er sprake van een maatregel met een procyclisch effect?


A
Ondanks de hoge winsten vanwege de gunstige conjunctuur, verlagen bedrijven de winstuitkering aan de aandeelhouders.
B
De overheid voert de prestatiebonus in voor haar personeel, terwijl de inkomsten tegengevallen vanwege de conjunctuur.
C
Amerikaanse overheid kort op de riante onkostenvergoeding van het personeel vanwege de crisis.
D
De overheid verlaagt de winstbelasting, terwijl de economie flink aantrekt.

Slide 10 - Quizvraag

Bij hoogconjunctuur zoals in 2007 in Nederland bestaat het anticyclisch overheidsbeleid uit:


A
het verlagen van de belastingen en bestedingen beide met € 3 miljard.
B
het verhogen van de belastingen en bestedingen beide met € 3 miljard.
C
het verlagen van de belastingen met € 3 miljard en het verhogen van de bestedingen met € 2 miljard.
D
het verhogen van de belastingen met € 2 miljard en het verlagen van de bestedingen met € 3 miljard.

Slide 11 - Quizvraag

Automatische stabilisatoren
Zonder nieuw beleid anti-cyclische invloed. 
Dit door:
- Progressieve belastingen
- Inkomensafhankelijke uitkeringen
- minimumlonen

Slide 12 - Tekstslide

Waarom zijn uitkeringen automatische stabilisatoren?

Slide 13 - Open vraag

Waarom zijn extra overheidsinvesteringen in een laagconjunctuur geen automatische stablisator?

Slide 14 - Open vraag