Centrale zenuwstelsel

Welke delen van het zenuwstelsel behoren bij het centraal zenuwstelsel?
A
Perifere zenuwen
B
Zenuwen in het ruggenmerg
C
Zenuwen in de hersenen
D
Zenuwen in ruggenmerg en hersenen
1 / 34
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welke delen van het zenuwstelsel behoren bij het centraal zenuwstelsel?
A
Perifere zenuwen
B
Zenuwen in het ruggenmerg
C
Zenuwen in de hersenen
D
Zenuwen in ruggenmerg en hersenen

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kunnen jullie:

  • De functie van een zenuwcel beschrijven.
  • Benoemen waaruit het centrale zenuwstelsel bestaat.
  • Het verschil benoemen tussen het sympatisch en parasympatisch zenuwstelsel.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

       Het zenuwstelsel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesinhoud
  • Zenuwcellen
  • Centraal zenuwstelsel
  • Perifere zenuwstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel
?

Slide 5 - Tekstslide

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit meer dan 100 miljard zenuwcellen die als draden door het gehele lichaam lopen. De zenuwen van het somatische zenuwstelsel verbinden de hersenen en het ruggenmerg met spieren die bewust worden aangestuurd (willekeurige spieren of skeletspieren) en met sensibele receptoren in de huid. Het autonome zenuwstelsel verbindt de hersenstam en het ruggenmerg met de inwendige organen en reguleert inwendige lichaamsprocessen die geen bewustzijn vereisen. Voorbeelden hiervan zijn de frequentie waarmee het hart samentrekt, de bloeddruk en de ademhalingsfrequentie. 

Het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel werken samen, waarbij het ene meestal de werking van de inwendige organen activeert en het andere de werking afremt. De belangrijkste functie van het sympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op een veeleisende situatie of een noodsituatie, ofwel een fight-or-flight-situatie. De belangrijkste functie van het parasympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op normale situaties. Het sympatische deel vergoogt bijvoorbeeld de hartslag, bloed en ademhalingsfrequentie, terwijl het parasympatische deel deze juist verlaagt.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel
Zeer belangrijk regelmechanisme van het lichaam
Beinvloed o.a:

  • Vitale functies (hartslag, bloeddruk)
  • (Pijn)sensatie
  • Bewegingen
  • bewustzijn

Slide 7 - Tekstslide

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit meer dan 100 miljard zenuwcellen die als draden door het gehele lichaam lopen. De zenuwen van het somatische zenuwstelsel verbinden de hersenen en het ruggenmerg met spieren die bewust worden aangestuurd (willekeurige spieren of skeletspieren) en met sensibele receptoren in de huid. Het autonome zenuwstelsel verbindt de hersenstam en het ruggenmerg met de inwendige organen en reguleert inwendige lichaamsprocessen die geen bewustzijn vereisen. Voorbeelden hiervan zijn de frequentie waarmee het hart samentrekt, de bloeddruk en de ademhalingsfrequentie. 

Het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel werken samen, waarbij het ene meestal de werking van de inwendige organen activeert en het andere de werking afremt. De belangrijkste functie van het sympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op een veeleisende situatie of een noodsituatie, ofwel een fight-or-flight-situatie. De belangrijkste functie van het parasympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op normale situaties. Het sympatische deel vergoogt bijvoorbeeld de hartslag, bloed en ademhalingsfrequentie, terwijl het parasympatische deel deze juist verlaagt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwcel (neuron)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk type zenuwcel zorgt ervoor dat spieren aangestuurd worden?
A
Bewegingszenuwcel (motorisch)
B
Gevoelszenuwcel (sensorisch)

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling:
Een sensorische zenuwcel vangt een prikkel op en stuurt dit door naar het centraal zenuwstelsel
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neurotransmitters 
Chemische stofjes:
Zorgen voor de overdracht van signalen van zenuwcel naar zenuwcel.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centraal zenuwstelsel 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

cerebrum  ( Cortex)
grote hersenen


Functies zijn o.a:

Verwerken informatie zintuigen
(zien, horen)
Beheersen van impulsen
Ruimtelijk inzicht
Begrijpen van taal

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Limbisch systeem:
regulering emotie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tussenhersenen (diencephalon)
onderdeel lymbisch systeem

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kleine hersenen ( cerebellum)
Functies zijn o.a:

Balans
Houding
Coördineren van bewegingen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hersenstam (hagedissenhersenen)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenmerg
Loopt door het wervelkanaal
Vervoeren informatie tussen de perifere zenuwen en hersenen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de woorden in het juiste vakken
Grote hersenen
(Cerebrum)
Hersenstam
(Truncus cerebri)


Kleine hersenen
(Cerebellum) 
Ruggenmerg
(Medulla spinalis)

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het perifere zenuwstelsel
Alle zenuwen die het lichaam verbinden met de hersenen of het ruggenmerg

  • Autonome (onwillekeurige) zenuwstelsel.
  • Animale (willekeurige) zenuwstelsel. 



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen bereikt?
Aan het eind van deze les kunnen jullie:

  • De functie van een zenuwcel beschrijven.
  • Benoemen waaruit het centrale zenuwstelsel bestaat.
  • Het verschil benoemen tussen het sympathisch en parasympatisch zenuwstelsel.
  • 3 ziektes omschrijven die worden veroorzaakt door een probleem in het centrale zenuwstelsel.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht

zoek uit:
  • wat zijn de verschijnselen van parkinson en waar bevindt de ziekte zich in de hersenen
  • zoek uit waar de diverse vormen van dementie gelokaliseerd zijn in de hersenen.
  • wat is de Chorea van Huntinton. Waar in de hersenen begint deze ziekte. (leg uit wat die structuur inhoudt, zie Thieme)
  • Waar vindt een subdurale hematoom plaats. Wat zijn de gevolgen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel twee neurologie
Animale of willekeurige zenuwstelsel

Onwillekeurige of vegetatieve zenuwstelsel

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vegetatieve zenuwstelsel
Sympathisch

Parasymatisch

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sympathisch zenuwstelsel →Fight or Flight
Parasympatisch zenuwstelsel → Rest & Digest
Autonome zenuwstelsel

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing
Iemand valt flauw op het toilet (vasovagaal syncope)
Bij een baby een neus maagsonde inbrengen
Gebruik bètablokkers (metropolol)
Pufjes ventolin (salbutamol)
Tegen dementie: rivastigmine (exelon)
Druppels bij de oogarts (atropine)
Neusdruppels (xylometazoline)

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de activiteiten naar het juiste zenuwstelsel.
Parasympatisch zenuwstelsel
Sympathisch zenuwstelsel

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van Thieme
Opdracht zenuwstelsel: 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 10 plus stellingen

Opdracht centraal zenuwstelsel: 4, 6, 8, 10,  plus de stellingen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies