Het zenuwstelsel MZ 304/405

       Het zenuwstelsel
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

       Het zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kunnen jullie:

  • De functie van een zenuwcel beschrijven.
  • Benoemen waaruit het centrale zenuwstelsel bestaat.
  • Het verschil benoemen tussen het sympatisch en parasympatisch zenuwstelsel.
  • 3 ziektes omschrijven die worden veroorzaakt door een probleem in het centrale zenuwstelsel.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesinhoud
  • Zenuwcellen
  • Centraal zenuwstelsel
  • Perifere zenuwstelsel
  • Ziektes aan het zenuwstelsel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwstelsel
?

Slide 4 - Tekstslide

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit meer dan 100 miljard zenuwcellen die als draden door het gehele lichaam lopen. De zenuwen van het somatische zenuwstelsel verbinden de hersenen en het ruggenmerg met spieren die bewust worden aangestuurd (willekeurige spieren of skeletspieren) en met sensibele receptoren in de huid. Het autonome zenuwstelsel verbindt de hersenstam en het ruggenmerg met de inwendige organen en reguleert inwendige lichaamsprocessen die geen bewustzijn vereisen. Voorbeelden hiervan zijn de frequentie waarmee het hart samentrekt, de bloeddruk en de ademhalingsfrequentie. 

Het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel werken samen, waarbij het ene meestal de werking van de inwendige organen activeert en het andere de werking afremt. De belangrijkste functie van het sympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op een veeleisende situatie of een noodsituatie, ofwel een fight-or-flight-situatie. De belangrijkste functie van het parasympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op normale situaties. Het sympatische deel vergoogt bijvoorbeeld de hartslag, bloed en ademhalingsfrequentie, terwijl het parasympatische deel deze juist verlaagt.
Zenuwstelsel
Zeer belangrijk regelmechanisme van het lichaam
Beinvloed o.a:

  • Vitale functies (hartslag, bloeddruk)
  • (Pijn)sensatie
  • Bewegingen

Slide 5 - Tekstslide

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit meer dan 100 miljard zenuwcellen die als draden door het gehele lichaam lopen. De zenuwen van het somatische zenuwstelsel verbinden de hersenen en het ruggenmerg met spieren die bewust worden aangestuurd (willekeurige spieren of skeletspieren) en met sensibele receptoren in de huid. Het autonome zenuwstelsel verbindt de hersenstam en het ruggenmerg met de inwendige organen en reguleert inwendige lichaamsprocessen die geen bewustzijn vereisen. Voorbeelden hiervan zijn de frequentie waarmee het hart samentrekt, de bloeddruk en de ademhalingsfrequentie. 

Het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel werken samen, waarbij het ene meestal de werking van de inwendige organen activeert en het andere de werking afremt. De belangrijkste functie van het sympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op een veeleisende situatie of een noodsituatie, ofwel een fight-or-flight-situatie. De belangrijkste functie van het parasympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op normale situaties. Het sympatische deel vergoogt bijvoorbeeld de hartslag, bloed en ademhalingsfrequentie, terwijl het parasympatische deel deze juist verlaagt.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zenuwcel (neuron)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk type zenuwcel zorgt ervoor dat spieren aangestuurd worden?
A
Bewegingszenuwcel (motorisch)
B
Gevoelszenuwcel (sensorisch)

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling:
Een sensorische zenuwcel vangt een prikkel op en stuurt dit door naar het centraal zenuwstelsel
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neurotransmitters 
Chemische stofjes:
Zorgen voor de overdracht van signalen van zenuwcel naar zenuwcel.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centraal zenuwstelsel 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de woorden in het juiste vakken
Grote hersenen
(Cerebrum)
Hersenstam
(Truncus cerebri)


Kleine hersenen
(Cerebellum) 
Ruggenmerg
(Medulla spinalis)

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke delen van het zenuwstelsel behoren bij het centraal zenuwstelsel?
A
Perifere zenuwen
B
Zenuwen in het ruggenmerg
C
Zenuwen in de hersenen
D
Zenuwen in ruggenmerg en hersenen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grote hersenen
Functies zijn o.a:
  • Verwerken informatie zintuigen
    (zien, horen)
  • Beheersen van impulsen
  • Ruimtelijk inzicht
  • Begrijpen van taal

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine hersenen
Functies zijn o.a:
  • Balans
  • Houding
  • Coördineren van bewegingen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenmerg
Loopt door het wervelkanaal
Vervoeren informatie tussen de perifere zenuwen en hersenen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sympathisch zenuwstelsel →Fight or Flight
Parasympatisch zenuwstelsel → Rest & Digest
Autonome zenuwstelsel

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de activiteiten naar het juiste zenuwstelsel.
Parasympatisch zenuwstelsel
Sympathisch zenuwstelsel

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk type zenuwcel zorgt ervoor dat spieren aangestuurd worden?
A
Bewegingszenuwcel (motorisch)
B
Gevoelszenuwcel (sensorisch)

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling:
Een sensorische zenuwcel vangt een prikkel op en stuurt dit door naar het centraal zenuwstelsel
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neurotransmitters 
Chemische stofjes:
Zorgen voor de overdracht van signalen van zenuwcel naar zenuwcel.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centraal zenuwstelsel 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de woorden in het juiste vakken
Grote hersenen
(Cerebrum)
Hersenstam
(Truncus cerebri)


Kleine hersenen
(Cerebellum) 
Ruggenmerg
(Medulla spinalis)

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke delen van het zenuwstelsel behoren bij het centraal zenuwstelsel?
A
Perifere zenuwen
B
Zenuwen in het ruggenmerg
C
Zenuwen in de hersenen
D
Zenuwen in ruggenmerg en hersenen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Grote hersenen
Functies zijn o.a:
  • Verwerken informatie zintuigen
    (zien, horen)
  • Beheersen van impulsen
  • Ruimtelijk inzicht
  • Begrijpen van taal

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleine hersenen
Functies zijn o.a:
  • Balans
  • Houding
  • Coördineren van bewegingen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenmerg
Loopt door het wervelkanaal
Vervoeren informatie tussen de perifere zenuwen en hersenen.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het perifere zenuwstelsel
Alle zenuwen die het lichaam verbinden met de hersenen of het ruggenmerg

  • Autonome (onwillekeurige) zenuwstelsel.
  • Animale (willekeurige) zenuwstelsel. 



Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sympathisch zenuwstelsel →Fight or Flight
Parasympatisch zenuwstelsel → Rest & Digest
Autonome zenuwstelsel

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de activiteiten naar het juiste zenuwstelsel.
Parasympatisch zenuwstelsel
Sympathisch zenuwstelsel

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ziektebeelden ?

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT
Wat is multiple sclerose, hoe ontstaat het, wat zijn de symptomen, wat is de prognose, wat zijn de behandelmogelijkheden, wat zijn de aandachtspunten als zorgverlener?

Wat is parkinson, hoe ontstaat het, wat zijn de symptomen, wat is de prognose, wat zijn de behandelmogelijkheden, wat zijn de aandachtspunten als zorgverlener?

Wat is epilepsie, hoe ontstaat het, wat zijn de symptomen, wat is de prognose, wat zijn de behandelmogelijkheden, wat zijn de aandachtspunten als zorgverlener?





Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Cerebro Vasculair Accident
 (CVA)
  • Ook wel beroerte genoemd
  • 110 mensen per dag in Nederland (!)
  • 80% infarct
  • 20 % hersenbloeding

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

CVA of Cerebro-vasculair accident. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de observatie punten bij iemand die vermoedelijk een CVA heeft?
A
Mond, Handen, Zicht
B
Gezicht, Benen, Spraak, Tijd
C
Gezicht, Armen, Spraak, Tijd
D
Mond, Armen, Zicht

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
  • Bloeding --> clippen/ coilen
  • Infarct --> bloedverdunners

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenbloeding
Herseninfarct
Coilen / clippen
Bloedverdunners

Slide 49 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen bereikt?
Aan het eind van deze les kunnen jullie:

  • De functie van een zenuwcel beschrijven.
  • Benoemen waaruit het centrale zenuwstelsel bestaat.
  • Het verschil benoemen tussen het sympathisch en parasympatisch zenuwstelsel.
  • 2 ziektes omschrijven die worden veroorzaakt door een probleem in het centrale zenuwstelsel.

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies