In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Thema 4:
Relaties en seksualiteit
Basisstof 6: Zwangerschap
Slide 1 - Tekstslide
Maken Thema 1:
Vandaag
Huiswerk § 4.5
Aan de slag § 4.5
Doelen checken
Huiswerk opgeven
Huiswerk § 4.5
Aan de slag § 4.5
Doelen checken
Huiswerk opgeven
BK
KGT
5 min
2 min
Slide 2 - Tekstslide
Maken Thema 1:
Huiswerk 21 maart
Maken § 4.5: af
+
Nakijken
+
Leren 4.1 + 4.2 + 4.3 + 4.4 + 4.5
Maken § 4.5: af
+
Nakijken
+
Leren 4.1 + 4.2 + 4.3 + 4.4 + 4.5
BK
KGT
Slide 3 - Tekstslide
Doel: Zwangerschap
Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.
Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
bevruchting
Bevruchting
Slide 6 - Tekstslide
Innesteling
Slide 7 - Tekstslide
Bevruchte eicel? Baarmoederslijmvlies blijft dan.
Slide 8 - Tekstslide
Eisprong en bevruchting
Geen bevruchting?
- menstruatie
Slide 9 - Tekstslide
Doel: Zwangerschap
Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.
Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.
Slide 10 - Tekstslide
Zwanger
5 - 7 dagen na ovulatie -> innesteling
Slide 11 - Tekstslide
Het kindje dat groeit = embryo
Eerste weken voeding via baarmoederslijmvlies. Daarna voeding en zuurstof via placenta
Slide 12 - Tekstslide
Kindje
Na innesteling -> ontstaan alle organen Na 8 wk-> al een klein mensje Alleen nog maar groeien Heet nu foetus ipv embryo
Slide 13 - Tekstslide
Zwangerschap
Slide 14 - Tekstslide
Zwangerschap
Slide 15 - Tekstslide
Placenta
Het embryo is verbonden met de placenta via de navelstreng.
Hierdoor krijgt deze zuurstof en voedingsstoffen van de moeder.
= moederkoek
Slide 16 - Tekstslide
Vruchtvliezen en vruchtwater
Om de foetus heen zitten de vruchtvliezen
Binnen de vruchtvliezen zit het vruchtwater
Vruchtwater beschermt de baby tegen stoten en schokken.
Slide 17 - Tekstslide
Bloedsomloop moeder en embryo
Ieder hun eigen bloedsomloop
Slide 18 - Tekstslide
Doel: Zwangerschap
Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.
Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.
Slide 19 - Tekstslide
Prenataal onderzoek
- echo (2D, 3D en 4D)
-vruchtwateronderzoek
Combinatietest= - bloedonderzoek + nekplooimeting
pre= voor | nataal = geboorte
Om de groei en de ontwikkeling van de foetus te onderzoeken of om erfelijke aandoeningen te ontdekken.
Slide 20 - Tekstslide
Echo
Tijdens een echo kijkt de verloskundige hoe groot de baby is.
Wie heeft er van zichzelf echofoto's?
Slide 21 - Tekstslide
Prenataal onderzoek
T
Slide 22 - Tekstslide
Niet Invasieve Prenatale Test
Er wordt bloed
afgenomen
bij de moeder.
Geen risico op miskraam (NIPT)
T
Slide 23 - Tekstslide
Doel: Zwangerschap
Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt.
Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.
Slide 24 - Tekstslide
Een ander woord voor de EISPRONG
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Zwangerschap
D
Innesteling
Slide 25 - Quizvraag
Wanneer vindt de innesteling plaats?
A
Voor de bevruchting
B
Tijdens de bevruchting
C
Na de bevruchting
D
Na de bevalling
Slide 26 - Quizvraag
Tijdens de zwangerschap treden geen menstruaties op.
A
juist
B
onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Wanneer spreek je van een embryo?
A
Als het eitje is bevrucht
B
Als het eitje is ingenesteld
C
Als het bevruchte eitje is ingenesteld
Slide 28 - Quizvraag
Waar kan de embryo zich ontwikkelen?
A
Baarmoeder
B
Vagina
C
Eileider
D
Eierstokken
Slide 29 - Quizvraag
Het embryo leeft in...
A
lucht
B
water
C
bloed
Slide 30 - Quizvraag
Drie beweringen over de betekenis van het vruchtwater voor het embryo.
1. Door vruchtwater wordt het embryo beschermd tegen schokken. 2. Uit het vruchtwater neemt het embryo de benodigde zuurstof op. 3. In het vruchtwater kan het embryo zich bewegen.
Welke beweringen is (zijn) juist?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
Alle
Slide 31 - Quizvraag
Wat wordt van het embryo naar de moeder vervoerd?
A
Afvalstoffen
B
Voeding
C
Navelstreng
D
Zuurstof
Slide 32 - Quizvraag
Door de navelstreng stroomt
A
bloed van de moeder
B
Bloed van de baby
C
Bloed van moeder en baby
D
vocht met voedingsstoffen
Slide 33 - Quizvraag
Maken Thema 1:
Huiswerk 27 maart
Maken § 4.6: 1-5
+
Nakijken
+
Leren 4.1 + 4.2 + 4.3 + 4.4 + 4.5 + 4.6
BK
KGT
Toets Thema 4 op: 3 april?
Slide 34 - Tekstslide
Nabespreking
Hoe is het gegaan? Wat ging goed? Wat vond je moeilijk? Welke vragen heb je nog?