Het register DEF

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke taalvariant gebruikte Tom?
A
standaardtaal
B
tussentaal
C
dialect

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Welk taalvariant gebruikte Tom?
A
standaardtaal
B
tussentaal
C
dialect

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Welke taalvariant gebruikte Tom op het einde?
A
standaardtaal
B
tussentaal
C
dialect

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Overdrijft minister Bourgeois of heeft hij gelijk?
Hij heeft gelijk! Op VRT moet standaardtaal gesproken worden.
Hij overdrijft. Tussentaal kan wel op VRT.

Slide 10 - Poll

Geef een grondige reden voor jouw standpunt.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

"De taalvereiste voor onze presentatoren is en blijft het Standaardnederlands. Tussentaal toelaten, laat staan promoten, is niet de bedoeling. Er is wel ruimte voor taalvariatie: informele gesprekken klinken nu eenmaal anders dan presentatietaal. 95% van de uitzendingen van VRT verloopt in het Standaardnederlands", laat de VRT weten in een persbericht.

Slide 14 - Tekstslide

"Taal is een levend organisme, vandaag spreken we niet meer zoals dertig jaar geleden. In het Taalcharter van VRT laten we ruimte voor die evoluties, maar correct Nederlands blijft het uitgangspunt."

Slide 15 - Tekstslide

Wat vind jij van het standpunt van de VRT?
Ik ga akkoord.
Ik ga niet akkoord.

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Video

Wat vind je van de uitspraak van Geertje over tussentaal?
Ik ga akkoord.
Ik ga niet akkoord.

Slide 18 - Poll

Geef een grondige reden voor jouw standpunt.

Slide 19 - Open vraag

En wat met het dialect?

Slide 20 - Tekstslide

Dialectsprekers zijn lui en slordig.
Akkoord
Niet akkoord

Slide 21 - Poll

Dialectsprekers zijn lui en slordig.
Dialecten zijn overblijfselen van het Middelnederlands. Heel wat klanken zijn bewaard gebleven.

Bv. 'skool' ipv 'school' in Kortrijk
= komt van het West-Germaanse 'sk' (= 1000 jaar oud)

Slide 22 - Tekstslide

Met dialect kun je niet overal komen.
Akkoord
Niet akkoord

Slide 23 - Poll

Met dialect kun je niet overal komen.
Dialect is niet minderwaardig, maar een standaardtaal is wel breder inzetbaar. 
Formeel vs informeel

Vroeger: dialect is de vijand
Nu: standaardtaal en dialect zijn complementair, afhankelijk van de situatie

Slide 24 - Tekstslide

Dialect is uniek en authentiek.
Akkoord
Niet akkoord

Slide 25 - Poll

Dialect is uniek en authentiek.
Geen van de dialecten is echt uniek, want verspreid over grotere geografische gebieden.
Sommige woorden zijn wel uniek.
Bv. Boesjkameree (schommel) in Mechelen
Bv. Hellekapelle (vlinder) in Poperinge

Slide 26 - Tekstslide