Herhalingsles paragraaf 4 en 5

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

                    Welkom! 

• Je komt voorbereid in de les. Je hebt je huiswerk af en   je hebt alle spullen voor het vak mee.  ​
  
• Vooraf aan de les, leg je alle spullen die je nodig hebt,     op je bureau.
• Zitten volgens de plattegrond
• Je legt je tas op of onder het rek in het lokaal. 
• Je bent respectvol naar klasgenoten en docenten, je   helpt waar mogelijk en beledigd niemand. 
  
• Je werkt gefocust, je maakt aantekeningen en je zorgt   dat je je lesdoelen behaald. ​

Welkom B1I!

De Alpen

De Alpen is het grootste berggebied van Europa.

• Hooggebergte
•  Mont Blanc 4.810 m 
  

Gebergte met toppen hoger dan 1500 meter.

Wat zie je?

Kan je dit verklaren?

Vroeger en nu

Vroeger:

  vee ‘s zomers naar de alpenweiden

Tegenwoordig:

• betere bereikbaarheid
• toerisme of werk buiten het gebied 
•     andere inrichting van het gebied
  

Hoe noemen we het wanneer er twee keer per jaar een piek is in het aantal toeristen?

B51 Hoogtegordels

Hoogtegordels = zones van plantengroei in een gebergte. Door verschil in temperatuur. Vergelijkbaar met poolgebied: opeenvolgend naaldbossen, toendra en sneeuw/ijs. 

Van boven naar onder:

1. Eeuwige sneeuw
2. Rotsgordel: Door harde ondergrond en kou alleen rotsen. 
3. Alpenweide:- boomgrens: alleen grassen, kruiden en lage struikjes
4. Naaldboomgordel:
   - ‘s zomers < 10 ⁰C
5. Loofboomgordel:
   - ‘s zomers > 10 ⁰C en ‘s winters > -3 ⁰C

2.5 Bevolking en natuurlandschappen

Wereldbevolking

• Groeit enorm snel!
• 3x zoveel mensen in 2018 (7,5 miljard) tov 1950 (2,5 miljard)
• 2060: 10 miljard?
• Toch nog genoeg ruimte voor natuurlandschappen door grote verschillen in  bevolkingsdichtheid. Zeer ongelijke bevolkingsspreiding op aarde.

Volle gebieden

China:

•  Meer dan 100 miljoenen steden.
• Shanghai= 25 miljoen mensen: Bevolkingsconcentratie
• Vooral grote  bevolkingsconcentraties in de gematigde zone
  Waarom daar?

Opeenhoping van mensen in een gebied. 

Lege gebieden

Dunbevolkte gebieden zijn:

• te hoog
• te droog
• te koud
• onvruchtbare bodem = tropisch regenwoud

Basisboek: 78: Droge gebieden
De mogelijkheid om te bestaan in droge gebieden zijn beperkt

• Dun bevolkt
• Nauwelijks ingericht
• Extensieve veeteelt
  

Manieren om toch aan water te komen: Oase: plek waar water is in de woestijn

• Rivier ( Rivieroase)
• uit de grond ( Bronoase)

79: koude gebieden

• poolstreken dunbevolkt
• verschil tussen Noord- en Zuidpool
• Zuidpool koudste maand - 70 ⁰C!
• Noordpool Koudste maand -40⁰C!

Basisboek 80

Tropisch regenwoud: dunbevolkt door niet erg  geschikte bodem voor landbouw.

• door warme + vochtige klimaat veel bodemleven  = dunne humuslaag (= vruchtbare laag)

Bewoners regenwoud: aangepast aan natuur door:

•  stukje bos in brand te steken: as = vruchtbaar
•   na 2 of 3 jaar: nieuw stukje bos - oude stukje kan zich herstellen =  zwerflandbouw
  
•  Veel ontbossing voor grootschalige akkerbouw  en weidegebieden voor vee.
  

Aan de slag:

Wat?	Leren voor het proefwerk: - Begrippen leren (Learnbeat) - Herhalingsvragen maken per paragraaf (Learnbeat) - Oefentoets maken. (LessonUp)
Hoe?	Je werkt de eerste 10 minuten zelfstandig in stilte. Hierna mag je
Waar?	Learnbeat (via magister -> leermiddelen)
Hulp?	- Theorie ( = bovenin links) - Atlas - Docent
Klaar?	Leren begrippen voor je repetitie
Volgende les	Proefwerk Hoofdstuk 2

Oefenen met de leerstof