1. Lisez les exercices 1, 3, 5 et 7 (p. 56-66).
2. Faites les exercices 2, 4, 6 et 8 (p. 59-67).
3. Faites une liste sur...
* het weer
* grammatica-onderdelen
* voorzetsels
* de weg wijzen
* reizen
* verjaardagsuitnodiging
* plaatsen/familie/over jezelf
4. Faites l'exercice 2 (p. 87).