Hoofdstuk 2 Paragraaf 1 en 2 oefentoets

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Paragraaf 1 Wat moet je kennen en kunnen

Theorie: • Je kunt het verschil uitleggen tussen intensieve en extensieve landbouw.

• Je kunt beschrijven waar welke landschappen en klimaten in de VS voorkomen.

• Je kunt beschrijven waar welke soort landbouw in de VS voorkomt.

• Je kent de ligging van de belangrijkste steden, wateren en gebergten van de VS (W1).

• Je kunt uitleggen hoe het reliëf, het klimaat en de beschikbaarheid van water bepalen waar welke landbouw mogelijk is in de VS.

Begrippen: akkerbouw, bosbouw, extensieve veeteelt, hooggebergteklimaat, hoogvlakte, intensieve landbouw, intensieve veeteelt, irrigatie, klimaat, kustvlakte, laagland, laagvlakte, landbouw, landklimaat, lijzijde, loefzijde, middelgebergte, Middellandse Zeeklimaat, regenschaduw, reliëf, steppeklimaat, tuinbouw, veeteelt, zeeklimaat

Paragraaf 2 Wat moet je kennen en kunnen

Theorie:  • Je kunt uitleggen waarom de VS voedselproducten importeren.

• Je kunt de bijdrage beschrijven van de voedselproductie (primaire sector, secundaire sector en tertiaire sector) aan het bnp en aan het totale aantal banen in de VS.

• Je kunt voorbeelden geven van intensieve landbouw in de VS.

• Je kunt uitleggen waarom de verbouw van tarwe in de VS kapitaalintensief is.

• uitleggen waarom de tuinbouw in  Central Valley zowel kapitaalintensief als arbeidsintensief is.

• Je kunt uitleggen hoe de intensieve rundvleesproductie in de VS werkt.

• voorbeelden geven van beroepen in de primaire, secundaire en tertiaire sector die te maken hebben met voedsel.

• Je kunt voorbeelden geven van voedselproducten die belangrijk zijn voor de export van de VS.

Begrippen: arbeidsintensief, bruto nationaal product (bnp), export, illegaal, import, kapitaalintensief, primaire sector, secundaire sector, tertiaire sector, voedselverwerkende industrie

Vergeet de topografie niet

Wat valt onder de tertiaire sector?

1. Alle economische activiteiten.
2. Grondstoffenwinning en landbouw.
3. Dienstverlenende activiteiten zoals onderwijs, gezondheidszorg en transport.
4. Productie van goederen.

Welke sector richt zich op het produceren van goederen?

1. De tertiaire sector.
2. De primaire sector.
3. Zowel de primaire als de tertiaire sector.
4. De secundaire sector.

Wat is het verschil tussen de primaire, secundaire en tertiaire sector?

1. De primaire sector houdt zich bezig met grondstoffenwinning, de secundaire sector met productie en de tertiaire sector met dienstverlening.
2. De primaire sector houdt zich bezig met productie, de secundaire sector met grondstoffenwinning en de tertiaire sector met dienstverlening.
3. De primaire sector houdt zich bezig met dienstverlening, de secundaire sector met grondstoffenwinning en de tertiaire sector met productie.
4. De primaire sector houdt zich bezig met productie, de secundaire sector met dienstverlening en de tertiaire sector met grondstoffenwinning.

Noteer twee dingen waardoor deze foto past bij intensieve landbouw.

Jeffrey zegt: ‘In Central Valley is de landbouw intensiever dan in het Great Basin’.
Hind zegt: ‘In de Great Plains is met irrigatie intensieve akkerbouw mogelijk.’

Wat is juist?

1. Jeffrey en Hind hebben allebei gelijk
2. Jeffrey heeft gelijk, Hind heeft ongelijk
3. Jeffrey heeft ongelijk, Hind heeft gelijk
4. Jeffrey en Hind hebben allebei ongelijk

De Verenigde Staten importeren Thee en Zuivel. Leg voor BEIDEN uit waarom ze dat importeren

Welke vorm van landbouw vind je in de berggebieden van de Verenigde Staten?
→ Leg uit waarom deze vorm van landbouw daar voorkomt.

Combineer de afbeeldingen met de juiste sector

Primaire sector

Secundaire sector

Tertiaire sector

Sleep de woorden naar de afbeelding die erbij passen. Meerdere woorden zijn goed

Arbeidsintensief

Kapitaalintensief

Lager opgeleide arbeiders

Hoger opgeleide arbeiders

Central Valley

Great Plains

Sleep de woorden naar de afbeelding die erbij passen. Meerdere woorden zijn goed

Arbeidsintensief

Kapitaalintensief

Lager opgeleide arbeiders

Hoger opgeleide arbeiders

Central Valley

Great Plains

Sleep de woorden naar de afbeelding die erbij passen. Meerdere woorden zijn goed

Arbeidsintensief

Kapitaalintensief

Lager opgeleide arbeiders

Hoger opgeleide arbeiders

Central Valley

Great Plains

Wat is er te zien
op de afbeelding?

1. De verschillende typen landbouw in de VS
2. De Verschillende klimaten in de VS
3. De verschillende landschappen in de VS

Wat is kenmerkend voor de oostkust van de Verenigde Staten?

1. Grote steden met een hoge bevolkingsdichtheid
2. Kleine dorpjes met grote landbouw bedrijven
3. Tropische stranden
4. hooggebergte met eeuwige sneeuw toppen

Waar in de Verenigde Staten bevinden zich bergen?

1. Oost
2. West
3. Oost & West
4. Noord

Wat voor klimaat heeft het zuidoosten van de Verenigde Staten?

1. Landklimaat
2. Zeeklimaat
3. Middellandse Zeeklimaat
4. Hooggebergteklimaat

De Amerikaanse landbouw produceert zoveel landbouwproducten, dat de Verenigde Staten alleen landbouwproducten exporteren en niet importeren.

1. juist
2. onjuist

B

Appalachen

Great Plains

Rocky Mountains

Kustvlakte

New York

Los Angeles

Boston

Las Vegas

Grote Oceaan

Mississippi

Hoort deze klimaatgrafiek bij het land- of zeeklimaat?

1. Zeeklimaat
2. Landklimaat

Central Valley:

1. Akkerbouw en tuinbouw
2. akkerbouw en extensieve veeteelt
3. akkerbouw en intensieve veeteelt
4. tuinbouw

Hoort deze klimaatgrafiek bij een land- of zeeklimaat?

1. Zeeklimaat
2. Landklimaat

Great Plains:

1. Akkerbouw en tuinbouw
2. akkerbouw en extensieve veeteelt
3. akkerbouw en intensieve veeteelt
4. tuinbouw

Centrale Laagvlakte:

1. Akkerbouw en tuinbouw
2. akkerbouw en extensieve veeteelt
3. akkerbouw en intensieve veeteelt
4. tuinbouw

Kustvlakte :

1. Akkerbouw en tuinbouw
2. akkerbouw en extensieve veeteelt
3. akkerbouw en intensieve veeteelt
4. tuinbouw

Dit cijfer denk ik voor de toets te gaan halen:
Vul het op deze manier in 6.5 = 65

0100

Waar kun je nog uitleg over gebruiken?