3KB K3 Gramm persoonlijk voornaamwoord

3BK  Kapitel 3 Grammatik E 
Persoonlijk voornaamwoord 


Quiz: vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Duits Middelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

3BK  Kapitel 3 Grammatik E 
Persoonlijk voornaamwoord 


Quiz: vertaal het persoonlijk voornaamwoord in het Duits 

Slide 1 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
Hallo!  Heeft u een metrokaartje voor mij? 
Hallo! Haben Sie ein U-Bahn-Ticket für mich?  

ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij, U      
ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie, Sie


 

Slide 2 - Tekstslide

Hast (du) __________ den Stadtplan?

Slide 3 - Open vraag

(Zij) ______________ ist schon eingestiegen.

Slide 4 - Open vraag

Wohnt (hij) ------- gleich um die Ecke?

Slide 5 - Open vraag

(Ik) ____ gehe zu Fuß in die Innenstadt.

Slide 6 - Open vraag

Wat zijn de persoonlijk voornaamwoorden?
Haben Sie ein U-Bahn-Ticket für mich?
A
Haben Sie
B
Sie + mich

Slide 7 - Quizvraag

Wat is/zijn de pers. vnw?
Ja, bitte, ein U-Bahn-Ticket für dich.
A
Ja + ein
B
U-Bahn-Ticket + dich
C
für
D
dich

Slide 8 - Quizvraag

Wat is/zijn de pers. vnw.?
Danke. Haben Sie auch ein Ticket für ihn?

Slide 9 - Open vraag


Slide 10 - Open vraag

Hast du etwas Zeit für mich
Dann singe ich ein Lied für dich  
......... 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Dan is er iets geks aan de hand, wie ziet het?

Zijn deze bloemen voor mij?
Sind diese Blumen für mich?

Kom je met mij mee?
Kommst 

Slide 13 - Tekstslide

Jou is soms dich, soms dir. !
Deze bloemen zijn voor jou.  Ik zing een lied voor jou.     
Diese Blumen sind für dich.  Ich singe ein Lied für dich. 

Ik ga met jou naar het station. Zij rijdt met jou naar school. 
Ich gehe mit dir zum Bahnhof.  Sie fährt mit dir zur Schule. 

Weet iemand waarom? 

Slide 14 - Tekstslide