Maak op 1 a4 met 3 tijdlijnen duidelijk wat het verschil is tussen
ppa, ppp, pfa. Inleveren einde van de les.
HOE?
Schets 3 keer een Latijnse zin+situatie+tijdlijn. Gebruik steeds:
- vocare (roepen, participium);
- mundare (opruimen/schoonmaken, persoonsvorm);
- cubiculum (kamer, gebruik als lijdend voorwerp).