gesprekken voeren

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Communiceert met de zorgvrager en het sociale netwerk (Communicator)

Lesinhoud

• Lesdoelen
  
• Refresh your memory
  
• Theorie

- Gesprekken voeren

• Oefenen met voeren van verschillende gesprekken

Lesdoelen

• Je kunt verschillende lastige gesprekken voeren.
• Je houdt tijdens gesprekken rekening met de zorgvrager.
• Je kent de verschillende fasen in een gesprek.

Refresh your memory: Diversiteit is altijd met mensen uit een andere cultuur

1. niet waar
2. waar

Hoe ga je als verpleegkundige/verzorgende om met diversiteit.

3 fasen van een gesprek

 Opstartfase:

• Zorg voor randvoorwaarden
  
• Doel van het gesprek helder
  
• Neem de leiding
  

 Hoofdfase:

• Actief Luisteren
  
• Samenvatten
  
• Doorvragen
  
• Begrip tonen
  
• Gevoelsreflectie geven
  

Afrondingsfase:

• Belangrijkste punten of afspraken herhalen
  
• Checken hoe gesprek is ervaren bij hulpvrager
  
• Evt. nieuwe afspraak maken
  

Gesprekken voeren

Tijdens je werk als verpleegkundige ben je voortdurend in gesprek met je zorgvrager, diens naasten, je collega's en andere betrokkenen. 

Praat jij met iedereen op de BPV op dezelfde manier? Leg uit waarom wel/ niet?

Rekening houden met de ander

• Kent de andere persoon vaktaal?
• Wat is de voorkennis van de ander, m.b.t. het onderwerp?
• Is er een communicatiestoornis (anderstalig/ slechthorend/ dement, visueel beperkt, zwakbegaafd etc.)?
• wat voor soort gesprek ga je voeren (helpend, informatief, slechtnieuws enz.)? 

Taak van de VPK/VZ=  Taalgebruik aanpassen aan de ander in het gesprek zodat het doel van het gesprek door iedereen wordt bereikt

Voorbeeld van aanpassen aan je zorgvrager

Op de volgende dia's zie je een viertal korte filmpjes waarop te zien is hoe de hulpverlener zijn/haar communicatie aanpast aan de zorgvrager. 

Opdracht:

1. Maak tweetallen
2. beschrijf per gesprek het doel/ verloop/ aandachtspunten
   
3. Zoek de bijbehorende informatie op zoals in de opdracht beschreven.  www.zorgvoorbeter.nl
   
4. Ga volgens de casussen de gesprekken voeren, ruil steeds om van rol hulpverlener/ zorgvrager.
   
5. Beschrijf per soort gesprek wat je zegt/ doet in deze fasen: Opstartfase/ hoofdfase/ afrondingsfase.

Spelregels:  

• Voer serieuze gesprekken
  
• Gebruik de juiste gesprekstechniek
  
• Luister actief
  
• Stel de juiste vragen.
  
• Wissel van rol steeds

Zelf oefenen met gesprekken

Literatuur

• Leermodule Digibib: Leer module 3 en leermodule 4 communicatie

• Zorg voor beter