quiz unit, reflectie en verleden tijd

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen we vandaag?
quiz over het beloofde land
korte reflectie schrijven 
grammatica verleden tijd (past simple)
met kopie van 25 meest gebruikte werkwoorden
oefenen
stukje lezen Wael
korte presentatie over Wael van B en S?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz

Slide 3 - Tekstslide

Maak een korte quiz om de kennis van de leerlingen te testen.
Wat betekent het woord 'pluriform'?
A
Er is één dominante cultuur
B
Er zijn alleen maar overeenkomsten
C
Er zijn veel verschillen tussen mensen
D
Er zijn geen verschillen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie waren de gastarbeiders die naar Nederland kwamen?
A
Turken en Marokkanen
B
Russen en Oekraïners
C
Chinezen en Japanners
D
Amerikanen en Canadezen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn redenen waarom mensen emigreren?
A
Om te feesten
B
Oorlog, vervolging (persecution), werk, familie, en betere levensomstandigheden
C
Om te reizen
D
Om te sporten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kwamen veel Surinamers naar Nederland?
A
Vanwege de lage belastingen
B
Er was hier meer werk en er woonde familie hier
C
Om te studeren
D
Vanwege het mooie weer

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we Nederlanders die naar landen zoals Australie, Nieuw-Zeeland en Canada migreerden?
A
Friezen
B
emigranten
C
landverhuizers

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Amin zegt: ik ben naar nederland gekomen, omdat het in mijn eigen land onveilig is.
Bij welke groep hoort Amin?
A
Immigrant uit een voormalige kolonie
B
arbeidsmigrant uit Oost-Europa
C
Gastarbeiders
D
Vluchteling

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Davin zegt: mijn opa is lang geleden naar Nederland gekomen om hier te werken.
Bij welke groep hoort de opa van Davin?
A
Immigrant uit een voormalige kolonie
B
arbeidsmigrant uit Oost-Europa
C
Gastarbeiders
D
Vluchteling.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wiktoria zegt: Mijn vader is naar Nederland gekomen, omdat hij hier meer geld kon verdienen dan in zijn eigen land.
Bij welke groep hoort de vader van Wiktoria?
A
Immigrant uit een voormalige kolonie
B
arbeidsmigrant uit Oost-Europa
C
Gastarbeiders
D
Vluchteling

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Bij welk continent hoort het land Suriname?
A
Europa
B
Azië
C
Afrika
D
Zuid-Amerika

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke talen spreken mensen in Suriname?
A
Nederlands
B
Nederlands en Sranantongo
C
Nederlands, Sranantongo en Papiamento

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


In welk jaar werd Suriname onafhankelijk van Nederland?
A
1975
B
1579
C
1863
D
1674

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat wordt herdacht op de Keti Koti viering (celebration)?
A
Afschaffing van de slavernij
B
Strijd om grondrechten van inheemsen
C
De migratie van contractarbeiders

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke betekenis heeft
het volgende woord?

Slide 16 - Tekstslide

Voorste slide bij iedere LessonUp les:


Keti koti
A
Word wakker
B
Welterusten
C
Eet smakelijk
D
ketenen gebroken

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen en evaluatie (10 min)
1 Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd in deze unit? What’s the most important thing you learned in this unit?
2 Waarom?  Why, how does this knowledge help you?
3 Welke feedback heb je voor miss Trap? Wat kan zij verbeteren? Geef suggesties voor activiteiten :)
3 What feedback do you have for miss Trap? What can she improve? Please give suggestions for activities

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica 
De verleden tijd/simple past
Kopie met de meest gebruikte werkwoorden uitdelen
Lees de woorden. Welke ken je nog niet? Highlight of onderstreep deze woorden.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verleden tijd
Sterke werkwoord voorbeeld:
Ik ging gisteren met de tram naar huis.

Zwakke werkwoorden voorbeeld:
Ik fietste gisteren naar huis

Wat gebeurt er met het werkwoord en waarom?


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwakke werkwoorden blijven in een andere tijd hetzelfde klinken.



Bijvoorbeeld:
wacht - wachtte
dans - danste
kook - kookte
teken - tekende

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterke

werkwoorden


hebben de

KRACHT

om in de verleden tijd

van klank te veranderen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verleden tijd

sterke werkwoorden

In het enkelvoud: schrijf op zoals het klinkt
hij liep
In het meervoud:
schrijf op zoals het klinkt
wij liepen
Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeelden:
kopen : ik koop - ik kocht
lopen : ik loop - ik liep
geven : wij geven - wij gaven
kruipen : zij kruipen - zij kropen

Verleden tijd

zwakke werkwoorden

In het enkelvoud: stam + te / stam + de
hij fietste
hij tekende


In het meervoud:
stam + ten / stam + den
wij fietsten
wij tekenden
Regel
Leer de regels uit je hoofd.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammatica HL
Oefenen met de verleden tijd 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

task
WAEL lezen

Benjamin en Siyona
vertellen over het boek
korte samenvatting en je mening


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies