Oefentoets spelling

Meervoud
A
dominee's
B
dominees
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Meervoud
A
dominee's
B
dominees

Slide 1 - Quizvraag

Wie kan de goede combinaties maken?
Eieren
Pennen
Daken
Stiften
Schriften
Ei
Pen
Dak
Stift
Schrift

Slide 2 - Sleepvraag

Vorige week (surfen) de meisjes op de plas.

Gebruik 't sexy fokschaap!
A
surften
B
surfte
C
surfde
D
surfden

Slide 3 - Quizvraag

Welke samenstelling is goed?
A
berensterk
B
vmboschool
C
auto-ongeluk
D
zonnenschijn

Slide 4 - Quizvraag

orchidee
A
orchideeën
B
orchideën
C
orchideëen

Slide 5 - Quizvraag

Welk antwoord is goed?
A
De paarden renden weg. Alle gingen ze onderuit.
B
De paarden renden weg. Allen gingen ze onderuit.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is goed en wat is fout? 
Sleep naar de juiste kolom. 
Goed 
Fout
vijf kinderen
twee november
5 kinderen
2 november
4 mavo
Vier mavo

Slide 7 - Sleepvraag

schrijf aan elkaar of los:
examen klas / bureau blad/ heet water

Slide 8 - Open vraag

Meervoud
A
mavo's
B
mavos

Slide 9 - Quizvraag

Het meisje ....... ik gisteren zag

Slide 10 - Open vraag

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
Kano'tje
B
Kanotje
C
Kanoo'tje
D
Kanootje

Slide 11 - Quizvraag

vul de juiste woorden in:
De jongen ......... zij verkering heeft, heeft een paard ........ hij aan wedstrijden mee doet.

Slide 12 - Open vraag

meervoud
A
kroketten
B
kroketen

Slide 13 - Quizvraag

Meervoud
A
Melodiën
B
Melodieën
C
Bacteriën
D
Bacterieën

Slide 14 - Quizvraag

Moet dit aan elkaar of los?
basis + school + hoofd
les + geven
er + van + langskrijgen

Slide 15 - Open vraag

Noteer de persoonsvorm(en):
Jan heeft veel geoefend, want hij wil zijn theorie-examen halen.

Slide 16 - Open vraag

Aan elkaar of los? Streepjes of niet?
huis artsen en bedrijfs artsen

Slide 17 - Open vraag

verbeter de zin:
Hij gaf jou fiets aan hun.

Slide 18 - Open vraag

de paarden renden weg, ....... gingen ze onderuit
A
alle
B
allen

Slide 19 - Quizvraag

ik weeg .... kg
A
tachtig
B
80

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord is fout?
A
CAO
B
havo
C
Kerstmis
D
Nieuwjaarsavond

Slide 21 - Quizvraag