Gynaecologie

Gynaecologie 
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 53 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Gynaecologie 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag: 
Terugblik afgelopen week
Gynaecologie:
- menstruatiecyclus, 
- vrouwelijke hormonen, 
- anti-conceptie, 
- pathologie vrouwelijke geslachtsorganen.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Heeft er iemand vragen over de opdrachten? 
Wat is nog lastig?

Wat vond je gemakkelijk?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Menstruatiecyclus

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Menstruatiecyclus

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrouwelijke hormonen
Korte herhaling. In leerjaar 2 ook aan bod gekomen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Follikelstimulerend hormoon (FSH)
Functies:

  • Bevorderd de groei en ontwikkeling van follikels = eicellen
  • Bevorderen de vorming van zaadcellen

  • Prikkelen van de eierstokken (ovaria) voor het maken van oestrogeen en progesteron
  • Prikkelen van de zaadballen (testis) voor het maken van testosteron

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luteïniserend hormoon
LH hormoon zorgt dat het rijpe eitje springt en dat het gele lichaam (jasje van het eitje) wordt gevuld met vocht.
Gele lichaam heet ook wel corpus luteum, deze gaat het zwangerschapshormoon (progesteron) produceren.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eisprong
Dominant follikel barst open onder invloed van LH --> Luteïniserend hormoon --> eisprong

Functie LH: 
  • Eisprong stimuleren
  • Zorgen dat bevruchte eicel zich kan nestelen in de baarmoeder




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oestrogeen en progesteron
In de eerste helft van je cyclus, de folliculaire fase, heeft oestrogeen een dominante rol en houdt progesteron zich op de achtergrond. In de tweede helft van je menstruatie, dus na de eisprong, is progesteron de baas. De hoeveelheid oestrogeen neemt dan af en het progesterongehalte neemt toe.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Progesteron
-  zorgt dat het baarmoederslijmvlies klaar is voor innesteling van een bevruchte eicel. 
- remt  LH en FSH, om te voorkomen dat er nieuwe eicellen gaan rijpen. 
- maakt de baarmoedermond ontoegankelijk voor zaadcelletjes. Alles met als doel om een bevruchte eicel de beste kansen te geven.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Progesteron
Vindt er geen bevruchting plaats, dan gaat het gele lichaam ten gronde, neemt de progesteronaanmaak af en wordt het opgebouwde baarmoederslijmvlies weer afgebroken. 

Resultaat: menstruatie.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HCG: Zwangerschapshormoon
HCG speelt een belangrijke rol bij een goede start van de zwangerschap. 
- geen nieuwe eicellen aangemaakt 
- bevruchte eicel goed kan innestelen. 
- het embryo goed kan groeien.

 Wordt in de 1ste weken zwangerschap aangemaakt door embryo. En wordt als de placenta groot genoeg is door de placenta overgenomen.





Slide 13 - Tekstslide

Humaan choriongonadotrofine wordt in de eerste weken van je zwangerschap aangemaakt door het embryo. Is de placenta groot genoeg om dit hormoon aan te maken? Dan neemt de placenta deze taak over.

Tijdens de eisprong maakte de eicel zich los uit een eiblaasje (follikel) in de eierstok. Het omhulsel dat in de eierstok achterblijft, wordt corpus luteum of geel lichaam genoemd. Na een bevruchting zorgt hCG ervoor dat dit gele lichaam niet wordt afgebroken.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil menopauze en overgang
Menopauze: de menstruatie is gestopt. Minimaal 1 jaar geen menstruatie meer.


Overgang: de menstruatie wordt geleidelijk minder.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

anti-conceptie
- pil
- spiraal
- condoom
- vaginale ring
- anticonceptie pleister
- prikpil
- implantatiestaafje
- sterilisatie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking 'de Pil'
De werking van OAC’s wordt door drie factoren bepaald:
  1. de ovulatie (eisprong) onderdrukken;
  2. zaadcellen het slijm in de baarmoederhals minder goed laten passeren;
  3. het baarmoederslijmvlies minder geschikt maken voor de innesteling van een mogelijk bevruchte eicel.

Slide 17 - Tekstslide

Ze nemen binnen de geneesmiddelen een aparte plaats in, omdat ze vrijwel uitsluitend gebruikt worden door gezonde vrouwen. 
'De Pil'
 oraal anticonceptivum genoemd  (OAC) 
- voorkomen van zwangerschap
- bij hevige of pijnlijke menstruatie
- bij andere vormen van onregelmatig bloedverlies. 
Bijna alle OAC’s zijn combinatiepreparaten die bestaan uit stoffen die lijken op de natuurlijke geslachtshormonen van de vrouw: oestrogeen en progestaron.

Slide 18 - Tekstslide

Ze nemen binnen de geneesmiddelen een aparte plaats in, omdat ze vrijwel uitsluitend gebruikt worden door gezonde vrouwen. 
'de Pil'
De hormonen van de pil sussen de eierstokken als het ware in slaap. Hierbij geldt de ‘zeven-dagen-regel’. Na zeven dagen pilgebruik zijn de eierstokken volledig in slaap gesust. Er vindt geen verdere rijping en dus ook geen eisprong plaats. Zou de vrouw stoppen met het gebruik van de pil, dan duurt het ook weer minimaal zeven dagen voordat de eierstokken voldoende ontwaakt zijn om een eicel tot rijping te brengen. 
 Rijping leidt tot een eisprong en dus een risico op zwangerschap.
Waarom dan wel een 'stopweek'?

Slide 19 - Tekstslide

Altijd doorslikken zonder pauzeweek is natuurlijk nog betrouwbaarder, maar dat heeft weer als nadeel dat er, zonder dat je dat kunt plannen, af en toe doorbraakbloedingen op zullen treden.

Hieruit blijkt al dat de pil het minst betrouwbaar is aan het eind van de stopweek. Na een stopweek van zeven dagen zijn de eierstokken immers weer voldoende ontwaakt. Die zeven dagen zijn bijna voldoende om opnieuw een eicel te laten rijpen. In de meeste gevallen neemt de vrouw dan weer een nieuwe pil, waardoor dat ‘gevaar’ wordt bezworen. Om de pil aan het eind van de pauzeweek ‘veiliger’ te maken, hebben veel nieuwe pillen een kortere stopweek. Meestal zijn dat vier dagen waarin een placebo geslikt wordt. 
verschillende soorten
Combinatiepil; bevatten een vaste dosis oestrogeen en progestageen. Wordt het meest gebruikt = ook nuvaring, microgynon 30) 7 dagen regel

Relatief weinig bijwerkingen, meestal verdwijnen misselijkheid, hoofdpijn, gespannen borsten, tepelvloed en doorbraakbloedingen binnen enkele maanden.

Slide 20 - Tekstslide

Relatief weinig bijwerkingen, meestal verdwijnen misselijkheid, hoofdpijn, gespannen borsten, tepelvloed en doorbraakbloedingen binnen enkele maanden.
Soms: spotting, vet haar, acne, gewichtstoename, verandering in libido.
2á4 op de 10.000, verandering in bloedstolling, risico op trombose. 
 dagen zijn de eierstokken immers weer voldoende ontwaakt. Die zeven dagen zijn bijna voldoende om opnieuw een eicel te laten rijpen. In de meeste gevallen neemt de vrouw dan weer een nieuwe pil, waardoor dat ‘gevaar’ wordt bezworen. Om de pil aan het eind van de pauzeweek ‘veiliger’ te maken, hebben veel nieuwe pillen een kortere stopweek. Meestal zijn dat vier dagen waarin een placebo geslikt wordt. 
Minipil
De minipil bevat enkel het hormoon progestageen. Deze pil is minder betrouwbaar dan de combinatiepil. De minipil moet dagelijks op hetzelfde tijdstip worden ingenomen.  
mirena spiraal
Spiraaltje met het progestageen-hormoon levonorgestrel.
kan in combinatie met bloedverdunners worden gebruikt
werken beide  anders dan de combinatiepil, en voorkomen de eisprong niet.

Slide 21 - Tekstslide

De minipil verandert het baarmoederslijmvlies, maakt de slijmprop in de baarmoederhals ondoordringbaar voor de zaadcel, en verandert het baarmoederslijmvlies. Hierdoor kan een bevrucht eitje zich moeilijker innestelen. De beweeglijkheid van de eileiders wordt bovendien beïnvloed, zodat de eicel later dan normaal in de baarmoeder belandt. 
Pathologie vrouwelijke geslachtsorganen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premenstrueel syndroom (PMS)
Belemmering van het dagelijks functioneren, door lichamelijke en psychische klachten voorafgaande aan de menstruatie. 

Meestal een opgeblazen gevoel en depressieve klachten. 

De klachten verdwijnen wanneer de menstruatie begint. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mastitis
borst= mama      itis=ontsteking

Na de eerste week borstvoeding kan een ontsteking ontstaan, pijnlijk voor de vrouw soms antibioticum noodzakelijk. Ongevaarlijk voor de baby tenzij abces doorbreekt naar de moedermelk

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mammacarcinoom
Belangrijkste risicofactor voor borstkanker is hogere leeftijd -> bevolkingsonderzoek

BRCA 1 en BRCA 2: genen die een rol kunnen spelen (erfelijk)
= Autosomaal dominant erfelijk (gen met de fout (mutatie) is het sterkst)
Prognose hangt af van de ziekte.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mammacarcinoom symptomen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endometrium poliep
Endometrium = baarmoederslijmvlies

Is een gesteelde zwelling in het slijmvlies aan de binnenkant van de baarmoeder.
Kan worden gevonden bij hysteroscopie (de baarmoeder van binnen bekijken) of door een curratage.

Poliep moet worden verwijderd, want?



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Myoom (vleesboom) 
Benigne (goedaardige) tumoren van spiercellen in de wand van de uterus (baarmoeder).
Kans dat het maligne (kwaadaardig) wordt is vrijwel afwezig
Niet altijd klachten, mogelijke klachten zijn:
- overmatig bloedverlies
- onregelmatig bloedverlies
- drukgevoel
- dysmenorroe (pijnlijke menstruatie)
- dyspareunie (pijn bij het vrijen)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endometrium carcinoom
Kanker in het slijmvlies aan de binnenkant van de uterus (baarmoeder), vooral bij oudere vrouwen
Klacht: Bloedverlies – hoeveelheid en afscheiding
Bij maligne weefsel: Abdominale uterus extirpatie
( verwijderen uterus/ tubae en ovaria)


Slide 30 - Tekstslide

Onderzoek: Transvaginaal echogram is noodzakelijk
Endometrium wordt verwijderd d.m.v. curettage en arts
onderzoekt het weefsel

Cervix carcinoom
Voorstadia van cervix carcinoom kan al voor komen bij jonge vrouwen:
Secundaire preventie is van levensbelang (uitstrijkjes)
Primaire preventie (vaccinatie)
Humaan Papilloma virus
Symptoom: vaginaal bloedverlies ( bv na seksueel contact), pijn bij het vrijen, abnormale afscheiding


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speculum onderzoek laat onrustig weefsel
 zien, een biopt moet zekerheid geven (uitstrijkje)
Vroege stadia kunnen lokaal behandeld worden 
(bevriezen of laser)

Podcast tumortapes:
 https://www.npo3fm.nl/podcasts/de-tumor-tapes

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ovarium carcinoom 
Kanker in de eierstokken, is vrij zeldzaam. Oorzaak onbekend, soms erfelijkheid.
Op het moment van diagnose zit de buik vaak al vol met kanker en is de ziekte uitgezaaid.
‘silent killer’
Chirurgie en chemotherapie

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacteriële vaginose
De bacteriën die normaal aanwezig zijn in de vagina zijn vervangen door andere micro-organismen. 

Een onaangenaam ruikende, grijswitte fluor. Het slijmvlies van de vagina is onveranderd, niet rood of gezwollen. Het doet geen pijn, ook niet bij het plassen of vrijen.

Slide 42 - Tekstslide

Hoe komt de arts tot een diagnose?
Vaak kan deze aandoening eenvoudig, snel en goedkoop worden vast gesteld in de HA praktijk op basis van klachten, het aspect van de fluor, een pH-meting en aminetest van de fluor.
Wat is de behandeling?
Als je de klachten voor het eerst hebt kan je afwachten of het vanzelf overgaat. Als de geur of de afscheiding erg hinderlijk is kan de HA een medicijn voorschrijven.
Heb jij als DA een taak bij deze aandoening?
Assisteren/uitvoeren fluorafname door middel van een uitstrijkje en de kweek opsturen.

Candida-vaginitis
Canida is een schimmel (eigenlijk gist) die bij veel vrouwen normaal in de vagina aanwezig is.
Als de hoeveelheid sterk toeneemt kan dit klachten geven:
- jeuk of branderigheid aan de vagina en de vulva 
- meer  fluor 
-soms stinkende afscheiding
- plassen en vrijen kunnen pijnlijk zijn

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaginitis door SOA
chlamydia en gonorroe
worden veroorzaakt door bacterie
bij chlamydia zijn klachten minder duidelijk bij gonorroe fluor geelgroen en etterig

kan soms pelvic inflammatory disease (PID) veroorzaken (ontsteking in het kleine bekken) 

Slide 44 - Tekstslide

Het kleine bekken is de ruimte tussen je heupen, schaambeen en stuitje. Hierin liggen je vagina, baarmoeder, eileiders en eierstokken. In deze organen kun je een ontsteking krijgen. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

endometriose 
Endometrium groeit op een abnormale plaats.

mogelijke klachten:
- (hevige) pijn tijdens de menstruatie
- vrijen kan bij vrouwen met deze aandoening ook klachten geven in de buikstreek. 
- soms is de kans op conceptie kleiner met deze aandoening.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Prolaps: verzakking
Portio komt dicht in de buurt van de vagina

Urine incontinent, Urine retentie, Moeilijk defeceren
Kan je een zeurderig gevoel of pijn in de onderbuik, benen of liezen hebben. De pijn kan uitstralen naar de rug, soms met enorme moeheid. Zitten en fietsen kunnen problemen geven.
Vaak hebben vrouwen een combinatie van deze klachten. 



Slide 49 - Tekstslide

Vaak hebben vrouwen een combinatie van deze klachten. De klachten verergeren vaak in de loop van de dag of na inspanning. Na rust worden ze meestal minder.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PCO polycysteus ovarium syndroom
Letterlijk betekent deze aandoening dat er meerdere vochtblaasjes (cysten) in het ovarium aanwezig zijn.

meestal vindt bloedonderzoek en echoscopisch onderzoek plaats. Door middel van inwendig echoscopisch onderzoek kunnen de tubae worden beoordeeld op het voorkomen van meerdere follikels.


Slide 51 - Tekstslide

Hoe deze aandoening ontstaat is niet bekend. Waarschijnlijk is er niet één oorzaak en zijn hierbij meerdere hormonen betrokken. Zo bestaat er veelal een verhoogde waarde van het luteïniserend hormoon (LH), dat de ovulatie opwekt. Ook is er eventueel een verhoging van de waarde van het testosteron, en soms ook van het insuline. Verder is er een te lage FSH spiegel. Deze aandoening kan meestal met behulp van inwendige echoscopie zichtbaar worden gemaakt. Een veel gehoorde klacht is een onregelmatige menstruatiecyclus. Hierdoor kan een vrouw oligomenorroe of amenorroe klachten hebben.
Wat is de behandeling?
Afvallen
Clomifeencitraat tabletten of Metformine
Injecties: gonadotrofine
Elektrocoagulatie van de eierstokken: LEO

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
-Opdracht gynaecologie aandoeningen (Cumlaude)
-Verder gaan modules MBO leren/Medilect (zie planning)

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies