Gynaecologie



3.2.3 Gynaecologie DA3
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les



3.2.3 Gynaecologie DA3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag: 
Terugblik afgelopen week
Gynaecologie:
- menstruatiecyclus, 
- vrouwelijke hormonen, 
- anti-conceptie, 
- pathologie vrouwelijke geslachtsorganen.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Heeft er iemand vragen over de opdrachten? 
Wat is nog lastig?

Wat vond je gemakkelijk?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Menstruatiecyclus

Waarom is een vrouw een aantal dagen
voor de eisprong vruchtbaar en 
maar tot één dag er na? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

M
FSH: follikel stimulerend 
           hormoon
LH: Luteïniserend hormoon
Oestrogeen
Progesteron

Slide 5 - Tekstslide


Je menstruatie is op te delen in twee fases: de fase vóór je ovulatie (folliculaire fase) en de fase na je ovulatie (luteale fase). In de eerste helft van je cyclus, de folliculaire fase, heeft oestrogeen een dominante rol en houdt progesteron zich op de achtergrond. In de tweede helft van je menstruatie, dus na de eisprong, is progesteron de baas. De hoeveelheid oestrogeen neemt dan af en het progesterongehalte neemt toe.
Progesteron zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies van de baarmoederwand zich voorbereidt op een goede innesteling van een bevruchte eicel. Ook remt progesteron LH en FSH, om te voorkomen dat er nieuwe eicellen gaan rijpen. Het hormoon maakt daarnaast de baarmoedermond ontoegankelijk voor zaadcelletjes. Alles met als doel om een bevruchte eicel de beste kansen te geven.
Vindt er geen bevruchting plaats, dan gaat het gele lichaam ten gronde, neemt de progesteronaanmaak af en wordt het opgebouwde baarmoederslijmvlies weer afgebroken. Resultaat: je wordt ongesteld.
FSH: follikel stimulerend hormoon
LH: Luteïniserend hormoon
Worden gemaakt in de hypofyse(voorkwab)

deze twee hormonen werken op de eierstokken (ovaria), die twee vrouwelijke geslachtshormonen produceren:
- oestrogeen
- progesteron

Slide 6 - Tekstslide

FSH en LH zijn beide trope hormonen
Dit zijn hormonen van de hypofyse voorkwab die de werking van andere endocriene klieren beïnvloeden.
FSH: follikel stimulerend hormoon
LH: Luteïniserend hormoon

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oestrogeen en progesteron
In de eerste helft van je cyclus, de folliculaire fase, heeft oestrogeen een dominante rol en houdt progesteron zich op de achtergrond. In de tweede helft van je menstruatie, dus na de eisprong, is progesteron de baas. De hoeveelheid oestrogeen neemt dan af en het progesterongehalte neemt toe.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Progesteron
Progesteron zorgt ervoor dat het 
- baarmoederslijmvlies innesteling van een bevruchte eicel. 
- remt progesteron LH en FSH, om te voorkomen dat er nieuwe eicellen gaan rijpen. 
- maakt de baarmoedermond ontoegankelijk voor zaadcelletjes. Alles met als doel om een bevruchte eicel de beste kansen te geven.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Progesteron
Vindt er geen bevruchting plaats, dan gaat het gele lichaam ten gronde, neemt de progesteronaanmaak af en wordt het opgebouwde baarmoederslijmvlies weer afgebroken. Resultaat: je wordt ongesteld

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HCG: Zwangerschapshormoon
Wat doet hCG?
HCG speelt een belangrijke rol bij een goede start van je zwangerschap. 
- geen nieuwe eicellen aangemaakt 
- bevruchte eicel goed kan innestelen. 
- het embryo goed kan groeien.
  





Slide 11 - Tekstslide

HCG wordt in de eerste weken van je zwangerschap aangemaakt door het embryo. Is de placenta groot genoeg om dit hormoon aan te maken? Dan neemt de placenta deze taak over.

Tijdens de eisprong maakte de eicel zich los uit een eiblaasje (follikel) in de eierstok. Het omhulsel dat in de eierstok achterblijft, wordt corpus luteum of geel lichaam genoemd. Na een bevruchting zorgt hCG ervoor dat dit gele lichaam niet wordt afgebroken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

anti-conceptie
- pil
- spiraal
- condoom
- vaginale ring
- anticonceptie pleister
- prikpil
- implantatiestaafje
- sterilisatie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking 'de Pil'
De werking van OAC’s wordt door drie factoren bepaald:
de ovulatie (eisprong) onderdrukken;
zaadcellen het slijm in de baarmoederhals minder goed laten passeren;
het baarmoederslijmvlies minder geschikt maken voor de innesteling van een mogelijk bevruchte eicel.

Slide 14 - Tekstslide

Ze nemen binnen de geneesmiddelen een aparte plaats in, omdat ze vrijwel uitsluitend gebruikt worden door gezonde vrouwen. 
'De Pil'
 oraal anticonceptivum genoemd  (OAC) 
- voorkomen van zwangerschap
- bij hevige of pijnlijke menstruatie
- bij andere vormen van onregelmatig bloedverlies. 
Bijna alle OAC’s zijn combinatiepreparaten die bestaan uit stoffen die lijken op de natuurlijke geslachtshormonen van de vrouw: oestrogeen en progestaron.

Slide 15 - Tekstslide

Ze nemen binnen de geneesmiddelen een aparte plaats in, omdat ze vrijwel uitsluitend gebruikt worden door gezonde vrouwen. 
'de Pil'
De hormonen van de pil sussen de eierstokken als het ware in slaap. Hierbij geldt de ‘zeven-dagen-regel’. Na zeven dagen pilgebruik zijn de eierstokken volledig in slaap gesust. Er vindt geen verdere rijping en dus ook geen eisprong plaats. Zou de vrouw stoppen met het gebruik van de pil, dan duurt het ook weer minimaal zeven dagen voordat de eierstokken voldoende ontwaakt zijn om een eicel tot rijping te brengen. 
 Rijping leidt tot een eisprong en dus een risico op zwangerschap.
Waarom dan wel een 'stopweek'?

Slide 16 - Tekstslide

Altijd doorslikken zonder pauzeweek is natuurlijk nog betrouwbaarder, maar dat heeft weer als nadeel dat er, zonder dat je dat kunt plannen, af en toe doorbraakbloedingen op zullen treden.

Hieruit blijkt al dat de pil het minst betrouwbaar is aan het eind van de stopweek. Na een stopweek van zeven dagen zijn de eierstokken immers weer voldoende ontwaakt. Die zeven dagen zijn bijna voldoende om opnieuw een eicel te laten rijpen. In de meeste gevallen neemt de vrouw dan weer een nieuwe pil, waardoor dat ‘gevaar’ wordt bezworen. Om de pil aan het eind van de pauzeweek ‘veiliger’ te maken, hebben veel nieuwe pillen een kortere stopweek. Meestal zijn dat vier dagen waarin een placebo geslikt wordt. 
verschillende soorten
Combinatiepil; bevatten een vaste dosis oestrogeen en progestageen. Wordt het meest gebruikt = ook nuvaring, microgynon 30) 7 dagen regel

Relatief weinig bijwerkingen, meestal verdwijnen misselijkheid, hoofdpijn, gespannen borsten, tepelvloed en doorbraakbloedingen binnen enkele maanden.

Slide 17 - Tekstslide

Relatief weinig bijwerkingen, meestal verdwijnen misselijkheid, hoofdpijn, gespannen borsten, tepelvloed en doorbraakbloedingen binnen enkele maanden.
Soms: spotting, vet haar, acne, gewichtstoename, verandering in libido.
2á4 op de 10.000, verandering in bloedstolling, risico op trombose. 
 dagen zijn de eierstokken immers weer voldoende ontwaakt. Die zeven dagen zijn bijna voldoende om opnieuw een eicel te laten rijpen. In de meeste gevallen neemt de vrouw dan weer een nieuwe pil, waardoor dat ‘gevaar’ wordt bezworen. Om de pil aan het eind van de pauzeweek ‘veiliger’ te maken, hebben veel nieuwe pillen een kortere stopweek. Meestal zijn dat vier dagen waarin een placebo geslikt wordt. 
Minipil
De minipil bevat enkel het hormoon progestageen. Deze pil is minder betrouwbaar dan de combinatiepil. De minipil moet dagelijks op hetzelfde tijdstip worden ingenomen.  
mirena spiraal
Spiraaltje met het progestageen-hormoon levonorgestrel.
kan in combinatie met bloedverdunners worden gebruikt

werken beide  anders dan de combinatiepil, en voorkomen de eisprong niet.

Slide 18 - Tekstslide

De minipil verandert het baarmoederslijmvlies, maakt de slijmprop in de baarmoederhals ondoordringbaar voor de zaadcel, en verandert het baarmoederslijmvlies. Hierdoor kan een bevrucht eitje zich moeilijker innestelen. De beweeglijkheid van de eileiders wordt bovendien beïnvloed, zodat de eicel later dan normaal in de baarmoeder belandt. 
Pathologie vrouwelijke geslachtsorganen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mastitis
borst= mama      itis=ontsteking

Na de eerste week borstvoeding kan een ontsteking ontstaan, pijnlijk voor de vrouw soms antbiotiucum noodzakelijk. Ongevaarlijk voor de baby tenzij abces doorbreekt naar de moedermelk

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mammacarcinoom
Belangrijkste risicofactor voor borstkanker is hogere leeftijd -> bevolkingsonderzoek

BRCA 1 en BRCA 2: genen die een rol kunnen spelen (erfelijk)
= Autosomaal dominant erfelijk

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mammacarcinoom
Symptomen:
- Voelbaar knobbeltje
- Verandering van vorm of symmetrie
- Kuiltje in de huid of tepel trekt naar binnen
- Gekleurde afscheiding uit de tepel

prognose hangt af van stadium van de ziekte

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endometrium poliep
Endometrium = baarmoederslijmvlies

Is een gesteelde zwelling in het slijmvlies aan de binnenkant van de baarmoeder.
Kan worden gevonden bij hysteroscopie (de baarmoeder van binnen bekijken) of door een curratage.

Poliep moet worden verwijderd, want?



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Myoom (vleesboom) 
Benigne (goedaardige) tumoren van spiercellen in de wand van de uterus (baarmoeder).
Kans dat het maligne (kwaadaardig) wordt is vrijwel afwezig
Niet altijd klachten, mogelijke klachten zijn:
- overmatig bloedverlies
- onregelmatig bloedverlies
- drukgevoel
- dysmenorroe (pijnlijke menstruatie)
- dyspareunie (pijn bij het vrijen)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endometrium carcinoom
Kanker in het slijmvlies aan de binnenkant van de uterus (baarmoeder), vooral bij oudere vrouwen
Klacht: Bloedverlies – hoeveelheid en afscheiding
Bij maligne weefsel: Abdominale uterus extirpatie
( verwijderen uterus/ tubae en ovaria)


Slide 26 - Tekstslide

Onderzoek: Transvaginaal echogram is noodzakelijk
Endometrium wordt verwijderd d.m.v. curettage en arts
onderzoekt het weefsel

Cervix carcinoom
Voorstadia van cervix carcinoom kan al voor komen bij jonge vrouwen:
Secundaire preventie is van levensbelang (uitstrijkjes)
Primaire preventie (vaccinatie)
Humaan Papilloma virus
Symptoom: vaginaal bloedverlies ( bv na seksueel contact), pijn bij het vrijen, abnormale afscheiding


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Speculum onderzoek laat onrustig weefsel
 zien, een biopt moet zekerheid geven (uitstrijkje)

vroege stadia kunnen lokaal behandeld worden 
(bevriezen of laser)

Podcast tumortapes 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PCO polycysteus ovarium syndroom
Letterlijk betekent deze aandoening dat er meerdere vochtblaasjes (cysten) in het ovarium aanwezig zijn.

meestal vindt bloedonderzoek en echoscopisch onderzoek plaats. Door middel van inwendig echoscopisch onderzoek kunnen de tubae worden beoordeeld op het voorkomen van meerdere follikels.


Slide 29 - Tekstslide

Hoe deze aandoening ontstaat is niet bekend. Waarschijnlijk is er niet één oorzaak en zijn hierbij meerdere hormonen betrokken. Zo bestaat er veelal een verhoogde waarde van het luteïniserend hormoon (LH), dat de ovulatie opwekt. Ook is er eventueel een verhoging van de waarde van het testosteron, en soms ook van het insuline. Verder is er een te lage FSH spiegel. Deze aandoening kan meestal met behulp van inwendige echoscopie zichtbaar worden gemaakt. Een veel gehoorde klacht is een onregelmatige menstruatiecyclus. Hierdoor kan een vrouw oligomenorroe of amenorroe klachten hebben.
Wat is de behandeling?
Afvallen
Clomifeencitraat tabletten of Metformine
Injecties: gonadotrofine
Elektrocoagulatie van de eierstokken: LEO

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ovarium carcinoom 
Kanker in de eierstokken, is vrij zeldzaam. Oorzaak onbekend, soms erfelijkheid.
Op het moment van diagnose zit de buik vaak al vol met kanker en is de ziekte uitgezaaid.
‘silent killer’
Chirurgie en chemotherapie

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacteriële vaginose
De bacteriën die normaal aanwezig zijn in de vagina zijn vervangen door andere micro-organismen. 

Een onaangenaam ruikende, grijswitte fluor. Het slijmvlies van de vagina is onveranderd, niet rood of gezwollen. Het doet geen pijn, ook niet bij het plassen of vrijen.

Slide 32 - Tekstslide

Hoe komt de arts tot een diagnose?
Vaak kan deze aandoening eenvoudig, snel en goedkoop worden vast gesteld in de HA praktijk op basis van klachten, het aspect van de fluor, een pH-meting en aminetest van de fluor.
Wat is de behandeling?
Als je de klachten voor het eerst hebt kan je afwachten of het vanzelf overgaat. Als de geur of de afscheiding erg hinderlijk is kan de HA een medicijn voorschrijven.
Heb jij als DA een taak bij deze aandoening?
Assisteren/uitvoeren fluorafname door middel van een uitstrijkje en de kweek opsturen.

Candida-vaginitis
Canida is een schimmel (eigenlijk gist) die bij veel vrouwen normaal in de vagina aanwezig is.
Als de hoeveelheid sterk toeneemt kan dit klachten geven:
- jeuk of branderigheid aan de vagina en de vulva 
- meer  fluor 
-soms stinkende afscheiding
- plassen en vrijen kunnen pijnlijk zijn

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vaginitis door SOA
chlamydia en gonorroe
worden veroorzaakt door bacterie

bij chlamydia zijn klachten minder duidelijk bij gonorroe fluor geelgroen en etterig

kan soms pelvic inflammatory disease veroorzaken (ontsteking in het kleine bekken) 

Slide 34 - Tekstslide

Het kleine bekken is de ruimte tussen je heupen, schaambeen en stuitje. Hierin liggen je vagina, baarmoeder, eileiders en eierstokken. In deze organen kun je een ontsteking krijgen. 
endometriose 
Endometrium groeit op een abnormale plaats.

mogelijke klachten:
- (hevige) pijn tijdens de menstruatie
- vrijen kan bij vrouwen met deze aandoening ook klachten geven in de buikstreek. 
- soms is de kans op conceptie kleiner met deze aandoening.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prolaps: verzakking
Portio komt dicht in de buurt van de vagina

Urine incontinent, Urine retentie, Moeilijk defeceren
Kan je een zeurderig gevoel of pijn in de onderbuik, benen of liezen hebben. De pijn kan uitstralen naar de rug, soms met enorme moeheid. Zitten en fietsen kunnen problemen geven.
Vaak hebben vrouwen een combinatie van deze klachten. 



Slide 37 - Tekstslide

Vaak hebben vrouwen een combinatie van deze klachten. De klachten verergeren vaak in de loop van de dag of na inspanning. Na rust worden ze meestal minder.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Opdracht gynaecologie op CumLaude

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies