Aan de slag met je eigen tekst: aardrijkskunde of geschiedenis
Bewaar alle notities en antwoorden goed, deze
heb je volgende les weer nodig.
Slide 2 - Tekstslide
Fase 1: vóór het lezen
Strategie: verkennend lezen
Kijk naar de titel, afbeeldingen, tussenkopjes en dikgedrukte woorden.
Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat zou je over het onderwerp willen weten?
Wat gaat de tekst je over het onderwerp vertellen?
Slide 3 - Tekstslide
Fase 2: tijdens het lezen
Strategie: begrijp wat je leest
Stap 1: lees een alinea door. Snap je alle woorden/zinnen?
Stap 2: welke signaalwoorden helpen je de tekst te begrijpen?
Stap 3: vat elke alinea samen in één zin.
Slide 4 - Tekstslide
Fase 3: na het lezen
Kijk terug naar fase 1:
wat had je als voorspelling opgeschreven en klopt het?
Zo ja: schrijf op wat klopt.
Zo nee: schrijf op wat de verschillen zijn.
Slide 5 - Tekstslide
Bekend
Benieuwd
Pak je tekst naar keuze erbij
Stap 1 - Bekend
Bekijk de titel, tussenkopjes en de afbeeldingen.
Wat weet je al over het onderwerp?
Stap 2 - Benieuwd
Waar ben je benieuwd naar? Wat wil je weten?
Noteer alles in je schrift.
timer
5:00
Slide 6 - Tekstslide
Verwijswoorden
Signaalwoorden
Woordraadstrategieën
Lees je tekst helemaal
Stap 3
Check of je na elke alinea of er in die alinea iets staat dat je niet
(helemaal) begrijpt. Dat kan een woord zijn, of een hele zin, of zelfs meerdere zinnen
Stap 4
Achterhaal de betekenis van onbekende woorden.
Gebruik de woordraadstrategieën
Schrijf de woorden met de betekenis op
timer
10:00
Slide 7 - Tekstslide
Signaal-en verwijswoorden
Vorige les
Slide 8 - Tekstslide
Signaal-en verwijswoorden
Signaalwoorden
Want = reden
Maar = tegenstelling
Daardoor = oorzaak
Verwijswoorden
die verwijst naar details
dit verwijst naar innovaties
die verwijst naar sporen
die verwijst naar informatie
Slide 9 - Tekstslide
timer
15:00
Stap 6 Kernzin per alinea
Slide 10 - Tekstslide
Stap 7: begrepen wat je leest?
Bedenk:
een detailvraag,
een samenvattende vraag,
een denkvraag.
Geef ook het antwoord op de vragen.
Slide 11 - Tekstslide
Detailvraag
Vragen waarop je antwoord kunt geven in één woord of één zin. Het antwoord staat letterlijk, op één plaats, in de tekst.
Wat is een stadstaat?
Slide 12 - Tekstslide
Samenvattende vraag
Vragen waarbij het antwoord uit één of meerdere zinnen bestaat. Het antwoord kun je in de tekst vinden, maar niet op één plaats in de tekst zoals bij detailvragen.
Hoe ontstonden de kolonies?
Wat zijn de kenmerken van een stadstaat?
Slide 13 - Tekstslide
Denkvragen
Vragen waarbij het antwoord niet precies in de tekst staat. Om het antwoord te kunnen geven, moet je nadenken over wat je gelezen hebt en dit in verband brengen met wat je al weet over het onderwerp.
Waarom stichtten de Grieken nederzettingen?
Slide 14 - Tekstslide
Vragen bij de tekst
Bedenk per alinea:
een detailvraag
een samenvattende vraag,
een denkvraag.
Noteer de antwoord op de vragen.
timer
15:00
Slide 15 - Tekstslide
Evaluatie
Zet alle kernzinnen van alle alinea's onder elkaar
Zet alle vragen met antwoorden onder elkaar
Bewaar alle notities en antwoorden goed.
Klassikaal: iedereen vertelt een vraag met antwoord.