Rekenen met procenten, breuken en decimale getallen

Rekenen
Breuken en procenten omrekenen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen
Breuken en procenten omrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Herhalen / oppoetsen wat je nog weet...

Verder met breuken, decimale getallen, procenten 
en verhoudingen.

Handig bij statistiek, economie, wiskunde en nog veel meer!

Slide 2 - Tekstslide

Je leert deze les:
  • Percentages, breuken, decimale getallen en verhoudingen vergelijken
  • Percentages, breuken, decimale getallen en verhoudingen er mee rekenen
  • Het deel, het geheel en het percentage herkennen
  • Het deel berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Procenten, breuken, decimale getallen
Hoe schrijf je 13%  als een breuk?

Hoe schrijf je 3% als een decimaal getal?

Hoe schrijf je 0,4 als een percentage?





 

Slide 4 - Tekstslide

Procenten, breuken, decimale getallen
Hoe schrijf je 14%  als een breuk? 
  
Hoe schrijf je 3% als een decimaal getal?
Deel het percentage door 100.    3 : 100 = 0,03

Hoe schrijf je 0,4 als een percentage?
Vermenigvuldig het decimale getal met 100%    0,4 x 100% = 40%





 
10014=507

Slide 5 - Tekstslide

Nog een voorbeeld
Schrijf als percentage:
       
          =
52

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Percentages vertalen naar kansen
In een zakje zitten knikkers.
20% daarvan is groen
30% daarvan is roze
50% daarvan is paars.


Je pakt willekeurig een knikker uit de zak zonder te kijken.
Van welke kleur is de kans het kleinst dat je daar een knikker van pakt.

Slide 8 - Tekstslide

Percentages vertalen naar kansen
In een zakje zitten knikkers.
20% daarvan is groen
30% daarvan is roze
50% daarvan is paars.



Totaal
groen
roze
paars
30
200

Slide 9 - Tekstslide



Wat is hier het geheel?
wat is hier een deel?
Wat is hier een percentage?

Slide 10 - Tekstslide



Wat is hier het geheel?
wat is hier een deel?
Wat is hier een percentage?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hoe bereken je een deel?

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
Een vliegtuig kan 700 passagiers vervoeren. 80% van de stoelen is bezet. Hoeveel passagiers zitten er in het vliegtuig?

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
Een vliegtuig kan 700 passagiers vervoeren. 80% van de stoelen is bezet. Hoeveel passagiers zitten er in het vliegtuig?

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld met een verhoudingstabel
Een vliegtuig kan 700 passagiers vervoeren. 80% van de stoelen is bezet. Hoeveel passagiers zitten er in het vliegtuig?

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Werk verder in Go it!
In stilte

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide