hoofdstuk 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

§2.1 Klimaatgebieden- De invloed van de zon, met het Amazone gebied als voorbeeld.

2.1 De zon en het klimaat

• Je weet hoe dag en nacht ontstaan
• Je weet hoe seizoenen ontstaan
• Je weet hoe temperatuurverschillen op aarde ontstaan
• Je kent het verschil tussen weer en klimaat 

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Weer of klimaat?

Morgen wordt het in Arnhem mooi weer. 25 graden en af en toe een klein buitje.

1. Weer
2. Klimaat

Uitleg/aantekening

Het weer= toestand van de dampkring

- bepaald moment (tijdelijk)

- bepaalde plaats (plaatselijk)

Klimaat = gemiddelde weer over een lange periode (30 jaar tot 40 jaar) gemeten

We kijken eerst naar het effect van de breedteligging

Breedteligging en temperatuur

zonnestralen op het aardoppervlak:

• Evenaar (lage breedte): raken de zonnestralen de aarde op een rechte manier. Dezelfde stralen verwarmen zo een klein oppervlakte. 

• Verder van de evenaar afgaat (naar hogere breedte), gaan de straling vanwege de ronding van de aarde anders. Deze stralen staan wat schuin. Dezelfde bundel van zonnestralen moet daarom een groter oppervlakte opwarmen.

Je kan uitleggen hoe dag en nacht en seizoenen ontstaan

en welke invloed dat heeft op de temperatuur

Je kan uitleggen waarom er verschillende seizoenen zijn.

Je hebt verschillende seizoenen, maar waarom zijn er verschillende seizoenen?

Hoe komt het dat wij 4 seizoenen hebben?