2H 3.6

3.6 Natuurlijke getallen

Ga rustig zitten op je plek.
Doe je telefoon uit en in de telefoontas of in je tas.
Leg je spullen open op tafel en Ipad omgedraaid neer.

27 september
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.6 Natuurlijke getallen

Ga rustig zitten op je plek.
Doe je telefoon uit en in de telefoontas of in je tas.
Leg je spullen open op tafel en Ipad omgedraaid neer.

27 september

Slide 1 - Tekstslide

Aan de slag

Maak: 41,42,43

Kijk je werk goed na met een andere kleur!!






timer
10:00
Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, 
let op dat de muziek niet te hard staat. 
  • Oortjes in? Mond op slot! 
  • Afspeellijst aan, telefoon/Ipad omgedraaid op tafel!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de blauwe vakjes en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt. 

Slide 2 - Tekstslide

 Programma                           
  • Aan de slag 
  • Terugblik 
  • Uitleg 3.6
  • Aan de slag
  • Afsluiting





Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen

Aan het eind van deze les ..


.. weet je hoe je alles onder één wortel kunt brengen.

.. weet je hoe je wortels kunt vereenvoudigen.




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

3.5 Wortels optellen en aftrekken
Gelijksoortige wortelvormen kun je herleiden!





32+52=82
3353=23
3527
De wortels zijn niet gelijk.
Neem bovenstaande over in je schrift.

Slide 6 - Tekstslide

3.5 Wortels vermenigvuldigen
Re


Rekenregel: 
3253=3523=156
3353=159=153=45
Neem bovenstaande over in je schrift.
abcd=acbd

Slide 7 - Tekstslide

Vragen over het huiswerk?

Slide 8 - Woordweb

3.3 Wortels berekenen
Exacte antwoord --> geheel getal of wortel laten staan.


Antwoord bij benadering --> afronden op 2 decimalen.



16=4
15=15
153,87
Neem bovenstaande over in je schrift.

Slide 9 - Tekstslide

3.4 Tegengestelde getallen
Twee getallen met de som 0 heten tegengestelde getallen.
-4 en 4 zijn elkaars tegengestelden, want -4+4=0.
voor        en       geldt hetzelfde.

Een wortel uit een negatief getal bestaat niet!


4
4
Neem bovenstaande over in je schrift.

Slide 10 - Tekstslide

3.4 Kwadraat en wortel 
Van een vierkant met oppervlakte            is de zijde        cm
Het kwadraat van         is 20, dus                      .


Rekenregel:


(20)2=20
20cm2
20
20
(a)2=a

Slide 11 - Tekstslide

3.6 Onder een wortel schrijven







26=
Neem bovenstaande over in je schrift.
32=

Slide 12 - Tekstslide

3.6 Onder één wortel schrijven







Neem bovenstaande over in je schrift.
26=46=46=24
32=92=18

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag

Maak: 41 t/m 50 (je mag 44 overslaan)

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!

Maak bij fouten ook de overige opgaven van 35.








Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, 
let op dat de muziek niet te hard staat. 
  • Oortjes in? Mond op slot! 
  • Afspeellijst aan, iPad/telefoon omgedraaid op tafel!
Heb je een vraag? Lees je aantekeningen nog eens door en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt. 

Slide 14 - Tekstslide

3.6 Vereenvoudigen van wortels





75=
40=

Slide 15 - Tekstslide

3.6 Vereenvoudigen van wortels





75=253=253=53
40=410=210

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag

Maak: 52,53,54 en gemengde opgaven

Kijk je werk goed na met een andere kleur!!






timer
15:00
Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, 
let op dat de muziek niet te hard staat. 
  • Oortjes in? Mond op slot! 
  • Afspeellijst aan, telefoon/Ipad omgedraaid op tafel!
Heb je een vraag: Lees je aantekeningen door, lees de blauwe vakjes en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt. 

Slide 17 - Tekstslide

Indeling in groepen
Groep 1: uitdagend    (instructie onafhankelijk)
Je staat ruim voldoende voor wiskunde. Je hebt geen instructie nodig en kunt goed zelfstandig werken.

Groep 2: doorlopend    (instructie afhankelijk)
Je staat voldoende voor wiskunde en kunt zelfstandig werken na de uitleg zonder samen eerst te oefenen.

Groep 3: ondersteunend   (instrutie afhankelijk en samen oefenen)
Je staat net voldoende of een onvoldoende voor wiskunde en hebt het nodig om samen te oefenen.

Slide 18 - Tekstslide


Als jij jezelf mocht indelen, bij welke groep zou jij dan het beste passen?  
A
ondersteunend
B
doorlopend
C
uitdagend

Slide 19 - Quizvraag