2vw3 16-03-2023

2 VW3 doel van deze les
Je leert het naamwoordelijk gezegde herkennen

maar eerst lekker 10 minuten lezen :)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

2 VW3 doel van deze les
Je leert het naamwoordelijk gezegde herkennen

maar eerst lekker 10 minuten lezen :)

Slide 1 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
  • Bestaat uit een werkwoordelijk deel en een naamwoordelijk deel
  • Het werkwoordelijk deel bevat alle werkwoorden uit de zin.   Een van deze werkwoorden is een vorm van een koppelwerkwoord.

Slide 2 - Tekstslide

mededelingen
- vorige les toets besproken,  geanalyseerd en toetsevaluatieformulier ingevuld
- persoonlijke leerdoelen start maandag
- Start met blok 3 
- donderdag 20 april SO over grammatica, spelling en over taa van blok 3.
 

Slide 3 - Tekstslide

Koppelwerkwoord

zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen (heten, dunken en voorkomen)

ZWOBBELS



Slide 4 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
In zinnen met een naamwoordelijk gezegde zit nooit een lijdend voorwerp!

Slide 5 - Tekstslide

Wel of geen naamwoordelijk gezegde?
Stel drie vragen:
Vraag 1: Staat er een vorm van één van de negen koppelwerkwoorden in de zin?
Vraag 2: Gaat het in de zin om een ‘toestand’ (ook wel: eigenschap)?
Vraag 3: Wordt er in de zin iets over het onderwerp gezegd?

Slide 6 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde

Slide 7 - Tekstslide

Mijn zus is vervelend.
is = kww (zijn)
ww zegt iets over ond
vervelend is een kenmerk/eigenschap van het ond.
is vervelend = nwg

is = werkwoordelijk deel
vervelend = naamwoordelijk deel

Slide 8 - Tekstslide

aan de slag in de les
1. wil je vzv herhalen en oefenen dan maak je opdracht 1
2. weet je hoe je het vzv kunt vinden in de tekst dan mag je beginnen met opdracht 2 

3. oefenen met toepassen? maken opdracht 3

4. uitdaging: maken opdracht 4 

Slide 9 - Tekstslide

Evaluatie en volgende les
Hoe ging de les voor jou?
Wat heb je nodig om aan de slag te kunnen met de weektaak?
Heb je nog tips en of tops?

Volgende les:
nakijken let op je weektaak wordt gecontroleerd
Zinnen in de bedrijvende of in de lijdende vorm


Slide 10 - Tekstslide