Quiz voorjaarsvakantie klas 1
1 / 19
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe heet dit gebouw?
A
La Tour Eifel
B
Le Sacré coeur
C
Le Notre Dame
D
L'Arc de Triomphe
Slide 2 - Quizvraag
La note pour français: 16 sur 20
C'est quelle note en néerlandais?
C'est quelle note en néerlandais?
A
7
B
6.5
C
8
D
1,6
Slide 3 - Quizvraag
A. Je
B. Vous
C. Elles
D. Tu
Marche
Marchez
Marches
Marchent
Slide 4 - Sleepvraag
Quel ville est la capitale de la France?
A
Bordeaux
B
Nantes
C
Paris
D
Reims
Slide 5 - Quizvraag
Kai
Tupac
Wopke
Slide 6 - Sleepvraag
Jouer = spelen
Ik speel
Ik speel
A
Je joues
B
Je jouer
C
Je joue
D
Je jou
Slide 7 - Quizvraag
écouter = luisteren
jij luistert
jij luistert
A
tu écoute
B
tu écoutes
C
tu écoutees
D
tu écoutent
Slide 8 - Quizvraag
Hoe zeg je in het Frans 'Hallo'?
Slide 9 - Open vraag
A
Titeuf
B
Joe Bar
C
Tintin
D
Gaston Lagaffe
Slide 10 - Quizvraag
Quel âge a madame Kloos?
A
28
B
35
C
41
D
43
Slide 11 - Quizvraag
Wie zijn dit?
A
Quick en Flupke
B
Astérix en Obelix
C
Sjors en Sjimmie
D
Suske en Wiske
Slide 12 - Quizvraag
Welke bekende Franse voetballer is dit?
A
Henry
B
Zidane
C
Vieira
D
Ribéry
Slide 13 - Quizvraag
Donner = geven
jullie geven
jullie geven
A
vous donner
B
vous donnez
C
vouz donnez
D
vous donnee
Slide 14 - Quizvraag
habiter = wonen
zij wonen
zij wonen
A
ils/elles habitent
B
ils/elles habite
C
ils/elles habites
D
ils/elles habitee
Slide 15 - Quizvraag
Hoe heette deze bekende modeontwerpster?
A
Coco Chanel
B
Coco Flanel
C
Coucou Chanel
D
Cici Chanel
Slide 16 - Quizvraag
Wat is 20 in het Frans?
Slide 17 - Open vraag
Wat is een lied van deze zanger?
A
Formidable
B
Alors on danse
C
Papaoutai
D
Tous les mêmes
Slide 18 - Quizvraag
Hoe wens je iemand een fijne vakantie?
A
bonnes vacances
B
bonnes vacances
C
bonnes vacances
D
bonnes vacances
