par. 3: Ruiken en proeven

par. 3: Ruiken en proeven
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

par. 3: Ruiken en proeven

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak eerst opdr. 11,
dan kun je de vragen van het stencil beantwoorden of op biologiepagina.nl oefenen

Slide 9 - Tekstslide

Wie kunnen het beste proeven?
A
Mannen
B
Vrouwen
C
Bejaarden
D
Afrikanen

Slide 10 - Quizvraag

Welke smaken proef je in je mond?
A
Bitter, umami en zoet
B
Zoet, zout, bitter en zuur
C
Zout, zoet, umami en bitter
D
Zout, zoet, bitter, zuur en umami

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de adequate prikkel voor proeven?
A
Licht
B
Geluid
C
Aanraking
D
Smaak

Slide 12 - Quizvraag

Proeven doe je met
A
je mond
B
je tong
C
je mond en je neus
D
je mond en je tong

Slide 13 - Quizvraag

Waarom kunnen we meer verschillende smaken proeven met het reukorgaan dan met de mond?
A
er zijn meer zintuigcellen in het reukorgaan
B
er zijn meer verschillende zintuigcellen in de neus
C
er zijn meer verschillende geurstoffen dan smaakstoffen
D
de afstand tussen reukorgaan en hersenen is kleiner

Slide 14 - Quizvraag

Als je verkouden bent kan je minder proeven. Waarom?
A
het reukorgaan is verstopt
B
het smaakorgaan is verstopt
C
er zijn minder geuren in je neus
D
er zijn minder geuren in je mond

Slide 15 - Quizvraag

Waarmee kunnen vlinders ruiken?
A
met hun tong
B
met hun poten
C
met hun voelsprieten
D
met hun mond

Slide 16 - Quizvraag

Wat kan een mug wel ruiken wat wij niet kunnen?
A
koolstofdioxide
B
water
C
zuurstof
D
stikstof

Slide 17 - Quizvraag

Welk dier kan het beste ruiken?
A
witte haai
B
olifant
C
ijsbeer
D
kiwi

Slide 18 - Quizvraag