22 stelsel sociale zekerheid schv sommv persv

Wat gaan we doen? 

Hoofdstuk 3 Verzekeringen

§ 3.5 Gezondheid en sociale zekerheid
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wft BasisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen? 

Hoofdstuk 3 Verzekeringen

§ 3.5 Gezondheid en sociale zekerheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in artikel 1 in eigen woorden?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geldt ook voor t belastingrecht

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een ingezetene is iemand die in Nederland woont en staat ingeschreven als Nederlander.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volksverzekeringen
Algemene Ouderdomswet - AOW
Algemene Nabestaandenwet - ANW
Wet Langdurige Zorg - WLZ

Geen premie voor AKW

Betaalt iedereen deze premie?

Slide 9 - Tekstslide

Iedereen die in NL inkomen juit werk en woning heeft betaalt premie voor volksverzekeringen. Via aanslag inkomenbelasting / premie volksverzekeringen. Of werkgever houdt in. 

AOW: geen inkomen betaal je geen premie maar ben je wel verzekerd. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke particuliere verzekeringen ken je?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Mensen die werken betalen                          waardoor de                           in de verzorgingsstaat betaald kunnen worden.
2. Een                            is een bedrag dat wordt ingehouden op je loon. Je bent daardoor                             voor bepaalde gebeurtenissen zoals ziekte of ontslag.
3. Iedereen die werkt betaalt premie voor volksverzekeringen, zoals de                      . De                      is een werknemersverzekering.                     
WW
AOW
verzekerd
premie
belastingen
voorzieningen

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werknemersverzekeringen zijn
A
Voor het hele volk en betaald door werkgevers
B
Voor het hele volk en betaald door werknemers
C
Voor en betaald door werkgevers
D
Voor en betaald door werknemers

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke verzekering is een volksverzekering?
A
WIA
B
WW
C
AOW
D
WAO

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke verzekering is een werknemersverzekering?
A
ANW
B
ZW
C
Wlz
D
AKW

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij over de ketenbepaling voor tijdelijke arbeidscontracten?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij over de transitievergoeding?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transitievergoeding
  • Ontslagvergoeding
  • Vanaf eerste werkdag recht op. Dus ook in de proefperiode.
  • Ieder gewerkt dienstjaar zorgt voor 1/3 maandsalaris als vergoeding
    In maandsalaris ook rekening houden met onderdelen zoals vakantiegeld, vaste/variabele eindejaarsuitkering, ploegentoeslag, overwerkvergoeding, bonus, winstuitkering.
  • Vrij besteedbaar maar wel loonheffing en premies volksverzekeringen = dus bruto 

 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geen recht op transitievergoeding
  • Bij ontslag als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalatigheid.
  • Bij beëindiging met wederzijds goedvinden.
  • Bij ontslag als gevolg van het bereiken van de AOW-leeftijd.
  • Bij ontslag ná het bereiken van de AOW-leeftijd.
  • De werknemer is jonger dan 18 jaar en heeft gemiddeld maximaal 12 uur per week gewerkt.
  • De werkgever is failliet. Er is sprake van uitstel van betaling of de schuldsanering natuurlijke personen is van toepassing op de werkgever.
  • De werkgever biedt aan om het tijdelijke contract te verlengen.
  • Wanneer er in een cao andere afspraken zijn gemaakt.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zwangere werknemer:
Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof
Een werknemer heeft vanuit de werkgever recht op: 
  • 6 weken doorbetaald zwangerschapsverlof
  •  10 weken doorbetaald bevallingsverlof 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Partner:
Geboorteverlof en aanvullend geboorteverlof
Een partner heeft recht op:
  • 1 week doorbetaald geboorteverlof vanuit de werkgever. 
  • Daarna heeft de partner recht op 5 weken aanvullend geboorteverlof. Hiervoor kan de partner een uitkering aanvragen bij het UWV die 70% doorbetaalt.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een transitievergoeding?
A
Uitbetaling i.v.m. zwangerschap vanwege
B
Uitbetaling i.v.m. bevalling
C
Uitbetaling i.v.m. arbeidsongeschiktheid
D
Uitbetaling i.v.m. ontslag

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na hoeveel tijdelijke contracten moet een werkgever een werknemer een contract voor onbepaalde tijd aanbieden?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hans werkt als binnendienstmedewerker bij ABNAMRO verzekeringen. Hij heeft een contract voor onbepaalde tijd. Hans wordt ziek. Op welke uitkering heeft Hans recht vanaf zijn eerste ziektedag?
A
Ziektewet (ZW)
B
Wet uitbreiding loondoorbetaling bij ziekte (WULBZ)
C
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
D
WW (Werkloosheidswet)

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag 
Opdracht 19 Sociale zekerheid

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzekeren
Je betaalt een verzekeraar geld zodat hij je helpt als zich een bepaald onzeker voorval voordoet. 
Je beperkt je risico's. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzekeringskosten
  1. Premie
  2. Poliskosten (administratiekosten)
  3. Assurantiebelasting (21% belasting)
  4. Eigen risico

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

= Idemniteitsbeginsel

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog een indeling van verzekeringen
Schadeverzekering versus Persoonsverzekering 
of
Schadeverzekering versus Levensverzekering

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een schadeverzekering?
Een schadeverzekering is een verzekering die uitkeert bij schade aan bezittingen.

Opstalverzekering, autoverzekering, WA-verzekering, reisverzekering, annuleringsverzekering etc. 


Slide 42 - Tekstslide

Leg kort uit wat een schadeverzekering is.
Persoonsverzekering
Verzekeren van risico van leven, dood en gezondheid van een mens.

Schadeverzekering of een sommenverzekering

  • Zorgverzekering: schadeverzekering
  • Ongevallenverzekering: meestal sommenverzekering
  • Arbeidsongeschiktheidsverzekering: schade- of sommenverzekering
  • Levensverzekering: sommenverzekering o.a. uitvaartverzekering, overlijdenstisicoverzekering

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadeverzekering

Keert uit bij schade aan bezittingen

Premie gebaseerd op de waarde van de bezittingen en het risico op schade.

Doel: bezittingen beschermen tegen financiële schade.
Levensverzekering

Keert uit bij overlijden of na een bepaalde periode.

Premie voor een  is gebaseerd op leeftijd en gezondheid.

Doel: financiële steun na overlijden of bij lang leven  

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is premie?
A
Een vergoeding aan de verzekeraar om het risico te dragen
B
Een vergoeding aan de consument om risico te dragen?
C
Een bedrag in geld dat je betaalt aan een bedrijf
D
Een ander woord voor rente

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande verzekeringen is een schadeverzekering?
A
Ongevallenverzekering
B
Ziektekostenverzekering
C
Woonhuisverzekering
D
Overlijdensrisicoverzekering

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande verzekeringen is een sommenverzekering?
A
Motorrijtuigen verzekering
B
Uitvaartverzekering
C
Overlijdensrisicoverzekering
D
Inboedelverzekering

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag 
§ 3.5 Gezondheid en sociale zekerheid - Vragen

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies