Week 47- **TENTAMEN** -oefenen met Tekstverbanden- H.3+H.4-Lezen

De Tekstverbanden Quiz
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Tekstverbanden Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Van welke soort woorden maakt een schrijver gebruik om aan te kondigen dat er een tekstverband komt?
A
stopwoorden
B
signaalwoorden
C
verkeerswoorden
D
kernwoorden

Slide 2 - Quizvraag

Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.

Zoals is het signaalwoord voor ...
A
Opsomming
B
Voorbeeld

Slide 3 - Quizvraag

Eerst ga ik huiswerk maken.

Eerst is het signaalwoord voor ...
A
Mening
B
Voorbeeld
C
Opsomming
D
Tijdsvolgorde (chronologie)

Slide 4 - Quizvraag

Toen ik op school kwam, bleek het eerste lesuur uit te vallen.

Toen is het signaalwoord voor ....
A
Mening
B
Tijdsvolgorde (chronologie)
C
Opsomming
D
Voorbeeld

Slide 5 - Quizvraag

Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.

Ook is een signaalwoord voor een .....
A
Opsomming
B
Mening
C
Voorbeeld
D
Tijdsvolgorde (chronologie)

Slide 6 - Quizvraag

Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Tegenstelling

Slide 7 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord kun je een opsomming herkennen?

Slide 8 - Open vraag

Aan welke signaalwoorden kun je een tijdsvolgorde herkennen?
A
Doordat, waardoor
B
Eerst, daarna
C
Ten eerste, ten tweede
D
Tegenover, maar

Slide 9 - Quizvraag

Voordat ik ga slapen, blaas ik de kaars uit.
Welk verband?
A
oorzaak-gevolg
B
tijd (chronologie)
C
voorwaarde
D
tegenstelling

Slide 10 - Quizvraag

Welk tekstverband? Als gevolg van een datalek verwijderen sommige mensen Facebook.
A
tijd
B
voorwaarde
C
conclusie
D
oorzaak-gevolg

Slide 11 - Quizvraag

Welk verband geeft het signaalwoord 'vervolgens' aan?
A
chronologie
B
oorzaak/gevolg
C
voorwaarde

Slide 12 - Quizvraag

Ik ga graag op vakantie naar warme landen, zoals Spanje, Brazilië, Mexico en Curaçao.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming

Slide 13 - Quizvraag

Veel meiden willen naar het optreden van Pink, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming

Slide 14 - Quizvraag

 Opdracht 1: lees de tekst en beantwoord daarna vragen

Slide 15 - Tekstslide


 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen

Slide 16 - Quizvraag


  Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
A
volgorde in tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie

Slide 17 - Quizvraag

 Opdracht 2: lees de tekst en beantwoord daarna vragen

Slide 18 - Tekstslide


 Welk rood signaalwoord in de tekst wijst op een tegenstelling?

Slide 19 - Open vraag

 Opdracht 3

Slide 20 - Tekstslide

Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
 
   ook

  bijvoorbeeld

    maar

Slide 21 - Sleepvraag