H3 par 6

Christendom in het Romeinse Rijk
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Christendom in het Romeinse Rijk

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Nakijken
H.3, par. 5 Opdr. 3 t/m 11 
Uitleg
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Romeinse rijk
Als de Romeinen een gebied veroverden, mochten de inwoners hun eigen goden houden. Ook de inwoners van Judea hielden hun eigen geloof - jodendom

Slide 3 - Tekstslide

Jodendom
Het Jodendom was bijzonder:

1. Ze geloofden in één God - monotheïsme.
2. De Joden hadden heilige boeken, waarin stond hoe ze moesten leven.
3. Joden geloofden dat God hun een land zouden geven.

Slide 4 - Tekstslide

Christendom
In de tijd van keizer Augustus leefde in Judea een Joodse man - Jezus van Nazareth. Hij predikte dat mensen menslievend, verdraagzaam, vergevingsgezind, vrijgevig en eenvoudig moesten zijn. Na de dood kwam je volgens Jezus in de hemel. 

Sommige Joden volgend Jezus en zagen hem als de verlosser die God had gestuurd. Ze gaven hem de naam Christus, de gezalfde. Zelf noemden de volgelingen zich christenen. Een nieuw geloof ontstond: het christendom.

Slide 5 - Tekstslide

Kruisiging
Sommige Joodse leiders vonden Jezus een onruststoker, hij was een bedreiging voor hun positie. Ze gingen over hem klagen bij het Romeinse bestuur in het gebied - Pontius Pilatus. Jezus werd gearresteerd en gekruisigd. 

Slide 6 - Tekstslide

Volgelingen
De volgelingen van Jezus geloven dat hij na zijn dood weer op aarde kwam en daarna naar de hemel is opgestegen. Mensen die de regel van christus volgen, zouden ook in de hemel komen.

De eerste christenen schreven verhalen over hem op in de Bijbel. Daarmee reisden zij door het Romeinse Rijk en vertelden zij het verhaal van Jezus. Het geloof verspreid zich over het hele Romeinse Rijk. 

Slide 7 - Tekstslide

Gevaar?
De Romeinse bestuurders zagen de christenen eerst als een ongevaarlijke Joods groep. Toen steeds meer mensen zich aansloten, voelden ze een dreiging. Daarbij kwam dat christenen de Romeinse keizer niet vereerden als god. De christenen waren een gevaar voor de Romeinse eenheid. 

Slide 8 - Tekstslide

Verbod
Het christendom werd verboden en christenen werden vervolgd. Christenen werden gekruisigd, verbrand of voor de leeuwen gegooid. 
Toch nam het aantal christenen toe. De Romeinse keizers zagen dat de vervolgingen niet werkten. Keizer Constantijn stop in 313 de vervolgingen, de godsdienst werd weer toegestaan. Zelf werd Constantijn later ook christelijk en werd het hele Romeinse Rijk christelijk. 

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
H.3. par. 6 (blz. 66 t/m 68)
Opdracht 3 t/m 12 (blz. 48 en 49)









Slide 10 - Tekstslide